maandag 20 november 2017

Vakantie!

Het regent. In de hele vroege ochtend al, als ik er in bed naar lig te luisteren en later als ik op ben en nog later als ik op blijf, wat neerkomt op zo’n beetje heel deze vakantiedag.
Wat ik probeer, is niet te denken aan de collega’s thuis. Temeer omdat ik ze, áls ik aan ze denk, kan hóren gnuiven als ze vaststellen dat ik het niet getroffen heb.
Ik lees hier Het geweten der natie, een vuistdikke studie van de illegaliteit in het zuiden des lands na de bevrijding in september ’44. Ik doe dat omdat ik wil weten hoe wij uit de oorlog zijn gekomen en het tijdperk zijn ingegaan waarvan ik de komende twintig jaar beetje bij beetje, of zoveel beetjes meer als waartoe nakende kindsheid of geldtekort mij zullen dwingen - de geschiedenis ga schrijven. Ik heb dit, mijn magnum zowel als mijn solum opus ben ik bang, hier vast al eens eerder aangekondigd. U weet er al van.
Het is een veel te dik en veel te moeilijk boek voor in de vakantie dus ik dank Mijn Bezoek van gisteren op mijn blote knieën voor de Volkskrant van zaterdag.
Ik moet voorts bekennen voortdurend afgeleid – of liever: vérleid – te worden door fantasieën over een 1,93 meter lange volleybalster. Of dát iets is waar je in je vakantie op zit te wachten, weet ik niet. Het dwingt me in ieder geval om mezelf tien centimeter langer te fantaseren en dat kost me meer energie dan ik in mijn vakantie aan dagdromen kwijt wil zijn. Volgende keer kijk ik turnen voor ik vertrek.
In de Volkskrant een recensie van een boek dat ik deze week niet zal kunnen lezen omdat de dichtstbijzijnde boekwinkel 50 kilometer verderop zit en mijn auto vast in de modder van mijn oprit. Ik betwijfel of verlossing per trekker bij de huur of toeristenbelasting is inbegrepen. Ik stel dan ook voor dat ú het maar leest en mij erover vertelt als ik weer opduik in het zuiden des lands. Ik heb het over Hopeloos hoopvol. Bekentenissen van een postmoderne pelgrim. De schrijver is ene John D. Caputo, in de courant als filosoof betiteld maar daar wil ik vanaf zijn nu filosofen als paddenstoelen uit de grond schieten (ik doel hier niet op het jaargetijde of de vigerende vochtigheid. Ik bedoel het tijdsgewricht). Ik citeer de recensent: “Caputo’s originele, open, experimentele, beeldenstormende, vloeibare en verontrustende denken doorbreekt alle traditionele kaders van geloof en ongeloof, theïsme en atheïsme.” Het is echt waar het allerminstzeggende lapje tekst van de hele recensie maar het bevat alweer dat woordje “vloeibaar”, ik heb het hier al vaker opgedist. Vandaag strekt het mij tot troost. Als ik nu aan mijn collega’s denk, zie ik ze gistermiddag Sven Kramer voor de 434e keer kampioen van Nederland zien worden op de 10.000 kilometer, toen ik hier heerlijk liep te mijmeren in de bossen.



woensdag 1 november 2017

Preken is ons ding

Ik kan er moeilijk van afstammen natuurlijk maar ik heb toch het gevoel dat we familie zijn: