zaterdag 10 juni 2023

Aynur

Het verhaal van Aynur en het boek kan zo in het boek.

Het begint bij de koffieautomaat, als Aynur me vertelt over haar zus. Aynur heeft het vaak over haar zus. Ze zijn allebei begin veertig en wonen nog thuis. Ze zijn erg close, zo verzekert ze me. Toch vertellen ze elkaar lang niet alles. Laure en Amélie, dacht ik en vertelde Aynur over hún band. En omdat het zo’n mooi boek is en ik er zo van onder de indruk ben, kom ik ook te spreken over de andere zussen in het boek en al het andere waar het boek over gaat. Aynur is één en al oor, wat wel eens anders is. En wat doet ze? Ze koopt het boek. Aynur, die nooit iets anders leest dan Nicci French, koopt een zwaar-literair boek van 650 pagina’s voor 37 euro, een rib uit d’r lijf. Aynur, die niet houdt van boeken waarin mensen doodgaan, koopt een boek waarin álle mensen doodgaan. Ook de zussen.

Ik voel me schuldig nu. Ik had me niet moeten laten meeslepen, ik had mijn mond moeten houden en Aynur niet dit onzalige boek in de maag moeten splitsen. Ik zie het al voor me: Aynur verliest zich in het boek, meldt zich ziek, verdwijnt spoorloos en wordt uiteindelijk dood gevonden op de flanken van de berg van Noah in het land van haar ouders. Haar zus komt het ons vertellen op het werk. Ik durf haar niet onder ogen te komen en sluip stiekem door de achterdeur het gebouw uit. Ik neem ontslag, verkoop mijn huis en trek me terug in een hutje ergens in de Ardennen, waar ik me omring met schrijfblokken en Parkerpennen, zonder er ooit een letter mee te schrijven. Niets komt er meer uit mijn handen. 114 jaar oud word ik, 65 jaar lang komt Aynur me vertellen dat ik het me niet moet aantrekken, dat het haar eigen keuze is geweest om het boek te kopen, lief als ze is maar ik weet wel beter. Door het boek is ze de Tyd kwijtgeraakt, de Tyd waarover ze altijd al zo nadacht, thuis bij haar ouders, het boek heeft haar over de rand getild, waarna haar ontijdige dood nog maar een kwestie van tijd is geweest.

Mijn einde komt op 15 mei 2076. Zeven dagen daarvoor vertel ik Aynur dat haar trouw en bezorgdheid me goed hebben gedaan maar dat ik nu het bos in wil gaan en liever niet heb dat ze me achterna komt. Ze begrijpt het.
Op een plek diep in de bossen waar ik al jaren kom, vindt Aimee me, die samen met haar zus wel eens bij me schoonmaakt en die ik in een onbewaakt ogenblik over de plek heb verteld. Ze verjaagt de bromvliegen en haalt een paar jongens uit het dorp over om me ter plekke te begraven. Vijf stenen legt ze op mijn graf, van het soort waarmee boeren in Yorkshire muurtjes bouwen rond hun erf.