We zaten in de auto op je verjaardag, op terugreis van onze vakantie. Maar hadden we je verjaardag niet al gevierd in Diessen?
Ik zal je lijst eens goed gaan bekijken. Er zit wel zware kost tussen, zeg! Hebben ze al die boeken op school? Is er een goeie bieb in de buurt?
Wat er niet tussen staat en een goeie opwarmer is: Oeroeg van Hella Haasse. Dun boekje. Zo uit. En leuk. Ook van haar en leuk is: Heren van de thee. Ook leuk: De Engelenmaker van Stefan Brijs. Stuk dikker, maar wel boeiend. Begin daar maar es mee. Wat er ook niet op staat en toch zeer mooi is: De ontmoeting, van Antoon Coolen.
Spreek je nog! Groeten aan Stijn.
Nonkel
From: Kilgoot
To: pleuno@live.nl
Subject: RE: Boek lezen...
Date: Thu, 6 Oct 2011 17:26:42 +0200
Hoi Pleun,
hier het vervolg van nonkels literaire advisering.
We waren overigens in Bretagne, dat had gramps helemaal goed, hoewel ik vermoed dat ze denkt dat het in Engeland ligt.
Hopla, gaat-ie. Ik begin bovenaan maar stap dan over op kriskras.
Rene Appel is niks. De man schrijft detectives. De titel van deze wijst op een overdosis maatschappelijk engagement, de beste garantie voor een saai boek en beste Pleun, laat ik je dit alvast zeggen, want je komt er toch wel achter: literatuur is van zichzelf al saai genoeg! Anders dan de boeken die je totnogtoe gelezen hebt, gebeurt er helemaal niks in literatuur. Er vloeit weinig bloed, er wordt weinig gezegd, de personages komen weinig buiten. Ze lopen eigenlijk alleen maar te tobben over hun jeugd en hun relaties. Voordeel is wel dat literatuur zelden slecht afloopt. Als er niks gebeurt, kan er ook niks slecht aflopen.
Nounou nonkeltje, zul je zeggen, wat zijn we weer vrolijk. Gelijk heb je. Ik vervolg het vervolg.
De beste schrijver van allemaal is Arnon Grunberg. Zijn beste boek staat er niet op: Huid en haar. Arnon Grunberg is ook Marek van der Jagt (pseudoniem). Gstaad 95-98 zou ik maar overslaan. De slechtste schrijver van allemaal is Maarten 't Hart.
Herman Koch zul je wel kennen. Zijn boeken zijn bestsellers. Knielen op een bed violen was een paar jaar geleden ook een bestseller. Gaat over een streng gereformeerd gezin uit de bollenstreek. Vonne van der Meer heeft ook altijd goed verkocht. Deze mevrouw is katholiek en erg spiritueel ingesteld, als je dat wat zegt. Eigenlijk meer iets voor middelbare dames. Overigens geldt voor alle vrouwelijke auteurs op de lijst wel, dat, als je zou vragen, Wie is nou je doelgroep? het antwoord zou zijn: vrouwen in de overgang. Wil je zo lang niet wachten, lees dan De Tweeling van Tessa de Loo en laat Connie Palmen maar zitten. Misschien een boekje ook van Renate Dorrestein of Jessica Durlacher (De dochter). Helga Ruebsamen ken ik alleen van naam. Haar boek Het lied en de waarheid is misschien wel de moeite waard. Ben ik zelf eigenlijk ook wel benieuwd naar.
Jeroen Brouwers is voor middelbare mannen. Beveel ik je niet aan. Omdat je het een noch het ander bent.
Tim Krabbé schrijft dunne boekjes. Daar zul je nog naar snakken. Kathy's dochter had ik mee naar Bretagne. Kwam er niet doorheen. Misschien toch wel iets voor jeugdigen. Marte Jacobs is beter. Christiaan Weijts zal je ook wel aanspreken (mij wel).
De boeken van Nescio zijn klassiekers. Zul je niet veel plezier aan beleven. Karakter van Bordewijk idem. Hoef je van mij niet gelezen te hebben. Marcellus Emants leefde in de negentiende eeuw maar beveel ik je toch aan. Max Havelaar heb je al gelezen. Toch? Louis Couperus leefde van 1860 tot 1923. Een schrijver voor taalkundige fijnproevers. Ben je dat? Lees dan Van oude menschen de dingen die voorbijgaan. Van Eeden en Van Deyssel kun je het beste overslaan. Ik durf te wedden dat de leraren die zelf ook niet gelezen hebben (behalve meneer Vos).
Ronald Giphart is wat wij vroeger noemden Popie Jopie (na het bezoek van de paus aan Nederland, midden jaren 80). Voor een beginnend literatuurlezer misschien wel aardig. Hetzelfde geldt voor Theo Thijssen (heb je die al niet gelezen?) en Annejet van der Zijl. En Simone van der Vlugt. Die zul je wel kennen. Schrijft ook kinderboeken en detectives. De boeken die hier genoemd worden, ken ik niet. Frank Martinus Arion is een Antilliaan. Dubbelspel is 'de grote Antilliaanse roman'. Ik vrees dat je er niet veel aan zult vinden. Aan Joe Speedboot van Tommy Wieringa waarschijnlijk weer wel.
W.F. Hermans, Gerard Reve en Harry Mulisch worden beschouwd als de grote drie van de naoorlogse literatuur. Mail me later nog maar es, als je van een van hen iets zou willen lezen. Ze geven wel cachet aan je lijst. Hella Haasse is de vierde van de grote drie, Jan Wolkers de vijfde. J. Bernlef de elfde.
De intelligentste van allemaal is Simon Vestdijk. Ivoren wachters gaat over een puber. Terug tot Ina Damman ook maar lees toch maar Ivoren wachters.
Annelies Verbeke en Dimitri Verhulst kan ik je beide aanbevelen, achtereenvolgens: De helaasheid der dingen (komisch!) en Slaap. Allebei niet dik.
Van poëzie weet ik niet zo heel erg veel. Tjitske Jansen ken ik niet. De gedichten van Vasalis zijn moeilijker dan ze lijken. Misschien is dat wel zo met alle poëzie. Rawie is het leukst van de hier genoemde dichters. Zelf hou ik wel van de dichter J.C. Bloem (niet op de lijst). Remco Campert heeft ook veel gedichten geschreven. Leuker dan die van Tjitske Jansen, denk ik.
Adriaan van Diks lijkt me niks. Ik moet er wel bij zeggen dat ik hem alleen maar ken van de TV.
Willem Elsschot is de grote één van Vlaanderen. Van hem zou je eigenlijk wel iets moeten lezen. Zijn boeken zijn dun en heel eenvoudig. Alleen, zoals dat gaat met literatuur, ga je er wel over nadenken en blijkt het bij nader inzien allemaal helemaal niet zo eenvoudig. Daar krijg je problemen mee. Het omgekeerde komt ook voor: Kees van Beijnum. Oesters van Nam Kee zul je wel leuk vinden.
Arthur Japin moet je mijden. Is er ook een voor oudere dames. Net als Karel Glastra van Loon. Wil je van de laatste toch iets lezen kun je beide titels nemen. Frénk van der Linden ken ik alleen van de radio. In landen met een verstandiger regering dan die van ons, zou het hem waarschijnlijk verboden worden om boeken te schrijven.
Van de volgende schrijvers vermoed ik dat het hedendaagse schrijvers zijn, weinig bekend en - als ik zo vrij mag zijn - om die reden waarschijnlijk ook niet de moeite waard (van Ricus van de Coevering en Robert Haasnoot weet ik het zeker): Annie van Keymeulen, Joost Heyink, H.M. van den Brink, Pia de Jong, Vera Klaassen, David de Poel en Pieter Toussaint. Van Hiske Dibbets weet ik het niet. Misschien is De gifmengster wel een goed kinderboek. De titel en haar voornaam doen zoiets vermoeden. Oek is ook een vrolijke naam; Hokwerda's kind niet zo'n vrolijk boek. Lees liever Cirkel in het gras of Opzwaaiende zomerjurken (niet op de lijst).
Van Thomas Rosenboom zou je Publieke Werken kunnen lezen (als je tijd over hebt). Een goed boek. Hij is denk ik een van de grote drie uit de periode na de naoorlogse grote drie. Hij heeft nog een ander boek geschreven, Gewassen vlees (niet op de lijst), dat beter is dan al het andere op de lijst.
Ben ik er nog vergeten? Zwagerman. Ik vergeet Zwagerman. Doe jij ook maar. Leon de Winter, tja, weet ik eigenlijk niet. Als je hem wil proberen, zou ik nemen: Zoeken naar Eileen (hij is overigens getrouwd met Jessica Durlacher). De Hydrograaf van Allard Schröder is te moeilijk. Ook voor de leraar. Dus doe maar niet. