dinsdag 26 juni 2012

Groeten: Sophie Lang






Sophie (Petronella) Lang was de dochter van de Ulftse (Achterhoek) rietmeubelfabrikant Carl Harold Sebastian Lang, oorspronkelijk uit Schönau vor dem Walde, Thüringen, Duitsland. Ze was de oudste van drie zussen en werkte als onderwijzeres. Later. In maart 1901 was ze 18 jaar oud en net geslaagd voor het vak Nuttige Handwerken. In Breda. Niet naast de deur.



Ik heb niet kunnen achterhalen op welke school ze lesgaf en of ze het bij Nuttige Handwerken gelaten heeft. De inleider van het familiearchief spreekt over de "school in Ulft". In het archief van de gemeente Gendringen bevindt zich geen personeelsdossier van Sophie Lang (wel van een aantal andere leerkrachten aan de openbare lagere school te Ulft: W.G. ten Brincke, M.H. Bruins, J.W. Jansen, M.F. Jolink-GerritsenY de JongA. Krienen, A.L.W. Peutz). Als ze in het bijzonder onderwijs werkzaam was, dan misschien op de Nederlandsche Hervormde School te Gendringen (de familie Lang was Nederlands Hervormd) na 1921, toen de school werd gesticht. In Ulft zelf was volgens mij alleen een katholieke bijzondere lagere school. Ik moet daar nog eens achteraan (ook: de Gendringse schoolkwestie die zich daar begin jaren twintig heeft afgespeeld*).




Sophie is de kaarsrechte dame in het midden (vierde van rechts). De anderen van links naar rechts: vader, zus Margaretha, schoonzus, moeder, zwager Willem, zus Alida en oudere broer Frederik (verzender van de kaart uit Berlijn). 
Van trouwen ist nie gekomen.

Sophie Rust was misschien Maria Sophia Rust, geboren 1866, zestien jaar ouder dan Sophie, overleden in 1906.

Jo van der Lugt was (heel) misschien Gerdina Johanna van der Lugt (1881) uit Gendringen. Mevrouw Boland en Boudje zijn mij een raadsel.





Frederik Voorthuis (geboren 1868, woonachtig in Gendringen sinds 1905) was begin vorige eeuw directeur van het postkantoor in Gendringen. In juli 1908 verbleef hij met zijn vrouw Anna Voorthuis-Pos (1875) in Köningswinter, een stadje aan de Rijn nabij Bonn, in die tijd een populaire vakantiebestemming, onder andere vanwege de nabijheid van de wildromantische, per tandradbaan te bestijgen burcht Drachenfels. Hieronder is hij de achtste van links**:




In 1934 had je ook nog dit:




In 1936 gevolgd door:



En in 1937 door:


En in 1940 besloten met:




* waarvan akte; Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem
** idem, Collectie W.J.A. Span






donderdag 21 juni 2012

Het lijstje van van Heusden

Omdat het lijstje in zijn familiearchief berust, dacht ik eerst dat het van hemzelf was* maar er staan alleen maar Nóórdnederlandse liberalen op. Het lijkt me dan ook te zijn opgemaakt door een Groningse kennis, in antwoord op een verzoek om potentiële abonnees voor de Dageraad, het vrijdenkersblad waar van Heusden regelmatig in publiceerde.**
En ik dacht: misschien kende-d-ie onze van Dissel (predikant - Bladel). Ik zou het leuk vinden als iemand onze van D. eens kende.

Namen van personen die liberale denkbeelden zijn toegedaan en die ik persoonlijk ken. –
Jhr. mr. F.J.J. van Eijsinga, Regter te Leeuwarden Lid der 1ste Kamer.
Jhr. G. van Swinderen. Lid der 1ste Kamer. Amsterdam
Jhr. mr. Frans van Swinderen. Burgemeester van Gaasterland te Rijs. – Lid Prov. St: Friesland
mr. Schot, notaris en Lid der 1ste Kamer - Franeker
mr. C. Attema, advocaat. Lid v.d. Raad – Leeuwarden
mr. W. Bergsma. Burgemeester van Menaldumadeel te Menaldum. –
Jan Haga, ontvanger der Registratie – Sneek.
Marten Kingma te Makkum
Jan Kingma, te Makkum
Hein Veen. Kruidenier – Sneek.
Wel: Ed. Geb Heer! (3x)
mr. R. van Hamerster Dijkstra, Burgemeester van Sneek, Lid der Pr. Staten
Berend Wouters, wijnhandelaar te Sneek
Ds. Niemeijer. Predikant te Sneek
A Moens. Lid der 2de Kamer voor Sneek te s’Hage (vroeger Predikant.)
Dr. Jongbloed. Lid der 2de Kamer – voor Groningen te s’Hage. –
mr. A. Jongstra. advocaat te Heerenveen
Anne Meinesz. Burgemeester van Schoterland te Heerenveen
mr. Willem de Sitter. Burgemeester van Groningen.
mr. B. van Roijen, advocaat Groningen
D.E. de Jong, te Sloten (Friesland) (iemand die bijzonder talent heeft heldere denkbeelden aan anderen duidelijk te maken.). –
Dr. H.J. Nassau, te Assen (vroeger Rector aldaar. -) Inspecteur van ’t Lager onderwijs
Jhr. mr. C.E. van Beijma thoe Kingma, Burgemeester van Lemsterland – Lemmer
Pieter Walma, landbouwer te Oppenhuizen (Friesland)
Dr. Verver; directeur der Hoogere Burgerschool, te Sneek.
Schaafsma – notaris te Lemmer
mr. A. Sluis, Lid van Ged: staten van Drenthe – Assen
mr. H.J. Smidt. Griffier der Staten van Drenthe – Assen
mr. J.A. Willinge Gratama. Redacteur en uitgever der Drenth. courant Assen.
Ds. W. Lieftinck. Predikant. Makkum
H. Joustra, Wethouder te Sneek. –
Jan ten Cate. wethouder te Sneek –
Dr. J. Buwalda – te Sloten (Friesland)
mr. W.J. van Welderen baron Rengers. – Rijks-adv: en wethouder te Leeuwarden
mr. E. Bloembergen – advocaat Leeuwarden
mr. J. Felting - advocaat – Leeuwarden
Jhr. J. Humalda van Eijsinga – advocaat – Leeuwarden
Ds. P. van Borsum Waalkens. Predikant te IJsbrechtum, Friesland.
mr. A. van der Laan. Griffier der Staten van Friesland. –
Jhr mr. P. Vegelin van Claerbergen – te Joure
mr. Herman van Roijen – notaris en wethouder te Zwolle. –
mr. de Sitter – notaris te Winschoten –
mr. L. Wildervanck de Blécourd – notaris – Appingedam.
mr. J. Zijlstra, Procureur. Harlingen
T. van Popta, Burgemeester te IJlst.
Gerben van der Wal, te Nijega, Friesland (Hemelumer Oldephaert en Noordwolde)
Focke van der Wal, koopman te Koudum –
Sible Visser wethouder van Sloten (een zeer helder hoofd.)

* wordt ook beweerd in de inventaris (BHIC, toegang 325, invnr. 124)
** ook maar een gok natuurlijk

dinsdag 19 juni 2012

Het pak van Ingrid (Groeten) 2: Sevens

Ook uit het pak van Ingrid: vier kaarten aan drie Sevensen:

1

2

3

4

Om met de laatste te beginnen: Anna Maria Hendrika Sevens, geboren 16 maart 1902; aanvankelijk te boek als onderwijzeres, later als verpleegster. Haar pa was Cornelis Johannes Maria Sevens, onderwijzer, vanaf 1903 in Deurne, 57 jaar oud in 1927. Wie J Hubens Claassen was, weet ik niet. Deurnese, reislustig, devoot, niet van de kermis. Anna's Pa was een broer van Antonie Sevens (kaarten 2 en 3), onderwijzer in Mierlo; molenaar ook en streekhistoricus. Overleed in 1941.
De P. Sevens op kaart nummer 1 houd ik voor Petrus Henricus Maria Sevens, broer van Anna, 1 jaar jonger. Arriveerde op Sinterklaasavond 1918 in Den Bosch.

Er is een connectie met ons in Hoogeloon c.a. Anna, Antonie en P. waren achtereenvolgens de oudere zus, de oom en de oudere broer van Henricus Antonius Maria (Harrie) Sevens (1905-1982). Deze Harrie Sevens werd in 1924 als onderwijzer van bijstand aangesteld op de openbare lagere school in Hoogeloon. Twee jaar later werd de school opgeheven en ging het onderwijs over in katholieke handen. De twee onderwijzers van bijstand kregen per 1 januari 1927 eervol ontslag. Mejuffrouw Hakkens vertrok, maar Harrie Sevens verzette zich. Bij de provincie eiste hij vernietiging van het betreffende raadsbesluit. En zo geschiedde.

Hij beriep zich op artikel 28 van de Wet op het Lager Onderwijs, dat bepaalde dat bij de berekening van de personeelsbehoefte op openbare scholen in zeker jaar moest worden uitgegaan van de gemiddelde aantallen "werkelijk schoolgaande" leerlingen op de datums 16 maart, 16 juni en 16 september van het jaar daarvoor. In Hoogeloon begroeg dat aantal 99, goed voor 1 schoolhoofd en twee onderwijzers van bijstand in het jaar 1927. Maar omdat de hele meute intussen was overgegaan naar de katholieken, bedroeg het reële aantal leerlingen aan de openbare lagere school nog maar... 8.  En voor dat handjevol (protestantse) leerlingen zou de gemeente drie full time leerkrachten moeten aanhouden (weliswaar op kosten van het Rijk). Dat moest je niet willen. Bij de Kroon verzocht men op zijn beurt om vernietiging van het besluit van Gedeputeerde Staten. Het kon immers niet de bedoeling der wet zijn, noch het algemeen belang dienende, dat het Rijk zou betalen voor zes leerkrachten terwijl er maar werk was voor drie. Of men gelijk heeft gekregen, weet ik niet. Harrie Sevens ging op wachtgeld, dus ik neem aan van wel.



In februari 1928 werd hij benoemd aan de openbare lagere school in Diessen, die in 1929... verbijzonderd werd. Toen ging hij wel mee over, zonder slag of stoot.







zaterdag 16 juni 2012

Mijne Heeren!


Aan den Achtb. Raad der Gemeente Nuenen c.a.

De ondergeteekende, hoofdonderwijzer aan de Openbare School te Nederwetten gemeente Nuenen, geeft beleefdelijk te kennen:

Dat zijne woning, welke hij in huur heeft van Mathijs van de Ven, bijna onbewoonbaar is.

De ondergeteekende, M.H., wil hier geenszins spreken van het onaanzienlijk, bouwvallig en armzalig aanzien, dat zijne woning heeft, welke voor hij ze betrok tot bergplaats van veldvruchten en mogelijk tot stalling diende; neen M.H., hij bedoelt hijer nog slechts de onbewoonbaarheid der woning, wegens hare ongezondheid.

Verbeeldt U, M.H., wanden en een zolder waar het water bijna onophoudelijk afdruipt of doorzijpelt, zoodat ik mij vaak verbeeld in de Adelberger grot of in den St. Pietersberg te huisvesten; een vloer van welke men dagelijks het slik met eene spade moet wegnemen; hierbij nog het gevaar, dat men loopt, als vuur of kachel brandt, van door den rook verstikt te worden, indien men niet zorgt, dat alle deuren en vensters, en dat zelfs in het midden van den winter, openstaan, en Gij zult, M.H., volgaarne met mij aannemen, dat zulk eene woning hoogst nadeelig voor de gezondheid is.

Van de schade, door dat alles aan beddegoed, kleederen en overig huisraad geleden, wil ik hier nog niet gewagen.

En of nu, M.H., de ziekte mijns kinds, tot welks genezing wij nu reeds zestien maanden alle geneeskundige middelen hebben beproefd en de rheumatiek, waaraan mijne vrouw thans lijdende is, het gevolg dier vochtigheid is, laat ik aan het oordeel van deskundigen over; maar dat mijne ongezonde woning oorzaak is van den langen duur der ziekte mijns kinds en een groot beletsel stelt aan zijne genezing, is het gevoelen van een ervaren geneesheer. – Nog, M.H., zou ik bij dat alles eenen zekeren toestand mijner vrouw kunnen voegen, welke niet zelden uit het bewonen van vochtige huizen onstaat kwam mij dat hier niet minder gepast voor.

En nu, M.H., vraag ik UEd.Achtb. in gemoede af, of ik zulk een toestand nog langer lijdelijk mag aanzien? Neen ik gevoel mij als echtgenoot en vader in geweten verpligt al het mogelijke aantewenden, om dien toestand te doen ophouden.

Redenen waarom de ondergeteekende zich tot den Achtb. Raad wendt met beleefd verzoek, dat het dezen mag behagen, daar er in Nederwetten hoegenaamd geene andere woning te bekomen is, in eene onderwijzerswoning te voorzien. Mogt echter de financiëelen toestand der Gemeente voor alsnog niet gedoogen tot het bouwen hiervan overtegaan, dan verzoekt de ondergeteekende voor hem de schoolkamer bewoonbaar te doen maken; ten einde hij daar tijdelijk zijn intrek neme, willende zich liever zoo bekrompen mogelijk behelpen, dan nog langer de gedachte met zich te dragen, dat zijn gezin aan een tal van ziekten en kwalen, ter oorzake eener vochtige en ongezonde woning, zou zijn blootgesteld.

Hetwelk doende

G.J. Korff

Hoofonderw. Nederwetten den 10 Juni 1868.

De jonge meester Korff verhuisde met zijn twee kinderen naar nummer 42a. Een paar jaar later werd hij hoofdonderwijzer in Mierlo. Het kind was een zestien maanden oude baby.


De "zekeren toestand" van zijn vrouw houd ik voor neerslachtigheid.

vrijdag 15 juni 2012

Hoerendop

dat op gisterenmorgen even na 12 uren de tweede requirant langs gemelde Cingel zijnde komen gaan, Gerrit Breukels, daer mede woonachtig, uit deszelfs huis is gekomen, zonder alvorens eenige woorden te gebruiken, den requirant op eene kwaadaertige wijze heeft staende gehouden en bij de borst gevat, zoodanig dat hij requirant werk had om los en uit deszelfs handen te komen. Dat de requirant echter los geraekt zijnde, de derde getuige daer intusschen is bijgekomen, waarop de voorn. Gerrit Breukels de requirant sterk heeft gescholden, zeggende tegen hem 2de requirant o.a. Gij zijt een schelm en uw oude vaêr, die daar boven zit, is ook een dondersche schelm en gaeuwdief; gij zijt een moordenaar, want gij hebt uw kind willen verzuipen! - Dat voorts de vierde getuige, daar insgelijks bijkomende, denzelven Gerrit Breukels al verder met schelden en lasteren is voortgevaren en wijders tegen hem 2de requirant gezegd heeft: Gij en uw oude vaêr zijt schelmen en dieven; daer heb ik de bewijzen van in mijn zak. Uw zuster heeft een hoerenkind gehad, en dat hebt gij ook zoeken af te drijven ende vermoorden door de middelen, die gij haer naar 't klooster gezonden hebt. Gij zijt een hoerendop, die schoenen aan uw hoeren present geeft. Uw gantsch huisgezin zijn schelmen en gaeuwdieven! - alles met deze of zoortgelijke woorden en substantie, en dezelve en meer andere injurieuze uitdrukkingen verscheiden malen herhalende.

De zuster is een tante van de dichter Tollens en het citaat afkomstig uit diens biografie*, die er volgens de biograaf niet zou zijn gekomen als de aan het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen verbonden ambtenaar H.J. Michaël hem niet flink achter zijn vodden gezeten had. Die naam wil ik onthouden, omdat ik vermoed dat H.J. een nazaat is van de Bladelse Michaëls. Daarom.


* Dr. G.W. Huygens: Hendrik Tollens. De dichter van de burgerij. Een biografie en een tijdsbeeld door Dr. G.W. Huygens. Den Haag, 1972.

vrijdag 8 juni 2012

Het pak van Ingrid (Groeten) 1: Hoofd der school

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Op de (jammerlijk verregende) Mimosamarkt van afgelopen zondag vond Ingrid het hierboven afgebeelde setje kaarten, verzonden aan Cato van de Ven uit GerwenVan de Vennen zijn er teveel om aan te beginnen, schoolhoofden gelukkig niet.

