In een artikel uit 1971 schrijft K. Schippers dat zijn collega A. Alberts zich thuis voelde in de ambtenarij, "in een omgeving waarin dossiers van afdeling naar afdeling verhuisden en mappen via omzwervingen toch op de juiste plek terechtkwamen".
Durf ik het zeggen?
Herkenbaar!
Alberts heeft het niet ver geschopt als ambtenaar. Het ontbrak hem aan ambitie. In plaats van zich binnen het apparaat op te werken, dacht hij erover na en schreef erover. Zijn boeken spelen zich steevast af "in een ambtelijk decor, waarbij met lichte accenten wordt aangegeven hoe elk systeem aan zichzelf ten onder gaat en toch vrolijk wordt gehandhaafd." Voor wie zich op weg weet naar het einde, is de top een hele andere kant op.
Van Kafka is geen sprake bij Alberts. Het ambtelijk apparaat is niet een "catastrofaal Kafkadoolhof" maar een "blauwdruk voor bijna elke handeling, die zo goed als nooit precies verloopt, zoals van tevoren was gedacht of gehoopt". Ik kom ze niet vaak meer tegen, collega's die er zo in staan.
In mijn tijd en mijn deel van het apparaat draaide het deze week om een onwillige documentenscanner. Het vermaledijde ding houdt niet op te haperen, het blijft maar vastlopen en rood alarm geven, alle reparaties, herijkingen en programmachecks van en door de bijna dagelijks opgetrommelde monteurs ten spijt.
Nu heb ik twee collega's, de Pakistaan P., die niet van de zijde der monteurs is weg te slaan en onze scanner verzorgt en koestert als ware het zijn eigen kind en E., die het anders ziet: "Als ik thuis een apparaat heb dat het niet meer doet dan blijf ik er toch zeker niet aan prutsen? Dan ga ik ermee trug en eis ik een nieuw!"
En dat klopt. Uit haar verhalen maak ik op dat ze weinig anders doet dan truggaan met aankopen. Ik verdenk haar er wel eens van dat ze opzettelijk miskoopt om zich het genoegen van het truggaan te schenken. P. daarentegen blijft geloven en hopen dat het goed komt met de scanner. Dat er ergens in de ingewikkelde machine een virus of een vuiltje zit dat er ooit uit moet komen als hij en de monteurs maar lang genoeg blijven zoeken.
Ik heb niet zijn geduld. Ik ben als E. Wat mij betreft gaan we liever vandaag dan morgen trug met het hele godvergeten apparaat.