donderdag 22 december 2011

Straatnamen

Lange tijd hadden onze straten geen namen. We deden het met letters, A, B en C, waarmee we de 'wijken' Hoogeloon, Hapert en Casteren bedoelden en die in combinatie met een volgnummer de huisadressen vormden. 150 jaar lang hadden de letters voldaan. Tot 1955.
Toen kregen de straten namen.


De namen die ze grotendeels al hadden, welbeschouwd, niet in het bevolkingsregister of op straatnaamborden maar in het 'lokale spraakgebruik'. Door toepassing van algemeen principe I voor de straatnaamgeving in de gemeente Hoogeloon c.a. ('bestaande straatnamen, zo deze historisch verantwoord zijn'), werden ze geformaliseerd. In Hapert waren dat: Wijer, Loonseweg, Lemel, Provinciale Weg, Schoolstraat, Kerkstraat, Molenstraat, Ganzestaart, Dalem, De Pan, De Pals, Schouwberg, De Voort, Castersedijk, Kapelweg, Heikant en Den Heuvel.


De namen Lemel, Ganzestaart en De Voort, voldeden tevens aan algemeen principe II: 'Historische namen, voor zover deze niet meer gebruikt worden.' De naam Lemel was door een 'terzake kundige' aangetroffen in oude akten; ook Ganzestraat was historisch en door 'klinkerverschuiving' Ganzestaart (ook wel, zij het door meer dan klinkerverschuiving, Ganzestart) geworden; De Voort was door de deskundige teruggevoerd op het Indo-Germaans en betekende: doorwaadbare plaats. In 't Wagenbroeks Loopke in dit geval.


Algemeen principe III leverde maar één straatnaam op: Venweg. Het luidde: 'Naam van streek of akkercomplex waar de straat doorloopt.' De naam refereerde aan 'Het Ven'.


Algemeen principe IV: 'Naam die betrekking heeft op een of ander markant gebouw (nog aanwezig of verdwenen).' Molenstraat en Kerkstraat, vanzelfsprekend. Niet Schoolstraat, zoals je zou verwachten. Schoolstraat was de nette versie van het al bestaande Schoolpád (I). Ook: Kapelweg. Niet nog maar nét aanwezig, toen.


Algemeen principe IV: 'Namen die richting aangeven naar een gehucht of ander dorp.' Loonseweg. Castersedijk. Eerselsedijk.


Van de onvermijdelijke verdienstelijke personen (algemeen principe VI) hadden we er in 1955 in Hapert maar één: pater van den Elsen, naar wie de van den Elzenstraat werd genoemd, vandaag de dag de van den Elsenstraat.


Algemeen principe VII luidde: 'Namen van ter plaatse aanwezige bomen of struiken.' Lindestraat. Meer niet.


Algemeen principe VIII was bedoeld om het allemaal een beetje origineel te houden: 'Ontbreken alle voorgaande mogelijkheden dan kan men pas zijn toevlucht nemen tot vogel- en bloemennamen enz.' In later tijd is men in Hapert door zijn historie en lokale grootheden heengeraakt en heeft men inderdaad zijn toevlucht moeten nemen tot principe VIII: Lijsterstraat, Merelstraat, Leeuweriklaan. En dat men nog eens het halve heelal erbij zou slepen, hadden B&W zich in 1955 waarschijnlijk niet kunnen voorstellen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten