vrijdag 31 mei 2013

Zorg

Uit de Groot Eindhoven van deze week en de rubriek daarin Eindhoven Dichterbij, zijnde dit tweede Eindhoven de municipaliteit:
Ook voor 2014 doorloopt de gemeente Eindhoven een offertetraject voor het Sociaal Domein. Het doel is te komen tot één integraal afgestemd pakket, dat aansluit bij de doelstellingen van het Sociaal Domein en bij de uitgangspunten van Wijeindhoven.Onder de Opdracht Sociaal Domein 2014 vallen: Welzijn, Maatschappelijke Zorg, Jeugd & Onderwijs, Zorg en Inkomen, Veiligheid, Gebiedsontwikkeling en de breedtekant van Sport & Bewegen en Kunst & Cultuur.
Met '2014' is hier niet een reële spanne tijds bedoeld waarin de gemeente een offertetraject doorloopt. Nee, 2014 is hier een boekhoudkundige spanne tijds, een tijdséénheid, gekoppeld aan een beleidsthema. Vandaar het voorzetsel 'voor'. 
Het is ook niet de gemeente die een 'offertetraject' doorloopt. Dat doen de inschrijvers. Het jargon - hoewel huis aan huis verspreid -  is aan hen gericht. De gemeente is de instantie die het traject uitzet.





woensdag 29 mei 2013

Groeten: Sand Dollar



Beste Mevr. Heerma, Wilt U deze kaart bewaren. Ik neem een paar van deze Sand Dollars mee. Het is hier mooi weer laatste tijd. Dit weekend heb ik me bekwaamd in het "clam diggen". Heel leuk, hoor. 14 mei komt m'n boot aan (Als ie aankomt).Over Twee weken vertrek ik naar New York per bus (!) Om dood te gaan. tot ziens en de groeten aan MeneerTheo.
Verzonden uit Seattle, Washington.

vrijdag 24 mei 2013

Properly constructed


Dit is het ex-libris van mevrouw Hermine Spanjaard. Ik heb eens gekeken op www en gevonden dat zij de dochter zou kunnen zijn van de textielfabrikant Jacob Karel Spanjaard (1876-1960) en diens echtgenote Dina Elisabeth Hermina Wertheim (1881-1946). Zij trouwden in Arnhem in 1907 en kregen hunne Hermine een jaar later in Borne, denk ik, want daar woonden ze (in de villa in de Spoorstraat). Jacob Karel reisde veel heet het ergens*, was muzikaal, bezocht theaters en las de literatuur. Nou, dan kan ze 't wezen, Hermine**: het ex-libris is afkomstig uit de Tauchnitz-editie van het werk Elizabeth and her German Garden***  van de Countess von Arnim-Schlagentin, dat koud opengeslagen al begint te zingen: 


En dat beest in die boom: in verre landen schijnt het voor te komen. Of is het een symbool?

Die zin over die uilen gaat als volgt verder: '... becomes a properly constructed German she-owl.'



http://www.stolpersteine-borne.nl/de_familie_spanjaard-2.htm
** over wie ik op het www voor het overige geen jota kon vinden. Wel stootte ik op een foto van de cover van een boek over Twentsche fabrikanten, waar Hermine ongetwijfeld prominent in voorkomt en waarvan ik zeker weet dat ik het nog ergens heb liggen, of gehad heb. Ze overleefde de oorlog, blijkens http://stadsarchief.amsterdam.nl/english/archives_database/inventaris/30806.en.html, waar ook een foto van Hermine berust uit 1909.
*** 1900

zondag 19 mei 2013

Eerste les




De berisper is burgemeester Panken geweest. Kan dus in Duizel, Steensel, Hapert, Hoogeloon of Casteren gebeurd zijn. Misschien was het Antonius (1889). Werd in 1914 hulponderwijzer in Duizel. Vader was hoofdonderwijzer in Riethoven.

Helga Hipp


Omdat ik om half zes was opgestaan om, in additie op de vijf uren van gisteravond en na een korte nacht op de bank, het inkopen van boeken op de Meimarkt bij daglicht te hervatten en bij thuiskomst wilde slapen, ben ik een oud nummer van Ons Erfdeel* gaan lezen. Daarin las ik dat Helga Hipp** was overleden.

Helga Hipp was een 'veelzijdig taalgeleerde' (ze studeerde universitair af in het complete talige gedeelte van het Nederlandse middelbare pretpakket, dat wil zeggen al gauw een keer of 4 + Scandinavisch), die zich, na professioneel wat van de wereld (oostkant) te zijn gaan zien, aan de universiteit van Leipzig toelegde op het Nederlands: haar 'wetenschappelijke belangstelling' was van het Duits in die richting verschoven. Dat soort geistliche reallocatie kon je unterlaufen in de jaren 80, zonder dat het je broodwinning noemenswaardige schade toebracht. Ze bracht het tot hoogleraar in de Niederlandistik en publiceerde over Lode Zielens en Elisabeth Augustin
In de wetenschappelijke wereld werd ze gewaardeerd om haar voorzichtige en genuanceerde stellingname. Is ook te waarderen natuurlijk. Ze was daarentegen 'taai' en 'vasthoudend' waar het de instandhouding na de Wende van het Nederlands aan de Leipziger Uni betrof ('moeilijke en onzekere periode, waarin het personeelsbestand werd gedecimeerd en talloze vakken en zelfs vakgroepen werden opgeheven'). Dat vind ik dan weer minder: voorbij is voorbij. Dan maar opnieuw verschuiven. Dat kennis van het Nederlands ‘een belangrijke troef kon zijn voor de jongeren in het nieuwe Duitsland’, kan Helga in heur hart onmogelijk geloofd hebben. Dat kon ook toen alleen maar andersom gegolden hebben.

Het bericht eindigt als volgt:
Op een septemberavond in een Antwerps restaurant (..) vertelde ze me over een - als ik me goed herinner - Noordse gewoonte om een gezellig samenzijn met vrienden met een lange stilte af te sluiten. ‘Dan kan je je rustig realiseren’, zei ze, ‘hoe aangenaam het wel is geweest.’
Dat is sympathiek. Zelf laste ik die stiltes van het begin af aan al in. Als ik me goed herinner.




* jaargang 39 (1996), nr. 5, p. 783-784
** 1934-1996


zaterdag 18 mei 2013

Boekverkopers (6)














Onverkocht gelezen: Juli Zeh

Ik sla de krant open - enfin: de boekenbijlage* - en wat zie ik op pagina 12: Juli Zeh:
Juli Zeh (1974) is een succesvolle auteur die in hoog tempo met literaire prijzen bekroonde romans schrijft. Ze is juriste (..), ze is slim, geestig en wel ter tale en treedt geregeld op in serieuzere televisieprogramma's (..) zoals Das Philosophische Quartett (dat desondanks inmiddels ter ziele is) waar ze moeiteloos haar mannetje staat.
En nu komt het:
Hoewel ze een mooie loopbaan had kunnen hebben in het recht, heeft ze gekozen voor het onzekere bestaan van schrijfster, en tot nu toe met succes. Haar romans worden niet alleen bekroond maar ook gelezen en in vele talen vertaald.
Ergo goed verkocht? In mijn hoekje van de wereldwijde boekhandelarij - nano, toegegeven en enkel papier - is er nog nooit een Juli Zeh over de toonbank gegaan. Als het kleine het grote in deze weerspiegelt - en dat wil ik wel eens denken, het kleine zijnde - dan kan het niet anders of alleen de leden ván en de kijkers náár het Filosofisch Kwartet werpen ooit een blik in een Juli Zeh en die zijn nu ter ziele.

Het is vooral dat ontbreken van de euries dat me stoort aan bekroond, vertaald, gelezen = succesauteur. Hoor hier recensente: geen mens leest Juli Zeh mens! Juli Zeh = 5 euro inclusief verzending, hooguit! Juli Zeh, dat is de eurobak! Niks succesauteur! Carol Drinkwater is een succesauteur. Die wordt behalve bekroond, vertaald en gelezen ook verkocht. Of Hilary Mantel. Of Kate Summerscale. Of Annie M.G. Schmidt. Of Francine Oomen (Julia Franck misschien, uit het land van Zeh, Charlotte Roche een tijdje terug heel even). Auteurs die je droog houdt. Juli Zeh: daar gooi je hooguit een zeiltje overheen.**

* NRC, 17 mei 2013
** "Ik heb niet alle boeken van Juli Zeh gelezen", bekent recensente even verderop. Misschien is het in andere Juli Zeh's wel anders, aarzelt ze, maar in deze is het een bloedeloze bedoening: "De personages komen te weinig tot leven, het staketsel van de vorm steekt overal doorheen." Ik had minder snel naar de pen moeten grijpen. Kun je nagaan hoe hoog die Zeh mij zit. Het was rechtzetten om te kunnen omkegelen. Drie sterren voor Juli Zeh. In de boekenbijlage is dat voor de moeite: "Literatuur zou meer moeten durven en minder op een mooie meccanodoos moeten lijken."



woensdag 15 mei 2013

Het niet

Op 11 juni 1859 overleed Klemens Prins von Metternich, de man - diplomaat, Oostenrijk - die in 14-15 (18) de pre-revolutionaire politieke en maatschappelijke orde herstelde en een evenwicht creëerde tussen de toenmalige grootmachten dat garant zou staan voor 30 jaar vrede in Europa, eentje dus, die het weten kon als je het had over al die stelsels en ismen van vandaag de dag - september '59 (18) - hier in Brabant net zo goed als ergens anders:
(..) uit het liberalisme, dat den geest van onafhankelijkheid en vijandigheid tegen het gezag daarstelt, is het radicalisme voortgesproten; uit het radicalisme het communisme en uit het communisme vloeit het socialisme voort. En thans komen wij aan het einde der beweging. 't Is bewezen dat na het socialisme niets meer bestaat dan de anarchie, dat is de verwoesting der maatschappij of het niet.
Aldus de Prins/Noordbrabanter.* Ismen waren de bedenksels van 'partijgeesten en mannen van wanorde'. Niks werd. In 's prinsen jeugd had je al Kantisme, hij had hem persoonlijk gekend en ook Fichte, die daarna kwam en de weg vrijmaakte voor Schelling, asjeblief zeg, die ons Hegel bracht en chaos en lammenisme, wat je niet eens wijsbegeerte kon noemen: lammenisme is: 'het niet'.

't Gezond verstand en anders niet, zo 's Prinsen leus.




* 15 september 1859, verreweg de eerste vermelding van de term anarchie in de historische kranten van de KB, in de Noordbrabanter nog wel.

donderdag 9 mei 2013

woensdag 8 mei 2013

Ruim spoedig alle oude kippen op (1940)


Uit de krant, net na het uitbreken van de oorlog*:
STAND VAN DEN LANDBOUW IN DE KEMPEN

Men schrijft ons uit de Kempische dorpen, aangaande de stand der landbouwgewassen het volgende:
De stand der gewassen is dit jaar over het geheel genomen, vrij goed te noemen.
De winterrogge, niettegenstaande den langdurigen fellen winter gepaard met hoogen waterstand, heeft veel te lijden gehad. De opbrengst is echter nog meevallend. Van sommige lage perceelen is echter niet veel terecht gekomen. Wegens het laat invallen van den dooi en de daarop invallende regenperiode, bleef het land hier te drassig om op deze perceelen haver in te zaaien. De niet-wintervastheid van vele varieteiten tarwe de vorige winter ondervonden, heeft ertoe geleid minder uit te zaaien. Toch ziet men hier en daar nog prachtige velden met dit gewas. De zomergerst, ook dit jaar vooral door den kleinen boer uitgezaaid, is goed.
Wat betreft de haver, welke altijd nog een voorname plaats inneemt, kan gezegd worden, dat deze, aangezien het beginstadium, nog reusachtig meevalt. De nog juist bijtijds gevallen regen heeft hier nog veel goed gemaakt. Men ziet in de Kempen prachtige velden haver o.a. op “De Pan” te Hapert. Het tijdig aankoopen van kalkstikstof in verband met de in uitzicht gestelde schaarschte van dit product, heeft ook aanleiding gegeven deze onkruidbestrijdende meststof tijdig en nog al veelvuldig aan te wenden.
De zomertarwe, thans veelvuldig, in verband met broodgraanvoorziening, uitgezaaid, alhoewel iets korter van stroo, kan over de geheele linie goed genoemd worden. Jammer genoeg zagen we hierin op sommige plaatsen nog wat onkruid. Zelfs nog een proefveld R.K.J.B. waar goudbloem, herik en korenbloem een rijke kleurschakeering boden.
De erwten zijn dit jaar niet zooals voorgaande jaren de gewone velderwt, zoowel als de gecontracteerde, geven niet die opbrengst, die er van verwacht werd. Deze zijn reeds geoogst en het vrijgekomen land met eiwitrijke gewassen bezaaid of beplant.
De maisteelt heeft in de Kempen, mede in acht genomen het feit, dat de opbrengst vorige oogst niet behoefde ingeschreven te worden, flink opgang gemaakt.
Vele hectaren zijn ook dit jaar met dezelfde veronderstelling uitgezaaid. De stand is goed, op vele perceelen zelfs zeer goed; dank zij de goede verzorging, die den Kempischen boer steeds aan iedere nieuwe cultuur besteed.
Van de te velde staande aardappelen zal de stand wel zoowat normaal zijn. Men treft goede perceelen aan, maar ook op de lage veldjes soms een misgewas.
De mangels staan over het algemeen zeer goed. Hier en daar was in het begin nogal vreterij van bietenvlieg of koperworm. Bovendien deed een hagelbui over een straal van 1 K.M. van West naar Oost op sommige dorpen nogal wat schade. Nu zijn ze echter weer over alles heen.
Het grasland was dit jaar ook beter dan het vorige; was bijvoeren in 1939 noodzakelijk, dit jaar zagen we weer veel boeren met hooi rijden. De weilanden geven voor het vee thans veel goed gras. De tijdige regenval, telkens gepaard met warmte, tooverde in enkele dagen een prachtig weidekleed van witte klaverbloempjes.
De prijs der melk was tijdens den weidetijd goed, thans is deze zeer goed.
Mond- en klauwzeer kwam gedurende dit seizoen sporadisch voor. De prijzen der biggen waren in tegenstelling der vette varkens abnormaal hoog.
Wat den paardenhandel betreft, deze was in het voorjaar zoowat als in andere jaren, maar tijdens de maanden Mei-Juni zag men hierin, tengevolge van den oorlog, zulk een gedrijvigheid en een oplooping van prijzen om even te rillen. Thans heeft de handel zich echter op een stabieler niveau gezet.
De kippenhouderij, een voornaam iets voor onze boeren, was bij oordeelkundige voeding en verpleging nog wat loonend. Doch bij het nijpend voedergebrek, zal deze bron van inkomen niet winstgevend blijven. Ruim spoedig alle oude kippen op.
Het stroo bleef grootendeels in eigen land vanwege de hooivorderingen elders door het Ned. Leger gedurende den mobilisatie. Het gold 12 à 14 gulden per duizend kilo voor rogge-, terwijl men voor goed havervoerstroo rondom 20 gulden per ton kreeg.
Alles bij elkaar genomen, kan men de volgende conclusie trekken:
Dat het jaar 1940 landbouwkundig bekeken voor onze boeren nog zoo slecht niet is tot op heden. Hoopvol en vertrouwend gaat de Kempische boer den nieuwen oogst, die te rijpen staat tegemoet, opziende naar Hem die alles weet en ons in de dagen die achter ons liggen zichtbaar beschermde.
Het stuk is geschreven door mijn ome Miel, die elke zomer de fiets pakte en ging kijken hoe het er voor stond op de akkers. Van zijn bevindingen deed hij verslag op de krant, waar ze schreven 'aangezien het beginstadium' als hij zei: 'navennant-ie net begonnen is'. Ome Miel was sigarenmaker, had het land aan boeren en kwam nooit in de kerk.
Mangels zijn voederbietenkoperwormen larven van kniptorren, ook wel ritnaalden geheten; de RKJB was de Rooms Katholieke Jonge Boerenstand, een onderafdeling van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond, later samen met de Boerinnen Jeugd Bond opgegaan in de KPJ (Katholieke Plattelands Jongeren); mond- en klauwzeer had je even in Hulsel, in maart, meer niet. De havervelden op de Pan zijn voorgoed verdwenen en ook, nagenoeg, de tarwe, het stroo, het paard, het RK, God, de Kempische boer en de erwten.
Gebleven zijn de maïs en de kippen, oorlog of geen oorlog.


* Eindhovensche en Meierijsche courant: dagblad voor Eindhoven en Noordbrabant, 27 juli 1940