zondag 8 juli 2018

Smoes

Gisterochtend geen Abdullah. Om elf uur had hij bij mij moeten zijn voor zijn wekelijkse taalles. Om kwart over elf liep ik naar beneden en belde aan. Thuis was hij ook niet.
Dan maar een keer niet, overwoog ik, ik app hem van de week wel. Het kwam me wel goed uit ook. Kon ik mooi het Brakman-Vestdijk-brievenboek uitlezen. Het ligt al zes weken op de grond naast de bank, 160 pagina's och arm. Heb er al twee keer omheen moeten stofzuigen.
Gisteravond wel degelijk een Abdullah. Ik had het idee dat ik laat thuis was maar niemand sliep nog. Muziek van de kant van de markt, gelach en gepraat van om de hoek, in de woning van Abdullah groot licht en veel volk. Ik dacht al dat hij me gezien had toen ik aan kwam rijden, er gaat hier geen auto voorbij of Abdullah registreert hem. Hij kwam naar buiten gelopen en bood zijn excuses aan. Hij had bij vrienden geslapen in Eindhoven, er waren feesten en gezelligheid geweest, zijn taalles was hij glad vergeten. Ik stelde hem gerust, maakt nie uit, volgende week beter. Hij luisterde amper, lachtte, praatte me bij over zijn week (de baan in Tilburg gaat niet door, te weinig groeikansen) en nodigde me uit om iets te komen meevieren met hem en zijn vrienden, wat weet ik niet, zoals steeds als hij op zijn gemak is, praatte hij veel te vlug, vakantie misschien, is er vakantie? 
Ik verzon een smoes want ik feest niet, iets wat ik lang niet heb hoeven doen, een smoes verzinnen. Dat Syrische feestbeest denkt zeker dat alle Nederlanders hetzelfde zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten