zondag 25 mei 2014

Dingena Dingen




Rosmalen, 2 Mei 1882

Den Heer Burgemeester te Bladel



Naar aanleiding uwer missive dto 29 April jl No 146 hebben wij de eer U de noodige stukken toetezenden vereischt tot verpleging van Dingena Dingen Weduwe J. van Rooij, – met beleefd verzoek hierop met voegzamen spoed te willen orde stellen.

Betreffende den verderen inhoud dier missive behoudt zich het Bestuur zijne nadere beslissing voor tot na de benoeming van den curator, - en den verkoop der vaste goederen.
Vooralsnog ziet men geen noodzakelijkheid in om nog reiskosten te gaan maken voor eene questie, die aan de Inrigting reeds schade genoeg berokkend heeft. Met eenige welwillendheid en meerdere medewerking van den kant des Gemeentebestuurs had men reeds veel vroeger tot den thans genomen maatregel moeten overgaan, in stede van de zaak op de lange baan te schuiven. –
De overtuiging, dat de arme vrouw toch onvermogend was om de verpleegkosten te betalen, zal bij het Gemeentebestuur toch niet zoo eensklaps helder zijn geworden; - daarom had het Bestuur der Inrigting alle regt te verwachten dat men reeds veel vroeger hare aanspraak op vergoeding van verpleegkosten zou gebillijkt hebben
In hoeverre hier onwil of welke andere drijfveer in ’t spel is geweest, laten wij liever in ’t midden; het Bestuur zal evenwel ter gelegener tijd, hare regten nog doen gelden.

De Directeur
Pompe

Het is niet zo heel makkelijk uit te maken, maar wat ik vermoed dat hier aan de hand was, was dit: Dingena Dingen moet tegen de zin van het gemeentebestuur zijn opgenomen in Coudewater te Rosmalen, het wilde althans niet opdraaien voor de verpleegkosten, omdat men Dingena niet voor onvermogend en zichzelf derhalve niet voor ondertandsplichtig hield. Dingena had waarschijnlijk al enige tijd vertoeft te Coudewater, ten laste van de inrichting. 
Zo rond de 29e had men te Bladel ingezien dat Dingena wel degelijk armlastig was en vreesde men met terugwerkende kracht voor d'r te moeten dokken. En inderdaad laat Pompe hier weten, dat hij van plan is nog met een declaratie te komen. Overleg hierover te Bladel acht hij overbodig.
Helemáál ongelijk schijnt het gemeentebestuur toch ook weer niet te hebben gehad. Dingena was niet zonder 'vaste' goederen. Misschien heeft men Pompe aanvankelijk doorverwezen naar de notaris. Moeilijk te zeggen.
De brief van 29 april is verloren.*


* alsook de bijlagen bij deze. Gemeentearchief Bladel, invnr. 1890

Geen opmerkingen:

Een reactie posten