dinsdag 22 augustus 2017

Inflatie

Las vandaag in een blog dat de inflatie in het pre-industriële tijdperk tussen 0% en 1% lag. Dat ligt-ie vandaag de dag ook. De bedoeling was dan ook om te illustreren dat we terug zijn bij het jaar 0. 
Verbazingwekkend waar je met intelligent historisch onderzoek al niet achter kunt komen! Ik zou willen dat ik er bij Pladella Villa een paar voor kon interesseren...
Waaróm die inflatie sinds 2008 zo laag is, is dan kennelijk weer wat moeilijker te achterhalen.

Om de blog hierboven wat sneller te begrijpen - dus niet pas na drie keer lezen - denk ik dat u het volgende in uw achterhoofd moet houden. Er wordt hier aangenomen dat het al of niet optreden van inflatie afhankelijk is van het belang van de factor arbeid binnen de economie. Naarmate die minder belangrijk wordt, zoals nu, daalt de inflatie. Ik zeg niet dat het niet zo is, begrijp me goed, ik zeg dat dát de wetmatigheid is die hier wordt voorondersteld. Van de middelbare school herinner ik me dat ook kapitaal een factor is en die wordt in het artikel ook wel erkend maar blijft wat onderbelicht, net zoals voor mij indertijd hele hoofdstukken uit Heertje wat onderbelicht bleven als Karin Plasmans weer eens langs kwam fietsen. Een econoom zit ook maar voor een raam.

Na drie keer lezen, zit ik overigens nog steeds met de vraag: waarom zouden we inflatie eigenlijk willen? Daar is toch nooit iets goeds van gekomen?

donderdag 17 augustus 2017

Op wielen

In 1973 is men in Hapert op het gemeentehuis druk bezig met de uitbreiding van het Vennenbos. Dergelijke majeure territoriale mutaties moeten van gemeentewege worden geregeld in bestemmingsplannen en die hebben regels, voorschriften, toelichtingen en... definities. Toen misschien nog wel meer dan nu. 
Je denkt het is simpel: Piet Derksen wil huisjes bouwen om per weekend of per week te verhuren, je weet intussen hoe die eruitzien en dat het ook per midweek kan dus wat valt er te definiëren? Optrekje uit steen met plat dak, terrasje van groene betontegels en wat plastic stoelen...
Zo simpel is het natuurlijk niet. Zo simpel is het nooit. Niet in Nederland, niet in Hapert. U moet ook bedenken dat het hele fenomeen vakantiepark zoals dat vandaag de dag gemeengoed is, toen nog volslagen onbekend was. Derksen en Hoogeloon c.a. - lees: burgemeester Wouters - hebben ter zake baanbrekend pionierswerk verricht. Bedenk dat de wegen ter plaatse nog heel anders liepen dan vandaag de dag en niet zelden dood. Dat het bos een ratjetoe was omdat het deels aan de gemeente toebehoorde en deels aan Staatsbosbeheer. Dat de E3 nog volstond met bulldozers. Dat het Vennenbos in de kern gewoon een camping was die a) niet mocht worden gebruikt voor de bouw van "tweede woningen" en b) uit hoofde van die oer-identiteit van camping plaats diende te bieden aan "kort-kampeerders" en passanten, of die nou een tent op de rug of een caravan achter de auto hadden. Het was nog rimboe aan het eind van de Schouwberg en niks was nog wat het geworden is. Het gevaar van begripsverwarring was levensgroot.
Dus de vakliteratuur er maar eens op nageslagen. Wat wordt in de ruimtelijke ordening nou eigenlijk verstaan onder die draak van een term "rekreatiewoonverblijf"? Dan blijkt dat dat behalve het hierboven beschreven, intussen overbekende standaard stenen bouwwerk, ook nog iets heel anders kan zijn:


Een onderkomen op wielen dat niet bestemd is om te worden voortbewogen. Wat een heerlijke tijd was het toch, of niet soms? Mijn bestemmingsplan om een na-oorlogse geschiedenis te gaan schrijven van de Kempen neemt almaar vaster vormen aan...

donderdag 10 augustus 2017

Hoogeloon, Jupiter, Hapert en Casteren

Ik kon het niet laten. Hier volgt een olijke variant op het raadsvoorstel inzake zeker parkeerverbod, ingesteld door de raad van de gemeente Hoogeloon, Jupiter, Hapert en Casteren op 19 december 1973. Gebruikelijk - voor zover van gebruikelijkheid sprake kan zijn - is dat de auteur eventuele tekstuele varianten door cursivering of anderszins kenbaar maakt maar ik ben zo vrij de opsporing mijner dichterlijke vrijheden over te laten aan u, lezer, die ik immers mag veronderstellen in het bezit te zijn van zowel de daartoe benodigde táál- als natuurkundige kennis:

