zondag 22 maart 2015

Nietig bedehuis

Zag vanmorgen, dat de Geschiedenis van het Bisdom ’s Hertogenbosch, de bekende Schutjes, in de Google-collectie terecht is gekomen. Wat een zegen is dat toch! Thuis in je luie stoel tik je Hapert in en ineens stuit je op allerlei onbekende 16e-eeuwse bronnen. En zie: voor de sloop van de oude kerk aan het Kerkeind in 1857 heeft Schutjes geput uit het ‘kerkarchief’. Hij is nog langs geweest ook, rond 1870! Het ‘nietig bedehuisje’ van de ‘afgescheidenen’* (de Michaëls en hun orthodoxe consorten!) heeft hij waarschijnlijk met eigen ogen gezien! Ik ben er altijd van uitgegaan, dat ze kerkten in het huis van Peter Michaël, eveneens aan het Kerkeind. Hadden ze dan toch een eigen kerkje?


* editie 1873, dl IV, p. 33

zaterdag 21 maart 2015

En Jeanneke had godverdomme de Knausgaards

Vanmiddag in Geldrop bij het gilde, stond er een doos - meerdere dozen - met niets dan Vestdijk. Iemand moet genoeg van hem hebben gehad of overleden zijn. Ik heb gekocht wat ik niet kende, verschillende delen opstellen over muziek en Over Gustav Mahler, allen eerste drukken. Ook de Essays in duodecimo, die ik wel kende en de twee biografieën*. De Essays hou ik zelf, de opstellen zijn misschien nog te verkopen, zeldzaam, interessant voor kenners, zoiets. Het is een gok. De man wordt niet meer gelezen, ik héb eerste drukken van hem bij het oud papier gezet. En toch plaagt mij de angst, dat ik misschien wel juweeltjes heb laten liggen. Ik moest meer weten. Ik moest nog veel meer weten!


* Visser en Hazeu

vrijdag 20 maart 2015

Van boeken en schoenen

In de jaren 1978-1979 deed het Centraal Instituut Midden- en Kleinbedrijf in Hapert onderzoek naar de realisatiemogelijkheden voor een centraal in de kom van Hapert (aan de Kerkstraat) eventueel te bouwen project. Een project dat gericht zou zijn op publieke commerciële functies, meer in het bijzonder: winkels, horeca, showrooms, van dattem. Deze vraagstelling, aldus het Centraal Instituut, dient te worden bezien tegen de achtergrond van de plannen om centraal in Hapert een dorpscentrum te realiseren. Die hadden we namelijk al een tijdje. We begonnen ons al af te vragen of er ooit nog iets van zou komen.

Ik heb niet het hele rapport gelezen.* Eerlijk gezegd heb ik bijna niets van het rapport gelezen en zou ik er helemaal niets van hebben gelezen als mijn oog niet gevallen was op de volgende passage op bladzijde 22:


Van de schoenen wil ik af zijn. Dat heel Hoogeloon en Casteren zijn schoenen kocht in Hapert, had natuurlijk te maken met de aanwezigheid van maar liefst twee schoenenwinkels in ons toen nog niet bestaande centrum. Het gaat me om de boeken. Want wat zien we: wat gold voor de schoenen, gold bepaald niet voor de boeken. Geen mens op de wereld of in het Vennenbos kwam bij ons een boek kopen. Geen wonder dat dat publiek commerciële dorpscentrum zo lang op zich heeft laten wachten.

Ik moet er wel bijzeggen, dat ik, toen ik onlangs op zaterdagochtend het graf van mijn ouders bezocht, de auto vanwege de drukte zowat aan het eind van de Leeuweriklaan moest parkeren. Uiteindelijk is het toch nog gaan lopen, het dorpscentrum.


* Dat doet u zelf maar: RHCe, 10548-182

donderdag 19 maart 2015

Raepewijn

Gisteravond tot diep in de nacht verkiezingsdienst gehad, mijn derde electorale Tour of Duty, Provinciale Staten en het waterschap. Daarna kort geslapen en om elf uur naar ons Regionaal Historisch Centrum. Daar vond ik het volgende briefje, dat wat mij betreft beter dan wat ook illustreert dat we het hele provinciale Apparaat veertig jaar geleden al hadden moeten opdoeken:


Het plan heet Raepewijer, een merkwaardige naam, ik weet het, verwacht je niet in Hapert, met name die 'e' achter die 'a' (zijn het knollen die het hoog in de bol hebben? Zijn het helemaal geen knollen? Geen idee! ook niet, helaas, na lezing van het dossier vanochtend), maar Raepewijn? Dronken ze in Den Bosch indertijd soms een destillaat van knollen bij hun Bollen? En dat dan ook nog gelezen willen hebben in de Staatscourant? Dát kiest de Eerste Kamer?