zondag 29 januari 2017

Poëzie voor een prikkie

Mijn leven is veranderd. Ik zal u zeggen hoe ik het weet.
Ik ben naar de boekenmarkt van de Bossche Vincentiusvereniging geweest, vroeger het slot- en klapstuk van mijn januari-offensief. Ik wilde niet en ik zou niet want gestopt met de boekhandel enz. enz. maar ik dacht, ik wist nog, je vindt er poëzie voor een prikkie en misschien ook wel wat voor in de Pladella-bieb dus laat ik toch maar gaan. Om klokslag tien uur stond ik er weer alsof er sinds januari 2016 niets veranderd was.
Maar zie: om 11.53 uur stond ik alweer buiten. Nog geen twee uur later. Voorheen was ik om die tijd nog niet eens klaar met de sectie literatuur. Nu was ik om 12.42 uur alweer thuis, in Bladel ook nog, een kwartier verder rijden dan Eindhoven. Waar ik in andere jaren zelden de finish zag van het veldrijden en nooit de start zijn vandaag de voorbeschouwingen nog niet eens begonnen. En waar ik vroeger de opbrengst placht uit te drukken in aantallen bananendozen vertrok ik nu met maar twee halfvolle plastic tasjes.
Toch moet ik er in 2018 maar niet meer naar toe gaan. Niet alles was anders. Ik merkte dat mijn boekhandelaarskennis en -intuïtie nog springlevend zijn. Het gevaar van een terugval is bepaald niet denkbeeldig! De boekhandelaar in mij dient te worden uitgehongerd anders staat het hier in no time tot de dakramen toe vol met boeken die ik nooit zal lezen.

zaterdag 28 januari 2017

De zaterdagmiddag van de werkende man

Heeft u dit ook wel eens: het is zaterdagmiddag, je zit aan je bureau te werken aan een blog en je voelt ineens een enorme vermoeidheid opkomen dus je denkt dat komt ervan van al die doordeweekse drukte, ik doe even een dutje. Je strekt je uit op de bank en gaat wat naar het plafond liggen staren. Je valt niet meteen in slaap, je valt nooit meteen in slaap, dat is het beroerde en terwijl je daar niet meteen in slaap ligt te vallen, begint je bolus linguis, bevrijd van de urgentie van de waan van de dag ongetwijfeld, de ene na de andere prachtzin af te scheiden, rijen van woorden uit regionen van je vocabulaire waarvan je niet eens wist dat het ze bestreek, zo muzikaal, zo ritmisch, zo rond als de hele rest van de week niet.
Dus je denkt: ik moet die zinnen opschrijven nog gauw even voor ik in slaap val. Je weet immers dat met het oplossen van je bewustzijn ook de literaire luchtparades in je hoofd dat zullen doen, dat je er bij het ontwaken geen syllabe van zult kunnen terugvinden, hoe kort en ondiep ook je dutje.
Dus je ligt daar op de bank uit te kijken naar pen en papier en je ziet ze liggen op je bureau, een wereldreis van drie meter van je vandaan ondanks je voornemen om altijd op alle plekken in huis waar je regelmatig langere tijd verblijft pen en papier binnen handbereik te hebben.
Dus wat doe je? Je bent te moe om op te staan, echt, opstaan is gewoon geen optie, er zit maar één ding op: je pakt de brief van de gemeente Bladel die je onder je leestafel had geschoven voor een zorgvuldiger kennisname op een later moment en je begint als een razende de achterkanten vol te pennen met het enige schrijfhout waar je bij kunt, een rode fineliner van de Lidl. En je dankt God op je blote knieën dat ze op het gemeentehuis nog niet zo duurzaam zijn dat ze hun brieven dubbelzijdig afdrukken.
Maar als je wakker wordt en je taalwonderen wilt gaan inbeitelen in de stenen tafelen van de eeuwigheid, onzalig moment, moet je meestal constateren dat je al sliep toen ze zich aandienden.

donderdag 26 januari 2017

Het linkerrijtje


Hoe breng je tot uitdrukking dat niet iedereen evenveel bezit? Lang niet iedereen lang niet evenveel? Als het je hoog zit, kortom. Dat doe je door je toevlucht te nemen tot extremen. Je zet de allerveelstbezittenden af tegen de allerweinigstbezittenden, de top tegen de onderkant. Je zoekt naar contrasten, je plaatst handjevols superrijken (echt zo weinig mogelijk, nooit meer dan een getal met één lettergreep) tegenover massa's allerarmsten. De drie rijkste mensen op deze wereld (altijd op deze wereld, vergeet deze wereld niet, drie op de hele wereld, ook daarin zit een werkzaam contrast) bezitten evenveel als de drie miljard armste. Bats! VUPG, zoals mijn jongste broer vroeger placht te zeggen, volledig uit positie geluld.
De vraag is alleen: helpen deze juxtaposities? Komen mensen erdoor in actie? Zetten je krasse tegenstellingen mensen zelfs maar aan het denken?
Welnee. Het zijn niets anders dan oridinaire gewetenssussers. Als je het zo stelt is iedereen min drie miljard plus drie tevreden. Want wat is de reactie van iedereen min drie miljarddrie? De vermogensongelijkheid op deze wereld is de schuld van de drie rijkste mensen. Wij overige miljarden behoren weliswaar niet tot de drie miljard armsten en als je ons gezamenlijk vermogen afzet tegen het hunne heb je evenmin een fijn beeld maar wij zijn schuld noch rijk. De grote drie zijn rijk, die moet je aanpakken, de ongelijkheid is hun schuld, niet de onze. En dat aanpakken is trouwens niet aan ons. Dat is aan Europa, de regeringsleiders en de president van Amerika.
De superrijken gebruikt als zondebok.
De superrijken doen er niet toe. Het gaat niet om 1% maar om 10%. Het gaat erom dat drieduizend klerken bij ons meer bezitten dan drie miljoen armen elders op deze wereld. Als je het zo stelt, heb je onder de evenaar nog steeds een aansprekend hoog getal, met dit verschil dat je zelf in het linkerrijtje belandt en er niks te wijzen valt.



zondag 22 januari 2017

In de verte

Daarnet nog gauw even richting Lage Mierde gefietst over Netersel, naar het punt waar de weg scherp naar links buigt. Daar mijn fiets tegen een boom gezet en de Neterselse Hei overgestoken. Als je aan het eind het smalle reepje bos doorsteekt tot waar de weilanden beginnen en daar je blik richting Hilvarenbeek wendt, zie je het landschap een horizontale gelaagdheid aannemen, zie je verten voorbij verten, zoals je die ook in het buitenland wel ziet, daar waar er heuvels zijn. 
De toren van Hilvarenbeek zie je dan weer net niet.

zaterdag 21 januari 2017

Standplaats Wolvega

Toen ik zondag naar de kerk was, schoot me het verhaal van de oud-dominee te binnen. Ze vertelde me dat ze in Wolvega* had gestaan, in Friesland. De weinige (oude) mensen die naar de vieringen kwamen, gingen altijd op dezelfde plaatsen zitten. Eerst dacht ze dat dat was omdat ze niet vooraan in de kerk wilden zitten, omdat je er opvalt of omdat het hooghartig zou zijn. Tot ze een oude foto zag, zei ze, met dezelfde mensen op dezelfde plaatsen, met dit verschil dat hun overleden echtgenoten naast hen zaten.


* Toevallig weet ik dat Wolvega ook een katholieke gemeenschap heeft met kerk en al. Is makkelijk te googelen natuurlijk maar ik weet het dan weer omdat ik heel lang een boek heb proberen te verkopen met de titel: Maar de toren ging niet verloren. De historie van de Sint Franciscus-parochie Wolvega. Het is me niet gelukt. Ik heb het uiteindelijk naar de kringloopwinkel gebracht, wat voelde als het ten grave dragen van een vriend. Als ik geweten had dat ik hier in Bladel een dominee zou tegenkomen die in Wolvega had gestaan, had ik het meegenomen en aan haar gegeven.


vrijdag 20 januari 2017

De zusjes (2)

Uw gebeden zijn verhoord! Het portier ging moeiteloos open. Het warme gel pack waar ik mee aan kwam zetten en dat mijn reputatie onder engelen en heiligen ongetwijfeld geen goed zal hebben gedaan, had niet gehoeven. Allemaal heel erg bedankt!

Mik hoog en hou het droog L&D!

In de PC55 van deze week staat een column van ene 'LUIJTENDUIDELIJK':



Ik denk dat ik weet wie er schuilgaat achter dit pseudoniem. Een bêta natuurlijk, dat kan niet missen. Ik alfa definieer een konijn niet in termen uit de gebruiksaanwijzing van een magnetron en hoewel ik graag geloof in de onherroepelijke terugkeer van de lente zijn er dagen dat ik denk ik moet het nog zien. En familiale quasi-gezagsverhoudingen zou ik alleen te berde brengen als ik er zeker van was dat ze niet de suggestie met zich droegen van omnipotentie Mijnerzijds, ook al was ik een bêta.
Toch is het een originele column. Ik zou het leuk vinden als de auteur een beetje bleef spelen met zijn exacte kijk. Als hij zich dan ook nog eens los zou weten te zingen van de belegen huisje-boompje-konijntje-doelgroepmythologie van zijn redactie zit er wat moois in het vat. Mik hoog en hou het droog L&D! 
Ben benieuwd.

donderdag 19 januari 2017

De zusjes

Ik zou het zeer op prijs stellen als u vanavond voor het slapen gaan mijn Kia in uw gebeden zou willen gedenken. Het is met name zaak dat het niet te hard gaat vriezen vannacht anders krijg ik hem morgenochtend niet open en hij moet om 08.00 uur bij de garage in Eindhoven zijn. Om uw hart ten aanzien van mijn Kia wat te verwarmen, zij hier vermeld dat Ingrid van mening is dat het een meisje is. Als de hare en de mijne vroeger op de parkeerplaats aan het Rendierveld naast elkaar stonden, had ze het altijd over "de zusjes".

dinsdag 17 januari 2017

Gödel, Escher, Brok

Nadat wenn ik vorig najaar al de voltallige ledenvergadering van Pladella Villa meedeelde dat hij de locatie had achterhaald van de boerderij van Peter Michaël ich in Hoogeloon en dat dat geen sinecure was maar dat ik hem niet zag zitten in het publiek Böses terwijl hij vlak voor me zat hab getan, zag ik vanavond bij de kick off van de Johannes-Passion van Bach in het auditorium van de Rabobank drie rijen voor me een man opstaan waarvan ik dacht dat hij Leo Brok rühre zou kunnen zijn. Ik slaagde erin oogcontact te maken terwijl we in de rij stonden voor koffie maar hij gaf geen kick. Ik dubbelcheckte door bij hem aan tafel te gaan zitten en hem mein een goede avond te wensen. Weer geen kick dus ik neem aan dat hij het niet geweest is. Als hij het wel was, zal ik daar op dit podium geen mededeling meer van doen. Dat komt u dan eind november te weten Gewissen!, als het nieuwe jaarboek tien pagina's dunner blijkt te zijn dan dat van vorig jaar.
Maar waarom zegt-ie dan niks?

maandag 16 januari 2017

Het wierookgordijn van meester Van Hout

Bij het nalezen van mijn aantekeningen schieten me ineens twee brochures te binnen die lange tijd op het bijzettafeltje in mijn zithoek gelegen hebben. De ene is getiteld Parochiekerk van de H. Severinus en schetst in vogelvlucht de geschiedenis van de Hapertse kerk en parochie. De andere heet Kleine geschiedenis van Hapert en geeft eveneens een geschiedenis in vogelvlucht van de Hapertse kerk en parochie. Ze zijn geschreven door wijlen meester Van Hout, over wie ík heb geschreven in onze canon.
Dat kan toch niet waar zijn! De geschiedenis van Hapert valt toch niet samen met die van de Severinusparochie? Het kan toch niet anders of meester Van Hout heeft er een gordijn van wierook voor willen hangen?
Ik zou willen dat iemand mij eens zou vertellen hoe katholiek we nou werkelijk waren vroeger. Voor het jaarboek. Maar ja, wie weet dat?

zaterdag 14 januari 2017

Uit wandelen

In een brief van 15 november 1843 laat de provinciale Ontvanger der Registratie, Mathon geheten, aan de burgemeester van Bladel-Netersel weten nogal in zijn maag te zitten met het volgende:  


volgens ontvangen opgave bedraagt de afstand van Bladel naar de hoofdplaats der provincie, 's Hertogenbosch, 8 1/4 uur gaans, waar volgens zijn eigen gegevens die afstand niet meer dan 8 uur bedraagt. Kan burgemeester zoo spoedig mogelijk laten weten wat nou eigenlijk de "wezenlijke afstand" is?
De 8 uren gaans van de ontvanger zijn waarschijnlijk gebaseerd op een eerdere opgave van de burgemeester, waarvan het klad bewaard is gebleven. Misschien heeft die in de tussentijd een bode uit wandelen gestuurd en is hij erachter gekomen dat Den Bosch een kwartier verder was dan hij altijd had gedacht. Ín dat klad tekent hij overigens het volgende aan:

den afstand naar de hoofdplaats van het kanton en de provincie is berekend over den grooten weg loopende over Netersel Hulsel en Middelbeers, daar wanneer er eenen weg over de heide van Casteren op Oostelbeers en vervolgens door het voormalig kamp bij Oirschot op de vijvers tot stand kwam, deze voor het minste 3/4 uurs zoude verminderen.

Met het voormalige kamp bedoelt hij waarschijnlijk de legerplaats die heeft bestaan tijdens de Belgische opstand in de jaren dertig van de negentiende eeuw.




dinsdag 10 januari 2017

Een nieuwe Hubertus

Voor mijn verjaardag: een nieuwe Hubertus:



De oude is een paar jaar geleden van mijn hals gegleden en zoek geraakt.
Hij is eigenlijk voor de jagers en tegen hondsdolheid. Het een ben ik niet en het ander komt niet meer zo veel voor maar ik ben naar hem genoemd dus ik hoop dat hij een oogje in het zeil houdt.

maandag 9 januari 2017

Wordt het niet eens tijd?

Gisteren met Ingrid en Jalal naar zijn moeder, broer en twee zussen in het azc geweest. Met zijn vieren delen ze daar een kamer zo groot als mijn woonkamer hier. Er staan wat bedden, een tafel, een koelkast en twee metalen garderobekasten van het soort dat ik me herinner uit mijn diensttijd. Jalal slaapt er ook vaak. Hij prefereert het gezelschap van zijn familie boven de eenzaamheid van zijn eigen flatje, ondanks de ongemakken. En lapt daarmee de regels aan zijn laars. Maandag heeft hij rij-examen. Zijn Koerdische instructeur heeft hem gevraagd om bij hem te komen werken. Dat is goed nieuws.
We waren er op uitnodiging van Geria, het jongste zusje van Jalal, veertien jaar oud. Ze moet vijf Nederlanders interviewen voor school. Op haar vraag wat ik leuk vond aan Nederland had ik niet meteen een antwoord. Ingrid antwoordde dat er mensen uit zoveel verschillende landen hier wonen en maaide daarmee het gras voor mijn voeten weg. Ik heb maar geantwoord dat iedereen hier genoeg te eten heeft en op de vraag wat ik niet leuk vond aan Nederland: de winter. Ik wilde het leuk houden.
We werden overstelpt met eten terwijl we net gegeten hadden. Geria had het moeten appen, zei Jalal maar we hadden het ook zelf kunnen weten. Volgende keer niet vergeten op de nuchtere maag te gaan. En met een paar stokken kaarten en een schaakspel! Goddank gaat de hele meute naar school door de week, mama incluis.
Na thuiskomst nog naar het tweede deel van Sherlock zitten kijken. Moeite om erin te komen. Het gaat je niet in de kouwe kleren zitten.
Jalal had op facebook foto's gepost van drie jezidi die vorige week verongelukten in een tunnel in Zwitserland. Drie jonge mensen, drie broers. Het lijkt wel of behalve IS ook nog eens een hogere macht het op ze gemunt heeft. 1,1 k likes. 😢
Met extra tegenzin naar het werk. Mezelf nog meer dan anders afvragen wat ik daar in Godsnaam zit te doen.
Zometeen word ik 55. Wordt het niet eens tijd?

zaterdag 7 januari 2017

Volgens de garage

Ik mis de routine van januari. De boeien van het seizoen. De boekenmarkten van Venlo-Blerick (de middelbare school daar, ik ben de naam kwijt), Middelbeers (het oude kerkje), Duizel (Smis), Gerwen (het zaaltje tegenover de kerk en Den Bosch (Brabanthallen). Morgen zou de eerste zijn. Ooit viel hij samen met mijn verjaardag. Op zaterdagavond kwam mijn familie en moest de televisie aan voor Raymond van Barneveld. De volgende dag had ik zoveel over dat ik gebak nam als ontbijt en bij terugkeer uit Venlo als avondeten, schaatsen op TV.
Mijn auto is nogal vochtig van binnen. Volgens de garage komt het omdat ik alleen maar korte ritjes maak. Ik moet een keer een heel end weg met open airco.
Morgen toch maar naar Venlo dan?

Darling dood

Ik dacht dat op de plaquette geschreven stond: "Hier leeft men langer". Ik had er een heel verhaal bij. Maar toen ik het checkte op de website bleek er te staan: "Hier blijft men langer jong". Weg verhaal. Darling dood. Zo hard kan bloggen zijn. Dit is wat er dan overblijft.
Ik had overigens ook gekozen voor langer jong, al snap ik ook wel dat mijn variant nooit een optie is geweest.

donderdag 5 januari 2017

Tante Ria

Gisteren vroeg een collega me of ik familie had in Veldhoven. Ze was gestuit op een overlijdensbericht van een mevrouw-Leijten-op-leeftijd daar vandaan. Ik antwoordde van niet en realiseerde me pas later dat dat niet klopte. Tante Ria woonde in Veldhoven.
Dat tante Ria me pas met enige vertraging te binnen schoot, heeft misschien te maken met het feit dat ze, toen ze nog een échte tante Ria was, dat wil zeggen toen ik klein was, in Wintelre woonde en niet in Veldhoven. Pas na het overlijden van haar echtgenoot, Janus Sleddens als ik me goed herinner, kwam ze te wonen in Veldhoven, in een wit appartementencomplex met paarse balkons aan een van de rotondes in de Dorpsstraat. Vanuit het werk, op de terugweg dus, fiets ik er langs. Ik zeg op de terugweg omdat dat verklaart waarom ik ook op de fiets nog niet aan d'r heb gedacht. Op de terugweg ligt het witte gebouw met de paarse balkons aan het halfrond aan de overkant. Bovendien is het tot nu toe steeds donker geweest als ik er langskwam en ben ik vaak in gedachten verzonken.
Een jaar of vijftien geleden ging tante Ria door d’r rug. Het deed zo zeer dat de hulpverleners de brandweer erbij haalden en tante Ria gestabiliseerd en optimistisch via heur paarse balkon en hoog door de lucht de ambulance in lieten takelen, een operatie die binnen de familie nog jarenlang herdacht is als de wonderbaarlijke reallocatie van tante Ria van Veldhoven (geen erkende feestdag).
Ik weet niet of tante Ria nog leeft eerlijk gezegd. Van mijn familie aan vaderskant ben ik zelf een tikkeltje veralloceerd geraakt. Ze was in ieder geval niet de mevrouw-Leijten-op-leeftijd uit de advertentie van mijn collega. Die was nog meer op leeftijd dan tante Ria intussen moet of zou zijn.