PARKEERVERBOD OP JUPITER
Nu het zgn. groenplan op Jupiter (plan Raepewijer) is verwezenlijkt, moet het niet meer toelaatbaar worden geacht, dat deze groenvoorziening wordt verstoord door een aantal geparkeerde wagens.
Het effect van deze verfraaiing gaat dan weer geheel verloren. De bewoners zijn ook ten aanzien van deze consequentie van tevoren ingelicht. Zij zullen hun auto moeten parkeren in hun eigen garage of op parkeerplaatsen of -stroken in de omgeving.
Om wanneer nodig maatregelen te kunnen nemen, zal het nodig zijn, dat een parkeerverbod wordt ingesteld voor de gehele planeet Jupiter.
Daarom stellen wij u voor, tot een dergelijke maatregelen te besluiten.


dinsdag 8 augustus 2017

Weekendje weg

Ik weet niet of ik het al eens heb toegegeven. Ik geef nogal makkelijk toe, ik ben een toegeeflijk mens dus de een of ander onder u talrijken weet het misschien al: ik kan moeilijk van huis. Wat Ank Kranenburg zei over haar Bladelse kennissen geldt ook voor mij: ze komen hun dorp niet uit. Het feit dat Frau Schorn en haar ternauwernood over de grens gelegen pension zo prominent aanwezig zijn in meerdere Kempische-dorpen-zoals-ze-waren-facebook-groepen, bevestigt dat alleen maar. Net zoals het feit dat ik elke dag naar Eindhoven fiets alleen maar bevestigt dat ook ik... mijn dorp niet uitkom. Al blijf ik het gevoel houden dat dat Hapert zou moeten zijn (daarin ben ik uniek: ik ben de enige Kempenaar die het dorp niet uitkomt waarin hij niet... is).
Het verbaasde me dan ook dat ik vorige week inging op een aanbod om het weekend door te brengen in een caravan ver buiten mijn dorp.
Ik zeg daar meteen achteraan: het was een beetje als het geven van een jawoord tijdens een huwelijk: het uitspreken en er onmiddellijk spijt van hebben (ik hoor dat wel eens zeggen).
Ik had nog niet toegestemd of er arriveerde een email met een waslijst aan instructies en essentiële weetjes. EN DIE LEES IK NIET. Misschien handig om te weten voor u: emails met een pragma-gehalte van meer dan 10% LEES IK NIET. Ben ik niet tegen bestand. Moedverlies, depressie, ik kan het niet. Wie mij brieven stuurt, doet er goed aan de envelop te versieren met bloemetjes, zonnetjes, engeltjes, poesieplaatjes of wat u maar aan impragmata (spreek uit: imprágmata) in uw kast heeft liggen, iets wat de ABN AMRO bijvoorbeeld maar niet wil begrijpen.
Aanvankelijk kwam ik dan ook de caravan niet in.
Dus de hardcopy onder in mijn rugzak toch maar gespeld.
De rest was kinderspel.
"Als het pragmatisme een isme was, hing ik het aan", was ik daar en toen geneigd te liegen.
Het werd een heerlijk weekend. Het weer zat mee, ik ben poepiebruin geworden, ik heb wijn gedronken (wat ik nog maar zelden doe), chips gegeten (wat ik vrijwel nooit meer doe), bonbons gekocht en onaangebroken in de koelkast gezet én daar gelaten (wat me van mijn hele leven nog niet is gelukt) en door de omgeving gezwalkt, gedragen door een nieuwe verliefdheid (iets wat (me) dan weer regelmatig gebeurt maar deze is van de teevee dus langer dan een zomer zal die niet duren). Ik heb gelezen in de herinneringen van Annie Salomons, in een inleiding op de filosofie van George Berkely en in de Brief Lives van John Aubrey (die vorig jaar wonder boven wonder mee de Arke Noachs in zijn gegaan en nu het sieraad mijner Bladelse boekenkast uitmaken), allemaal door mekaar, al kan dat ook de wijn geweest zijn. En natuurlijk weer eens geblogd en oh ja, vandaag in 64 minuten van Eindhoven naar Bladel gefietst, een terugwegrecord (wind tegen!).
Vrijdagavond nog het eerste concept van de stamboom voor het jaarboek zitten doornemen. Moest even. Daarna geen letter heemkunde meer, nog niet de allerminimaalste fractie van een gedachte eraan.

Eén ding nog. Iets onvermijdelijks eigenlijk, nu ik terugblik op de onderneming. Natuurlijk voerde het me allemaal terug naar de tijd dat we de zomers doorbrachten in de caravan van mijn schoonouders in Groesbeek: het minimalisme, het aandoenlijke ratjetoe in de voortent, de washokken, de kinderstemmen, de ondermaatse fietsjes waarop de gasten zich verplaatsten over het terrein, het afwassen.
Vooral het bed was een déja-vu. Ik heb geslapen zoals in tijden niet maar wel diagonaal. Ik ben geen wiskundige dus vraag me niet naar het verband maar er was iemand die ik die nacht heel erg miste. En meer nog die zondagochtend.

Goddank dus voor die eeuwige verliefdheden. Een mens moet tenslotte verder.