woensdag 1 januari 2014

Gesticht

Op zeker moment in de zomer van 1870 ging de 24-jarige zoon van boer NN uit Hapert door het lint. Burgemeester Luijten zag zich genoodzaakt dokter Cools uit Eersel erbij te roepen. Deze oordeelde dat de jongen krankzinnig was. Op de vierde juli van dat jaar verzocht de burgemeester de rechtbank in Eindhoven om hem te laten opnemen in een krankzinnigengesticht. De patient was ‘zeer gevaarlijk’ voor 'buren en gemeentenaren' en moest permanent bewaakt worden. Twee dagen later al gaf de rechter toestemming maar tot opname kwam het niet. Op de tiende hoefde het ineens niet meer:

By dezen heb ik de eer UEA. mede te delen, dat de persoon van NN voor wien ter zake van krankzinnigheid door de Arrondissements rechtbank te Eindhoven bij dispositie dd 6 Juli 1870 machtiging is verleend om hem in het geneeskundig Gesticht voor krankzinnigen te ’s Bosch te verplegen, thans bijna geheel en al gebeterd is en mitsdien zijn toestand zoo bij mijn eigen overtuiging als van die der buren, noch voor hem, noch voor zijn buren gevaarlijk kan worden geacht, zoo wil zijn vader hem maar te huis houden; doch mocht zijn toestand slechter worden ik onmiddelijk tot het plaatsen in een gesticht zal overgaan.*



* RHCe, gemeentearchief Hoogeloon c.a., correspondentieregister burgemeester

Geen opmerkingen:

Een reactie posten