zondag 19 mei 2013

Helga Hipp


Omdat ik om half zes was opgestaan om, in additie op de vijf uren van gisteravond en na een korte nacht op de bank, het inkopen van boeken op de Meimarkt bij daglicht te hervatten en bij thuiskomst wilde slapen, ben ik een oud nummer van Ons Erfdeel* gaan lezen. Daarin las ik dat Helga Hipp** was overleden.

Helga Hipp was een 'veelzijdig taalgeleerde' (ze studeerde universitair af in het complete talige gedeelte van het Nederlandse middelbare pretpakket, dat wil zeggen al gauw een keer of 4 + Scandinavisch), die zich, na professioneel wat van de wereld (oostkant) te zijn gaan zien, aan de universiteit van Leipzig toelegde op het Nederlands: haar 'wetenschappelijke belangstelling' was van het Duits in die richting verschoven. Dat soort geistliche reallocatie kon je unterlaufen in de jaren 80, zonder dat het je broodwinning noemenswaardige schade toebracht. Ze bracht het tot hoogleraar in de Niederlandistik en publiceerde over Lode Zielens en Elisabeth Augustin
In de wetenschappelijke wereld werd ze gewaardeerd om haar voorzichtige en genuanceerde stellingname. Is ook te waarderen natuurlijk. Ze was daarentegen 'taai' en 'vasthoudend' waar het de instandhouding na de Wende van het Nederlands aan de Leipziger Uni betrof ('moeilijke en onzekere periode, waarin het personeelsbestand werd gedecimeerd en talloze vakken en zelfs vakgroepen werden opgeheven'). Dat vind ik dan weer minder: voorbij is voorbij. Dan maar opnieuw verschuiven. Dat kennis van het Nederlands ‘een belangrijke troef kon zijn voor de jongeren in het nieuwe Duitsland’, kan Helga in heur hart onmogelijk geloofd hebben. Dat kon ook toen alleen maar andersom gegolden hebben.

Het bericht eindigt als volgt:
Op een septemberavond in een Antwerps restaurant (..) vertelde ze me over een - als ik me goed herinner - Noordse gewoonte om een gezellig samenzijn met vrienden met een lange stilte af te sluiten. ‘Dan kan je je rustig realiseren’, zei ze, ‘hoe aangenaam het wel is geweest.’
Dat is sympathiek. Zelf laste ik die stiltes van het begin af aan al in. Als ik me goed herinner.




* jaargang 39 (1996), nr. 5, p. 783-784
** 1934-1996


Geen opmerkingen:

Een reactie posten