zondag 27 oktober 2013

Mantelzorg

Een dag of tien geleden ontmoette ik in het archief in Den Bosch mejuffrouw Maria Latenstein van Voorst, geboren op 31 oktober 1870 te Alkmaar. Bij toeval. Als Kipmulder en Bladel er niet bij hadden gestaan zou ik haar niet hebben gezien.
Ze woonde niet bij Kipmulder, zoals de stukken aanvankelijk deden geloven - ik zag haar al zitten, op een stoel in de zon voor Ten Vorsel 1 - maar bij Nieuwenhuizen in Hoogeloon. Kipmulder, die familie had nabij Amersfoort, Maria's vorige woonplaats, heeft waarschijnlijk alleen gefungeerd als tussenpersoon.
Maria was lichamelijk en geestelijk gehandicapt. Toen in 1893 haar ouders overleden en de nalatenschap moest worden verdeeld, verzocht haar familie de rechtbank in Den Bosch om haar onder curatele te stellen. Daartoe diende te worden vastgesteld dat Maria niet in staat was voor 'zich en hare goederen zorg te dragen'. Zo weet ik van haar bestaan: een driekoppige delegatie reisde naar Hoogeloon om naar haar te gaan informeren. De substituut-griffier maakte proces-verbaal op. Heden hebben wij ons begeven teneinde te horen en ondervragen curanda.
Er moet meer zijn. Een testament, meer processtukken. Maar mijn vakantie zit erop. Bovendien zou ik naar Den Haag en Alkmaar moeten en is het onzeker of dat iets substantieels oplevert. Ik betwijfel of het er nog van komt.* Ik zie haar nu zitten in de zon op het erf bij Nieuwenhuizen, opgepast door hun andere kostganger, de stokoude meneer Bonga, kwijlend en wauwelend, gebiologeerd door een passerende tor, tevreden.
Drie jaar later overleed ze. Ook de oude meneer Bonga overleed. En Nieuwenhuizen senior.

* Natuurlijk ga ik naar Den Haag en Alkmaar. Wat moet een mens anders.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten