De Regtbank
Gezien de stukken
Gehoord den officier van Justitie in zijne conclusie strekkende tot verwijzing van den gedaagde bij verstek in eene geldboete van twee honderd gulden en in de kosten
Overwegende dat uit de ten processe overgeleijde hierna genoemde registers en mitsdien door wettige bewijsmiddelen wettig en overtuigend gebleken is, dat de gedaagde in zijne hoedanigheid voornoemd, eene kantschrijving bij de acte sub No 1 ingeschrevenen in het register van geboorten en eene kantschrijving bij de acte sub No 8 ingeschrevenen in het register van huwelijken over 1852 niet heeft geteekend en door partijen die de acten onderteekend hebben niet heeft laten teekenen en goedkeuren in strijd met de artt. 1 en 27 Burg. Wetb. luidende
art. 1b De acten zullen achter elkander in de registers worden ingeschreven zonder dat eenig wit vak tusschen beide zal mogen worden open gelaten
Al het geen mogt worden doorgehaald, tusschen beide of op den kant geschreven, zal moeten worden goedgekeurd, en, evenals de acte zelve geteekend worden, zullende niets bij verkorting of met cijfers mogen worden uitgedrukt
art 27 alinea 3. Ingeval van overtreding tegen de voorschriften van dezen titel begaan, kunnen die ambtenaren en bewaarders voor zooverre daartegen niet bij het wetboek van strafregt is voorzien, door de arrondissements regtbank worden verwezen in eene geldboete, niet te boven gaande de som van honderd gulden
Gezien mede artikel 854 Wetb. van Burgerlijke regtsvordering In naam des Konings regtdoende op het verleende verstek verwijst den gedaagde en defaillant in eene geldboete van twee gulden en in de kosten der procedure geliquideerd op drie gulden twee en veertig cents.
In de geboorteacte (een jongen, Evert Daneels, 7 januari*) staat een correctie, evenwel mét de door de wet vereiste signaturen. Dat zal dan wel later gebeurd zijn. Aan de huwelijksacte (Jacobus van Bijsterveld met Catharina van Steensel op 21 augustus) is niks te zien. Als hij de betrokkenen ook in dit geval pas na gerechtelijke correctie heeft laten tekenen moet hij toch wel een hele erge off-day hebben gehad. Had misschien iets met een wit vak te maken.
De boete had ook f 203,45 (zegge: enfin) kunnen zijn. Als ik het goed begrijp had de Officier van Justitie dat zelfs geëist. Dat was een jaarsalaris geweest.
Omissies als deze overkwamen ambtenaren van de BS overigens geregeld.**
* alleen in PDF, welke hier niet oploodbaar
** blijkens archief arrondissementsrechtbank Eindhoven (BHIC), invnr. 82
Geen opmerkingen:
Een reactie posten