De geallieerde troepen brachten in 1945 materiaal mee, dat wij hier niet of nauwelijks kenden en dat behalve voor oorlogsdoeleinden ook voor cultuurtechnische werken grote betekenis had. De bulldozers en tournadozers, de traxivators en scrapers, alle in verschillende grootte en typen waren evenvele nieuwigheden, waar de cultuurtechnicus aanvankelijk enigszins vreemd tegenover stond. Waren wij voorheen gewend geweest om grotere ontginningswerken uit te voeren met spade en kruiwagen, met draagbaar spoor en kipkarren en wanneer men het eens spectaculair wilde maken met montania’s en loco’s, het plotseling confronteren met nieuwe werktuigen en machines had een revolutie in de cultuurtechnische activiteit tengevolge.
De revolutie ten spijt lagen na de oorlog
nog tal van werken onvoltooid te wachten op verdere afwikkeling. Slechts talloze kleinere boerenwerkobjecten, die een zeer verdienstelijke bijdrage vormden om aan tal van jonge lieden uit de meest uiteenlopende milieu’s en beroepen gelegenheid te bieden uit de (ab)normale maatschappij te verdwijnen, waren zonder enige vertraging uitgevoerd.
* A.H. Crijns (red.): Landbouwverslag voor het Noord Brabantse Zandgebied 1954
Geen opmerkingen:
Een reactie posten