Jacobus Josephus Arkesteijn, medio negentiende eeuw de senior
binnen de Bossche uitgeverij en drukkerij J.J. Arkesteijn & Zoon, uitgever van de locale krant en allerlei katholieks, werd
tegen het eind van zijn leven krankzinnig. Dat is de meest opzienbarende
conclusie die te trekken valt uit een brief van de Gouverneur van Noord-Brabant aan
de Staatsraad, Directeur van het Kabinet des Konings* en zo heel opzienbarend is die conclusie niet want hoe veel
liever ik ook met een ras-krankzinnige te doen heb (en hoeveel moeite het me ook
gekost heeft om het concept/archiefexemplaar te ontcijferen), het is waarschijnlijk
dat HEdGestr hier domweg ‘dement’ bedoelt (‘is in eenen staat van
krankzinnigheid vervallen’).
De gouverneur schreef dit omdat Arkestijn Zoon in 1849 Zijne gloedjenieuwe Majesteit Willem II had verzocht om hem de orde van de 'Eiken Kroon' toe te kennen**, om reden van het voltooien van de uitgave van het Woordenboek van Mannen en Vrouwen, naar het Fransch van de abt Francois Xavier de Feller, waarvan hij alle 25 delen mee opgezonden had naar Den Haag. Arkesteijn bedoelde dit:Deel 2. Alf-Aty (1829)
Deel 3. Aub-Bei (1829)
Deel 4. Bek-Bon (1830)
Deel 5. Boo-Bzo (1830)
Deel 6. Caa-Cha (1831)
Deel 7. Cha-Cra (1831)
Deel 8. Cre-Dum (1831
Deel 10. Fer-Gee (1832)
Deel 9. Dun-Fer (1832)
Deel 11. Gee-Hal (1833)
Deel 12. Ham-Izd (1833)
Deel 13. Jac-Lab (1834)
Deel 14. Lac-Loc (1835)
Deel 15. Lod-Map (1836)
Deel 16. Mar-Miz (1837)
Deel 17. Moa-Niz (1838)
Deel 18. Noa-Paz (1839)
Deel 19. Pea-Plu (1840)
Deel 20. Poc-Raz (1841)
Deel 21. Re-Roz (1842)
Deel 22. Rua-Ser (1845)
Deel 23. Ses-Top (1847)
Deel 24. Tor-Vul (1848)
Deel 25. Waa-Zyr (1848)
** orde van de Eikenkroon; sinds 1841
*** in het Frans helemaal: al sinds 1781 en groeide maar en groeide maar, ook nog na de dood van de abt in 1802
*** in het Frans helemaal: al sinds 1781 en groeide maar en groeide maar, ook nog na de dood van de abt in 1802
**** in 1851 verschenen nog twee supplementen (A-L en M-Z)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten