zondag 17 juli 2016

Orion in het knollenveld. De straatnamen in de Hapertse Raepewijer

Op 16 augustus 1970 stelde de raad van de gemeente Hoogeloon c.a. het bestemmingsplan ‘De Raepewijer’ vast. Het plan was feitelijk een gedeeltelijke herziening van het eerder vastgestelde uitbreidingsplan ‘Kom Hapert’. Klinkt niet zo groot, ‘gedeeltelijke herziening’ maar het ging bij deze nieuwe wijk om een uitbreiding van formaat.
Uit de stukken blijkt dat de naam ‘Raepewijer’ moest herinneren aan het voormalige agrarische karakter van het gebied. De exacte betekenis van het woord wordt niet gegeven. Ik weet het niet helemaal zeker en wie het weet mag het zeggen maar ik zou denken dat ‘Raepewijer’ een sjieke naam is voor... knollenveld.
Al eerder dat jaar was men in het gemeentehuis aan het nadenken gegaan over de straatnamen in de nieuwe wijk. Het ging om twaalf straten en de gedachten gingen uit naar het thema ‘hemellichamen en sterrenbeelden’, een eind verwijderd weliswaar van de boerentraditie maar passend bij een moderne, twintigste-eeuwse wijk. Ambtenaar van de Burgerlijke Stand Hoskens kreeg opdracht zich in de materie te verdiepen.
Op 6 februari was hij eruit. Een lijst met 25 hemellichamen lag ter tafel waarvan er vijftien de voorkeur genoten. Welke dat waren is niet meer te achterhalen. Het doet er ook niet toe want toen de shortlist van vijftien twee weken later werd behandeld in de gemeenteraad, ging het mis.
Het raadslid De Wal was van mening dat hemellichamen en sterrenbeelden niet pasten in ons dorp, hoe hip ze ook waren. Dat soort straatnamen hoorden in de stad, ‘omdat men aldaar door de voorraad historische straatnamen heen is’. We moesten het doen zoals we het in de Molenwijk hadden gedaan. Daar waren de straten genoemd naar onderdelen van een molen, wat logisch en natuurlijk was, want er stond er een. In de Raepewijer moesten we dus gaan voor straatnamen die waren afgeleid van het ‘destijds agrarische karakter van deze streek’. En als het college daar niet voor voelde dan moest het volk worden geraadpleegd maar asjeblief geen planeten en sterren. Met planeten en sterren bracht je de bewoners in verlegenheid. Stel dat je woonde in de Raepewijer en er werd je gevraagd naar je woonplaats, dan moest je dus zoiets antwoorden als “ik woon in de Gemini in de Raepewijer”.
Burgemeester Wouters was het om het even. Als de mensen maar een ‘nette straatnaam’ kregen. Hijzelf had een lichte voorkeur voor historische namen. Als je die liet terugkomen in de straatnamen stelde je de historie als het ware een klein beetje veilig voor de toekomst. 
De raad reageerde terughoudend dus stelde de burgemeester voor om de hemellichamen terug te nemen en iets nieuws te verzinnen. Maar wethouder van der Heijst verzette zich daartegen. Hij wilde de hemellichamen niet zomaar laten ‘kelderen’ en vond een medestander in zijn collega Van Hoof. Wat De Wal beweerde was onzin. Hemellichamen pasten net zo goed in een dorp als in de stad. Hij wilde dat er gestemd zou worden voordat het voorstel zou worden teruggetrokken.
Aldus geschiedde, met dit resultaat: een overgrote meerderheid koos voor de historie maar als het college erop stond dan mochten het ook wel hemellichamen worden. Ze vonden het stiekem wel iets hebben, die hemellichamen.
Niettemin beschouwde het college de hemellichamen als gekelderd en ging het broeden op historische namen. ‘Helemaal voor niets gewerkt’, noteerde de gemeentesecretaris op het raadsvoorstel.
Om niet nog eens het risico te lopen voor niets te werken, kwamen burgemeester en wethouders in het nieuwe voorstel met een drietal opties. De gemeenteraad moest dan zelf maar kiezen.
Bovenaan op het lijstje stonden, toch weer, de hemellichamen en sterrenbeelden: Planetenlaan, Orion, Melkweg, Boogschutter, Libra, Corvus, Mira, Zonnehoek, Schorpioen, Steenbok, Pluto, Neptunus, Mars, Saturnus, Jupiter, Venus en Halve Maan.
De tweede optie luidde: ‘gebruiksvoorwerpen enz. rond de boerderij’: Kouter, Rister, Voorschaar, Ploegbalk, Haamklippel, Trog, Standvink, Rakelhout, Stoof, Boterstand, Spinnewiel, Zeisboom, Dorsvlegel, Karrewiel, Wan, Gaffel, Zicht.
Of de raad kon kiezen voor: ‘namen van onkruidplanten en namen gebonden aan het gebied Raepewijer’: Boterbloem, Ganzetong, Scheerling, Paardebloem, Driesbloemkes, Distel, Herik, Hoefblad, Melkdistel, Akkerwinde, Melde, Wilgebloem, Zonnedauw, Herderstasje, den Hurk, de Schutsboom, Kerkeveld.
Optie 3, het onkruid, kwam niet eens door het vooroverleg* zodat alleen nog de sterrenhemel en de boerderij overbleven. De laatste won het uiteindelijk met 6 tegen 4 stemmen. Een keuze, zij het nipt, voor traditie en degelijkheid en tegen moderniteit en stadse fratsen. Exit hemellichamen en sterrenbeelden.
Een tijdlang gebeurde er niets. Of niets: het knollenveld werd bouwrijp gemaakt, er werd begonnen met de bouw van de eerste 25 woningen en de toekomstige bewoners werden geinformeerd over de namen van hun straten. Een van hen was de heer Menting, leraar te Veldhoven.
Menting was meegedeeld, dat de straat waarin hij zou komen wonen de naam ‘Trog’ had gekregen. ‘Deze naam’, zo liet hij weten aan de leden van de gemeenteraad, ‘klinkt mij beslist niet prettig in de oren. Wetende de betekenis van Trog** doet mij het verzoek tot u richten een andere naam te kiezen voor het modern opgezette plan van Hapert en uw raadsbesluit te herzien.’ 
Als het aan Menting lag, ging niet alleen de trog maar de hele boerderij eruit. Dat kon je een mens toch niet aandoen? Ik woon in de Trog in de Raepewijer... Had de raad destijds niet gedacht aan hemellichamen? En waren die niet veel leuker dan haamklippels, kouters en risters? Waarom daar niet alsnog voor gekozen?
Menting kreeg zijn zijn. Op 21 december besloot de raad, unaniem en zonder veel omhaal tot hemellichamen en sterrenbeelden. Volgens de Kempenaer had de burgemeester nooit veel opgehad met de agrarische gebruiksvoorwerpen en had het raadslid De Wal er nooit voor gekozen als hij had geweten wat er uit de bus zou komen...
Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. De nieuwe en definitieve namen luidden: Planetenlaan, Venus, Mira, Jupiter, Saturnus, Orion, Mars, Neptunus, Pluto, Melkweg, Boogschutter, Wega, Libra, Mercurius en Corvus.
De Trog werd uiteindelijk de Orion.***


* Het is echter nooit helemaal vergaan. Een aantal van de hier voorgestelde namen zou een paar jaar later alsnog gebruikt worden in de wijk De Hoeven.
** Van Dale: ‘etensbak voor de varkens’.
*** Dit verhaal verscheen eerder in het jaarboek-2015 van Pladella Villa.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten