zondag 26 februari 2017

Mee trug ermee!

In een artikel uit 1971 schrijft K. Schippers dat zijn collega A. Alberts zich thuis voelde in de ambtenarij, "in een omgeving waarin dossiers van afdeling naar afdeling verhuisden en mappen via omzwervingen toch op de juiste plek terechtkwamen".
Durf ik het zeggen?
Herkenbaar!
Alberts heeft het niet ver geschopt als ambtenaar. Het ontbrak hem aan ambitie. In plaats van zich binnen het apparaat op te werken, dacht hij erover na en schreef erover. Zijn boeken spelen zich steevast af "in een ambtelijk decor, waarbij met lichte accenten wordt aangegeven hoe elk systeem aan zichzelf ten onder gaat en toch vrolijk wordt gehandhaafd." Voor wie zich op weg weet naar het einde, is de top een hele andere kant op.
Van Kafka is geen sprake bij Alberts. Het ambtelijk apparaat is niet een "catastrofaal Kafkadoolhof" maar een "blauwdruk voor bijna elke handeling, die zo goed als nooit precies verloopt, zoals van tevoren was gedacht of gehoopt". Ik kom ze niet vaak meer tegen, collega's die er zo in staan.
In mijn tijd en mijn deel van het apparaat draaide het deze week om een onwillige documentenscanner. Het vermaledijde ding houdt niet op te haperen, het blijft maar vastlopen en rood alarm geven, alle reparaties, herijkingen en programmachecks van en door de bijna dagelijks opgetrommelde monteurs ten spijt.
Nu heb ik twee collega's, de Pakistaan P., die niet van de zijde der monteurs is weg te slaan en onze scanner verzorgt en koestert als ware het zijn eigen kind en E., die het anders ziet: "Als ik thuis een apparaat heb dat het niet meer doet dan blijf ik er toch zeker niet aan prutsen? Dan ga ik ermee trug en eis ik een nieuw!"
En dat klopt. Uit haar verhalen maak ik op dat ze weinig anders doet dan truggaan met aankopen. Ik verdenk haar er wel eens van dat ze opzettelijk miskoopt om zich het genoegen van het truggaan te schenken. P. daarentegen blijft geloven en hopen dat het goed komt met de scanner. Dat er ergens in de ingewikkelde machine een virus of een vuiltje zit dat er ooit uit moet komen als hij en de monteurs maar lang genoeg blijven zoeken.
Ik heb niet zijn geduld. Ik ben als E. Wat mij betreft gaan we liever vandaag dan morgen trug met het hele godvergeten apparaat.


donderdag 23 februari 2017

De Kempische Passion

Vanmiddag las ik in de Uitstraling een artikel over de Kempische Passion, een opvoering van het lijdensverhaal. Hoe die eruit gaat zien, weet ik niet, ook niet na lezing van het stuk. Ik neem aan dat er een groot, lichtend kruis door het dorp (Hoogeloon) wordt gedragen, net als op TV en dat er gezongen wordt door personages met headsets.
Kempische mensen zeggen waar het op staat. Dat kan confronterend zijn. Wat dacht u van deze: "Het (de Passion - H.L.) is niet geloofsgebonden, het is maatschappelijk verbindend. Iedereen herkent wel iets van zichzelf in Judas, Petrus, Maria, Pontius Pilatus." Over een eventuele identificatie met Judas of Pontius Pilatus wil ik het niet eens hebben. Ook niet over de spanning die er zou bestaan tussen geloof en sociale harmonie. Confronterend voor mij is die geloofsongebondenheid. Mijn eigen geloof is dat namelijk ook niet, geloofsgebonden.
Ik houd het met de Heilige Geest. De andere twee neem ik vooralsnog voor kennisgeving aan. De Heilige Geest houdt je jong, optimistisch en ondernemend. Zonder Heilige Geest geen Kempische Passion! De Heilige Geest vrijwaart je van inkomensnijd, xenofobie en apathie. Gekoppeld aan de vrije markt staat hij garant voor welvaart en welzijn, voor geluk voor iedereen. Drie hoeraatjes voor de Heilige Geest!
Geloofsgebonden kun je dat niet noemen. Ik bedoel het goed, echt en minder economisch dan het klinkt, ik zweer het maar hoe ik het wend of keer, mijn geloof is natuurlijk niet meer dan een eclectisch samenraapsel. Een slap aftreksel. Qua geloof wil ik zeggen. Er is iets mee aan de hand. Er wring iets. Het verdraagt de kritiek niet van meneer pastoor. Ik voel me wel eens een beetje... Petrus, om niet die andere te noemen.
IK SCHREEUW HET DAN OOK NIET VAN DE DAKEN, mijn geloof. En hoezeer ik ook hoop dat de Kempische Passion maatschappelijk gaat verbinden, het komt mij voor dat de organisatoren ervan met het hunne wel te koop lopen. 8 april wordt de hoogtijdag van hun en mijn Heilige Geest en hoe braaf die borst ook is, onder de streep zoals dat heet, blijft hij er in zijn eentje wel twee schuldig.
De Kempische Passion vindt plaats op 8 april, 40 dagen na de Kempische carnavalsoptocht. Natuurlijk ga ik kijken in Hoogeloon maar bij mij zal er iets wringen. Om met Florens van der Spek te spreken, lijsttrekker van Jezus Leeft: "Jezus doet geen water bij de wijn, Jezus verandert water in wijn."*


* Gisteravond bij Jinek

maandag 20 februari 2017

Pagina 142

Ik wist dat het zou komen. Al toen ik het boek kocht. Misschien was dat wel de reden waarom ik het kocht. 
Het staat op pagina 142.

Uit de biografie van de schrijver A. Alberts*:

Het is nu genoeg, dat ik iedere lieve dag opnieuw van negen tot vijf achter een schrijftafel moet zitten om me bezig te houden met zaken, waar ik niet het minste belang in stel en die me steeds meer gaan tegenstaan. Voor mijn eigenlijke werk blijft mij hoegenaamd geen tijd over. Ik zie de maanden - en zo zoetjes ook de jaren - voorbijgaan, steeds met de wetenschap voor oogen, dat ik geen tijd heb en denkelijk geen tijd zal krijgen om ooit nog eens een archief te bezoeken, om ooit nog eens een geschiedverhaal te schrijven. Het eenige voordeel dat mij deze levenswijze biedt is het salaris. Men betaalt mij f 675,- per maand en ik zal niet ontkennen dat dat allerplezierigst is. Ik woon hier heel goed, ik heb een kamer aan de Keizersgracht, een kamer en een gracht, die ik overigens nauwelijks bij daglicht zie. Ik stap 's ochtends op de tram, dezelfde tram, die mij 's avonds omstreeks zes uur weer naar huis brengt. Dit bestaan heeft mij eigenlijk ten deele verdoofd. Ik betrap er mijzelf soms op, dat mijn onverdoofde helft met een haast onmenselijke belangstelling naar het ander deel kijkt en zich afvraagt: Hoe lang houdt hij het nog vol? Vermoedelijk vrij lang en waarschijnlijk steeds beter. Of laat ik liever zeggen steeds gelatener.

De biograaf spreekt van een "versplinterd zelfbeeld", de onverdoofde helft die de verdoofde observeert, en meent dat er sprake is van een "neurologische aandoening" die te maken zou hebben met een oorlogstrauma. Alberts verbleef drieëneenhalf jaar in Japanse interneringskampen.
Onzin natuurlijk. Ik lig 's nachts ook wel eens naar mezelf te kijken en wij zijn niet schizofreen. Het is evenmin te wijten aan het langdurig op kamers wonen, zoals hij even verderop doet. Waar haalt hij het vandaan. Alberts was kerngezond en ik ben dat ook. Het is gewoon... pagina 142. 



* Graa Boomsma: Leven op de rand.

zondag 12 februari 2017

PLADELLA VILLA KRIJGT EEN NIEUWE WEBSITE (1)

Gisteren was mijn nicht Rieky op de heemkamer. Ik had haar gevraagd of ze foto's wilde maken voor onze nieuwe website. Ze is amateur-fotografe en publiceert op Facebook. 
Eerst liep ik mee en vroeg ze wat ik gefotografeerd wilde hebben, daarna liet ik 'r alleen en trok me terug in de bestuurskamer.
Een uur later klopte ze aan. Ze moet zowat elk object afzonderlijk hebben gefotografeerd, elk stukje antiek gereedschap, elke rijkroomse engel en heilige, elk bidprentje, elk sigarenbandje. Ze kon me de foto's niet mailen, het waren er teveel. Vanavond ga ik er naar toe en dan door naar mijn neef de websitebouwer.
Ze vroeg of ze de foto's ook "voor zichzelf mocht gebruiken". Van mij mocht ze. Komen we toch op Facebook.
Als sigarenbandje.

Peter Michael

Het wereldkampioenschap schaatsen dat op dit moment aan de gang is, is natuurlijk niets anders dan een verkapt Nederlands kampioenschap. De enige allochtoon die het een beetje bij kan benen is de Nieuwzeelander Peter Michael en ik mag doodvallen als dat niet een nazaat is van de Michaëls die in het midden van de negentiende eeuw op Ten Vorsel woonden. Waarschijnlijk schaatsten Lambert en Frederik en hun broer Peter uit Hapert, hun neef Lambert uit Hoogeloon en misschien ook wel hun zus Elisabeth in hún tijd van strenge winters al met zijn allen op de Kromvennen, zo steil gereformeerd als ze waren en heeft hun geëmigreerde naneef deze familietraditie voortgezet. 
Maar als er niet snel wat meer allochtonen gaan meedoen, geef ik er als TV-kijker de brui aan.

Winterbanden

Had een eetafspraak met Hanneke in Waalre gisteravond maar in de auto hoorde ik dat het zou gaan sneeuwen dus ben ik omgedraaid. Als God gewild had dat ik met sneeuw de weg op ging, had hij me wel winterbanden gegeven. De etenswaren die ik mee zou nemen, liggen in de vriezer. Alleen de wijn heb ik aangebroken.

Kiki, Kiki

Parafrase van de teksten van de radioverslaggeefster bij de wedstrijd van tennisster Kiki Bertens van vanochtend:

"Je kunt er helemaal niets van."
"Wat is je forehand waardeloos."
"Wat heb je toch een slappe mentaliteit."
"Wat loop je toch te doen?"
"Hoe ben je ooit zo ver gekomen?"
"Wat zal coach Paul kwaad op je zijn."
"En dat is zóó terecht!"
"Wat hebben we ooit in jou gezien?"
"Hoe kun je je land zo in de steek laten?"
"Hoe kun je ons dit aandoen?"
"We zijn zóó teleurgesteld in jou!"
"Wat ben je toch een slecht mens!"

donderdag 9 februari 2017

Grenzen (1): de wandeling

Vorige week tijdens een wandeling in Postel een eerste inventarisatie gemaakt van mogelijke onderwerpen voor de tentoonstelling Grenzen (werktitel):



Nu nog het bestuur van Pladella Villa mee zien te krijgen, nog veel meer archiefonderzoek doen, brainstormen met (nog op te sporen) lokaal-historici, aanpalende heemkundekringen benaderen voor info en artefacten, een budget(je) los zien te peuteren bij de penningmeester, een catalogus(je) samengesteld en gedrukt zien te krijgen, vrijwillig personeel zien te vinden (opbouwers, gastvrouwen), een reclamecampagne van de grond zien te krijgen en niet ziek of overspannen worden. Als me dit allemaal lukt en we hebben eind november een tentoonstelling(kje) getiteld Grenzen (werktitel) en die(dat) blijkt volgend jaar rond deze tijd een (daverend) succes te zijn geweest dan zal de tentoonstelling van 2018 Naaktfotografie in de Kempen in de jaren '50 van de vorige eeuw gaan heten (werktitel). Kijk maar vast in uw schoenendozen.

zaterdag 4 februari 2017

Het moet goed zitten


Ik wilde hier iets over schrijven. Ik ben er gisteren tot diep in de nacht mee bezig geweest en zowat het eerste wat ik dacht vanochtend bij het opstaan was dat er een streep door zou moeten.
Ik had de man niet moeten googelen. Er is veel in het leven wat je bij een krantenbericht moet laten. Ik kreeg hoofdpijn van zijn uiteenzettingen maar las toch door omdat ik een vergelijking ontwaarde met onze dominee Van Dissel (1878-1922) en die vond ik te mooi om te laten liggen. Uiteindelijk, na eindeloos passen en meten, bleek die vergelijking mank te gaan en tegen 03.31 uur was ik in staat om Voortman te mailen dat hij zijn open geloof in de ijskast moest zetten en iets nuttigs moest gaan doen. Ellende genoeg in de wereld zou ik denken, een mens kan zijn tijd wel beter besteden dan te gaan zitten navelstaren naar zijn levensbeschouwing.
Wat niet betekent dat ik niet even ga luisteren dinsdag. Het is net wat mijn zwager zegt: je levensbeschouwing is als je haar. Het moet goed zitten voor je naar buiten gaat.

donderdag 2 februari 2017

Man misleid

Mensen luister. Pak Google erbij en reken mee.
De afstand van de Kruidenbuurt in Eindhoven naar de abdij van Postel bedraagt 30,5 kilometer. Een dik uur fietsen.
De afstand van de Kruidenbuurt naar de Willem van Oranjelaan in Bladel bedraagt 27 kilometer.
Dus wat denk je dan als argeloze burger? Toch al uitgeknepen door het grootkapitaal?
Dan denk je dit: van Bladel naar Postel is alleen het dunne deel van het dikke uur fietsen.
Nou mooi niet!
Ik heb vanmiddag tien minuten tegen de abdijmuur gezeten om bij te komen voor ik er maar aan kon denken te gaan wandelen, wat het plan was.

VIND U OOK DAT DE REGERING HIER IETS AAN MOET DOEN? STEM DAN OP DE SP!

Wie is hier de boekhandelaar?

Gisteravond op de heemkamer. We stonden op het punt om af te sluiten toen de deurbel ging en een meisje van een jaar of vijftien de hoek om kwam in het gezelschap van haar vader. Ze vroeg of wij iets hadden over de geschiedenis van Bladel. Het was voor een werkstuk voor aardrijkskunde. Iets met kaarten zou ook wel fijn zijn.
Het is altijd weer verfrissend om te horen hoe de moderne scholier zo goed weet wat hij wil. 
Kon ze misschien iets specifieker zijn?
Na 1950, was het antwoord.
Na enig doorvragen en flink wat zoeken, verkocht ik haar vader uiteindelijk twee deeltjes Bladel en Netersel in oude ansichten plus het jaarboek 2008, het boek met de kadastrale CD. In heur smartphone noteerde ze de woorden 'kadaster', 'RHCe' en 'BHIC'.
In de veronderstelling dat de ansichtenboekjes 2,50 euro per stuk kostten, heb ik haar vader 10 euro in rekening gebracht. Toen ik het tientje overhandigde aan de penningmeester schrok die zich een ongeluk. De boekjes kostten niet 2,50 euro maar 12,50 euro. Ik de wind van voren, had ik de prijslijst dan niet zien hangen ("jaja"), ik was de nagel aan zijn doodskist ("jaja"). 
12,50 euro is veel te duur, wierp nog ik tegen. Wie is hier verdomme de boekhandelaar?

Enfin, binnenkort zijn we weer een goed gedocumenteerd werkstuk over onze geschiedenis rijker. Misschien verschijnt er een handelseditie.