Het schoolhoofd in kwestie was Johannes van de Ven, geboren op 20 november 1871 te Sint Michielsgestel, katholiek, in Gerwen komen wonen na zijn benoeming aan de openbare lagere school aldaar in 1910, daarvoor werkzaam en woonachtig in Oostelbeers. Hij was getrouwd met Maria Elisabeth van de Ven. Er is een foto*:


Op de foto gaat de oude meneer op links door het leven als Dovens. Elders** trof ik dezelfde foto met dít commentaar: "deze klassefoto werd gemaakt bij de opening van de lagere school St. Clemens te Gerwen. Op 9 maart 1930 werd de school plechtig ingezegend door pastoor Frenken. Links zien we het toenmalige hoofd der school J v.d. Ven, en juffrouw Anna van de Kemenade-Dekkers. Rechts A.M. Dovens en juffrouw Toos Goudsmits-Renders". De oude meneer ís Johannes van de Ven, Antonius Martinus Dovens*** was nog maar 21 in 1930.

Aanvankelijk dacht ik dat Cato Johannes' vrouw was en de hele week heb ik bij Cato van de Ven het beeld van mevrouw van de Kemenade-Dekkers voor ogen gehad. Me hersens zijn soms elders.

Per 1 april 1927 werd de openbare school opgeheven en het lager onderwijs in Gerwen overgenomen door de parochie van Sint Clemens. Johannes kreeg op 10 maart van dat jaar eervol ontslag en trad in dienst bij de katholieken. Hij zou nog blijven tot 1936****. Ook juffrouw Anna was al van voor de verbijzondering. Dovens en Toos Goudsmits waren eigen kweek.

Op 25 maart 1910, daags voor Johannes' aanstelling als schoolhoofd, kregen Johannes en Maria Elisabeth een zoon, Martinus Johannes. Dat zou wel eens Mart. v.d. Ven op kaart nummer 6 kunnen zijn. De kaart is uit 1938. De familie woonde toen op het adres B68 (Heuvel). Daarvoor woonde men blijkens het bevolkingsregister op het adres Langlaar B 180. Daar zal de oude onderwijzerswoning gestaan hebben, waar Johannes in 1927 uit moest. Wel kreeg hij vergunning om een nieuw huis te bouwen, B68. Dezelfde Martinus lijkt me bedoeld op de kaart uit Luzern, die dateert van 1957. Mart. is dan in zijn vaders voetsporen getreden.

Kaart nummer 2 werd doorgestuurd naar het pensionaat in Aarle-Rixtel, een instituut voor katholiek voortgezet onderwijs. Behalve een zoon Mart., hadden Johannes en Maria Elisabeth ook een dochter, Maria Catharina, nog in Oostelbeers geboren, op 25 september 1905. Zij is de Cato van de kaarten (Catharina, ik had een tante Toos die zo gedoopt was). Toen ze twaalf was, in 1917 vertrok ze naar het meisjespensionaat in Aarle-Rixtel*****, twee jaar later keerde ze weer terug naar Gerwen. De eerste twee kaarten staan verkeerd om: kaart nummer 2 is de oudste. Me hersens zijn soms elders.

Bij Frans Wolters in Helmond liet het pensionaat zijn eigen kaarten drukken. Deze is uit 1901, Nella de Groot aan Cor Uiterwaal in Utrecht, met de groeten van Anna.


Op kaart nummer 9 staat dit:
Beste Cato en Martien
Hoe is het met jullie. Cato heb jij je jurk al gewassen. zoo niet dan wil ik het wel voor je doen. Kom hem dan als het kan een Woensdag even brengen en als hij schoon is breng ik hem wel terug. meid neem me niet kwalijk ik heb er niet bij stilgestaan. Me hersenen zijn soms elders. Ach iedereen heeft wel eens problemen en alles moet ik zelf maar op oplossen. Nu kijk maar wat jullie doen, als jullie niet komen hoor ik het wel Veel liefs en het allerbeste mini
Wordt ook hier de broer bedoeld? En zijn ze het ook op kaart nummer 8? Vrijgezellen?


* Jean Coenen: Gegeven Sint-Barbaradag 1300. Een Overzicht van de Geschiedenis van Nuenen, Gerwen en Nederwetten
** website Thuis in Brabant
**** de bekende (indertijd, volgens de kranten) beroepswichelroedeloper P.J. Dovens uit Lieshout was misschien een broer van hem
**** A.M.Frenken: Memoriaal der dorpen en parochies Gerwen, Nuenen en Nederwetten

woensdag 6 juni 2012

12 jaar (Reizende Man 5)

De Nieuwe Tilburgsche Courant, 22 februari 1912:

De zaak Bergeijk

Op de website van de RKVV Bergeijk leest men het volgende:
In 1937 had de club 50 senioren- en 24 jeugdleden. Er werd om het kampioenschap van de IVCB gespeeld tegen VSV uit Valkenswaard. VSV had een ongerechtigde speler opgesteld, waartegen Bergeijk protest aantekende. De bond riep VSV toch tot kampioen uit. Uit onvrede met de gang van zaken ging Bergeijk vrijwillig over naar de Kempische Bond.
De aantallen kloppen ongetwijfeld. De rest zit zo.

IVCB staat voor: Interdiocesane Voetbal Competitie Bond. De IVCB was de onafhankelijke katholieke tegenhanger van de grote KNVB. Net als deze was hij onderverdeeld in klassen, districten en afdelingen. In 1937 (het seizoen 1936-1937 om precies te zijn) speelde Bergeijk in de derde klasse, district Zuid II, afdeling F. Het deed dat samen met ODC, VSV, Krekels, BSV, Rood-Wit, Wilhelmina 2, Hapert en BWE. Men onthoude: Krekels en vooral: VSV (Hapert maar even vergeten).
De Kempische Bond refereert aan de RKVB, de Roomsch Katholieke Voetbalbond, de ónderafdeling van de IVCB voor clubs uit het bisdom Den Bosch, ook wel de Bossche Bond genoemd (behalve in Den Bosch waren er onderafdelingen in Limburg, Haarlem, Utrecht en Breda). De Kempische Bond was strikt genomen geen bond maar een van de vier districten waarin de RKVB was onderverdeeld (Den Bosch, Eindhoven, Tilburg). Het Kempische district was zelf ook weer onderverdeeld in drie klassen, al besloot de RKVB in hetzelfde jaar 1937 om de derde klasse op te heffen, waardoor de tweede klasse zo groot werd dat een aantal teams het einde van het seizoen niet haalde.
Men onthoude: de Kempische Bond was het district De Kempen van de Bossche Bond.

Bergeijk deed het goed in 3F. Met de Roomsch Katholieke Valkenswaardsche Sport Vereeniging, kortweg VSV, streed men om het kampioenschap. Op 18 april 1937 speelden de beide ploegen gelijk in Valkenswaard (2-2). Een week later speelde VSV in Eindhoven tegen de Krekels en won daar met 8-0. Bergeijk protesteerde: zowel in de onderlinge wedstrijd als in die tegen de Krekels zou VSV een ongerechtigde speler hebben opgesteld. Aan de speler in kwestie zou door de Bossche Bond, de onderafdeling dus, ten onrechte overschrijving zijn verleend.*
Het bestuur van de IVCB kende het protest toe en bepaalde dat de beide wedstrijden zouden worden overgespeeld, het onderlinge duel op Tweede Pinksterdag (17 mei) in Valkenswaard, de wedstrijd tegen de Krekels op 23 mei.

Bergeijk vond dat te weinig. Men meende recht te hebben op een thuiswedstrijd. Uit het verslag van de jaarvergadering van de IVCB in het Nieuwsblad van Roermond van 26 juli valt op te maken dat men artikel 81 van het huishoudelijk reglement in het geding achtte: de afgevaardigde van Bergeijk had gevraagd waarom het bestuur ervan af was geweken. Wat het artikel inhield, meldde de krant niet.
 De Eindhovensche en Meierijsche Courant intussen, kon er geen touw aan vastknopen: op 12 mei meldde de voetbalman dat de wedstrijd VSV - Bergeijk gespeeld zou worden op het terrein van... Bergeijk. Hoe nu?
Derde klasse. In afdeling E is de spanning eraf, doch in F staat zij op haar hoogst. Wat is er nu met VSV-Bergeijk aan de hand? Waar wordt die wedstrijd gespeeld? En waarom zijn er veranderingen, nadat eerst de match is vastgesteld?
Op de dinsdag na Tweede Pinksterdag kwam het antwoord:
Betreffende den wedstrijd Bergeijk - VSV of omgekeerd schrijft men ons uit Bergeijk: De drie vragen in Uw blad van j.l. Zaterdag gesteld, met betrekking tot Sp VSV - Bergeijk zijn nog niet opgelost. Bergeijk kwam Zondag op het signaal van scheidsrechter Langermans binnen de lijnen, maar VSV bleef in gebreke en was niet aanwezig. Om de supporters niet te leur te stellen werd vriendschappelijk gespeeld tegen "De Raven" uit Luiksgestel, welke wedstrijd door Bergeijk met 5-1 werd gewonnen.
Op het fluitsignaal van scheidsrechter Langermans - opvallend genoeg óók van mening dat de wedstrijd in Bergeijk gespeeld zou worden - marcheerden alleen die van Bergeijk het veld op, terwijl de supporters en het eerste van "De Raven" stonden uit te kijken naar de tegenstander.
Een dag later bleek, dat zich aan de Deelshurk in Valkenswaard een soortgelijk tafereel had afgespeeld:
Betreffende de kwestie VSV en Bergeijk meldt men ons, dat VSV op Tweeden Pinksterdag op haar terrein gereed stond Bergeijk te ontvangen.
VSV bleef erbij, dat de wedstrijd in Valkenswaard gespeeld had moeten worden. De IVCB had het zo besloten en in Bergeijk wist men ervan.

Op de zaterdag na Pinksteren meldde de EMC dat VSV in Eindhoven op zondag zijn tweede replay-wedstrijd zou spelen tegen de Krekels. Hoe het nou zat met die kwestie, wist men nog steeds niet. Het was maar dat de voetballiefhebber het wist. Er stond een kampioenschap op het spel.
VSV zorgde ervoor op tijd en zonder ongerechtigden te zijn en... verloor de wedstrijd met 4-2.

De bond stelde de wedstrijd VSV - Bergeijk vervolgens opnieuw vast voor de zesde juni, met VSV als thuisploeg, maar die wedstrijd zou niet meer gespeeld worden. Op vijf juni zag de EMC-correspondent tot zijn verbazing dat VSV niet thuis zou spelen tegen Bergeijk maar de volgende dag naar Tilburg zou afreizen om daar een promotie-degradatiewedstrijd te spelen:
Klaarblijkelijk is VSV tot kampioen gepromoveerd (..) Beter gezegd: er werd een beslissing geforceerd. Tenminste, daar wijzen de teekenen op. Wij willen niemand hard vallen, doch zoover als wij met de geschiedenis op de hoogte zijn, lijkt ons dit verloop niet juist.
VSV kwam buiten haar schuld, dat is waar, met een ongerechtigden speler uit. De fout stak in administratieve omstandigheden elders.
VSV kreeg wedstrijden over te spelen en als compensatie** een thuiswedstrijd tegen Bergeijk.
Maar een ploeg, die op het punt staat, kampioen te worden en dat kampioenschap op eigen veld zal behalen***, legt zich daarbij niet gemoedelijk neer. Dat ligt voor de hand.
Bergeijk persisteerde bij een thuiswedstrijd en gaf geen gevolg aan een te Valkenswaard vastgestelden wedstrijd. Hoe de zaak verder verlopen is, weten wij niet. Maar dit is zeker: in Utrecht heeft men geen helder oogenblik gehad.
VSV wón de nacompetitie en promoveerde naar de tweede klasse.
Bergeijk had de broek vol van de IVCB en meldde zich aan bij de Kempische Bond.

Daar stuitte het op mijn opa. Op 16 januari 1938 floot hij de wedstrijd Bergeijk - Steensel, door Bergeijk met 2-1 gewonnen.
Steensel tekende protest aan.




* Het moet dus een speler geweest zijn die zijn communie had gedaan en niet een die uitkwam bij de neutralen, zeg bij De Valk. Ook dat kwam voor, tot ergernis van de IVCB

** Dat de fout niet bij VSV lag maar elders - bij de Bossche Bond vermoed ik - en dat VSV daarom gecompenseerd zou moeten worden, wijst erop dat de EMC meer wist dan ik vandaag de dag uit de toenmalige kranten kan halen. Misschien had de IVCB, conform artikel 81, in eerste instantie besloten de wedstrijd in Bergeijk te doen plaatsvinden en is men kort voor Pinksteren van gedachten veranderd

 
*** Te weten Bergeijk op Tweede Pinksterdag