Van levensscholen had ik nog nooit gehoord. Als je ze googelt kom je erachter dat het rijk ze schaarde onder de noemer 'organisaties en instellingen ressorterende onder Afdeling VI Jeugdvorming en Volksontwikkeling'. Het zogenaamde Landelijk Curatorium Katholieke Levensscholen voor jongens en jongemannen werd in 1955 bedeeld met een rijkssubsidie van f 88.405,=. Dat geld werd verdeeld over 38 scholen, hoofdzakelijk in Brabant en Limburg.
Er was er ook een in Helden (L), voor jongens, waarvan het archief bewaard is gebleven. In de inventaris staat te lezen:
Het doel van de Katholieke Levensschool was de weerbaarheid van de jonge arbeiders in geestelijk, affectief en lichamelijk opzicht te verhogen door het geven van pedagogische begeleiding, zulks in overeenstemming met de katholieke levensovertuiging.Iemand schreef er een proefschrift over met deze titel: Mater Amabilis en Pater Fortis onder vuur: van katholieke levensscholen naar vormingswerk, 1947-1974.*
Het was een levensschool in die zin dat zaken onderricht werden, die voor de vorming van de jongens van belang zijn, maar vooral, omdat zij de jeugdigen wilden helpen een nieuwe, concrete levenssituatie aan te kunnen.
Het had iets intrigerends, het woord levensscholen. Nou weet ik het al wel.
Bij ons wilde de gemeenteraad eerst wel eens weten hoe het in Godsnaam mogelijk was dat allebei de scholen elders waren gevestigd, terwijl ze voor meer dan de helft werden bevolkt door jongens en meisjes van hier.
* Hélène Vossen, 1994
Geen opmerkingen:
Een reactie posten