Een leuk begin zou zijn: nog geen maand hier en al naar de kerk geweest. Gegeven mijn ongeloof. Maar daarmee doe ik de waarheid geweld aan. Ik heb niet met opzet deelgenomen aan een eucharistieviering en dat zou ik wel suggereren. In werkelijkheid was het meer geluk dan wijsheid.
Ik heb het op me genomen om één keer in de week kennis te nemen van een lokaal evenement. Deelnemen vind ik nog wat ver gaan. Dat liever alleen dan als ik er bij kan blijven zitten. Deze week koos ik voor het Gelegenheidskoor dat vijftig jaar bestaat en vanavond een jubileumuitvoering gaf in de kerk van Hoogeloon. Het was geen moeilijke keus: alternatieven waren de schrijver Kees van Beijnum (Sniederskring) en het Wielercafé. Dan liever een koor dat bezig is een eeuwigdurende gelegenheid te worden.
Onwillekeurig had ik verwacht dat het zich voor in de kerk zou opstellen en daar de mis zou zingen die was aangekondigd in de Kempenaer (Charles Gounod). Maar in plaats daarvan stelde het koor zich op in het koor en was de mis van Gounod ingebed in een eucharistieviering. De mis kwam niet zonder mis zogezegd en... ik ben niet blijven zitten.
Ik ben ter communie gegaan. Me dunkt dat het mocht, ik ben tenslotte ingedoopt, al realiseer ik me dat dat een erg bureaucratisch standpunt is. Men zou kunnen argumenteren dat ik tenminste mijn schuld en mijn geloof had moeten belijden alvorens op weg te gaan naar het Allerheiligste, hardop. Dat heb ik nagelaten. Achteraf denk ik dan ook dat mijn communie niet zonder risico was.
Goddank zag-Ie het door de vingers. Geen donder, geen bliksem, alleen een lichte hoestbui toen ik terugliep naar mijn bank.
We moeten weer even aan mekaar wennen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten