zondag 21 januari 2018

Hanny Michaelis (1)

De hemel zij dank voor Google. Er komt geen citaat of boektitel in mijn blogs dan nadat ik het gecheckt heb. En in mijn hoofd zitten ze niet.
Ik heb altijd gedacht dat P.J. Buijnsters daarachter zat. Dat het de vrees was voor de vermaningen van Buijnsters die me in de armen dreven van Google.
Vreemd eigenlijk dat ik dat heb kunnen denken. Áls ik namelijk aan P.J. Buijnsters denk, wat ik zelden doe, is het eerste wat ik me afvraag steevast: zou-d-ie nog leven? Om vervolgens vast te stellen dat het me zou verbazen áls-ie nog zou leven. Natuurlijk moet zo'n man zonder meer in staat geacht worden ook na zijn dood zijn oud-studenten nog lastig vallen en hij is er beslist de hoogleraar naar maar zo'n gedachte geeft toch ook wel aan dat-ie niet meer heel erg vooraan zit in mijn kenniscentrum.
Hij is het ook niet. Het is een ander.
Sinds mijn tiendaagse in Ootmarsum eind november vorig jaar; sinds mijn veldtocht op Almelo ín die tiendaagse en sinds de aanschaf van Lenteloos voorjaar ín Almelo tíjdens die veldtocht, weet ik dat het niet de vermaningen zijn van P.J. Buijnsters die ik al mijn halve leven vrees maar die van Nop Maas. Dat de voetnoten die ik zie opdoemen in mijn blogs niet van Buijnsters maar van Maas zijn. Voetnoten als: "Hugo Leijten (ik bewaar nog een handjevol herinneringen aan de borst) bedoelt hier niet het boek van die en die maar dat van die en die". Of, nog venijniger: "Enigszins vrij citaat uit zus en zo poëem".