Het gaat niet over de abdij:
Ons is het er vooral over te doen verklaringen over het dorp zelf te geven, in verband met wat wij er te zien en te horen kregen, of die we hier en daar vermeld of romantisch aangedikt vonden.Het gaat zelfs niet alleen over het dorp. Ook het gebied (heide) eromheen komt aan bod, tot bij ons aan toe. Ik moest het toch maar es lezen.
Het pastoorke heeft veel achter zijn schrijftafel gezeten. Niet alleen schreef hij streekhistorische boeken, hij schreef ook gedichten, toneelstukken, opwekkingsliteratuur ('opwekking tot Godsvrucht'), vanzelfsprekend ook preken, hij 'bewerkte' buitenlandse boeken en hij schreef over zijn tour of duty als missiepater in Kongo. Plus een werkje dat heette: Eucharistisch Leven, God met ons, God voor ons, God in ons; Ascetische, Theologische, Historische en Liturgische Verhandelingen over het Eucharistisch Offer en Sacrament. De pers omschreef het als een 'miniatuur-Summa, een soort encyclopedie van alles wat betrekking heeft op de H. Eucharistie.'
Ten gebruike van 'priester en leek'. Het verscheen voor het eerst in 1924 en een jaar later stond er al een tweede druk op stapel***. Slechts een steenworp van de Nederlandse grens woonachtig en werkzaam, is het begrijpelijk dat het pastoorke zijn 'procurator' Noots**** verzocht om van hogerhand een aanbeveling af te smeken*****:
In Holland is nog weinig voor het werk gedaan. Nu zou ik gaarne daar meer propaganda maken voor de tweede editie (..), en een enkel woordje, een paar zinnen slechts van Zijn Eminentie hebben, in den aard van het briefje van Mgr. Heylen, dat er van voor in staat en Z. Hgw. op mijn voorstel seffens onderteekende.Zowel zijn procurator als de hogere eminentie waren hem terwille en het pastoorke gevoelde zich 'verpletterd onder den plicht van dankbaarheid':
Gewaardig, Eminentie, mij te verontschuldigen Zijne Eminentie te hebben durven lastig vallen, en de verzekering te aanvaarden der erkentelijkste gevoelens van Zijner Eminentie den allerootmoedigsten dienaar
Wat ik niet zo goed begrijp aan mijn in loco verkregen editie van Postele op ter Heyden, om daarmee te besluiten, is de aftekening aan het eind van de inleiding:
Edmond van den Bergh overleed op 23 mei 1962 en is mijn Romeins nou zo slecht of staat daar 1983?
* Facsimile herdruk, de derde uit 1983;
** pastoorke. Gisteren wilde ik een link traceren vanaf de website van Herman Franke en werd erop gewezen dat ik een 'dode link' wilde opvolgen. Ik heb het niet zo op die linken. Linken hebben het eeuwige leven niet. Vandaar maar even dit: Nationaal Biografisch Woordenboek, deel III, 75-78
*** door het 'Eucharistisch Bureau van Tongerloo'
**** Albertus Hubertus Noots (1884-1967). Was procurator van de orde der Norbertijnen in Rome, zaakgelastigde o.i.d. naar ik aanneem
***** brieven van den Bergh aan procurator Noots, archief kardinaal van Rossum, KDC Nijmegen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten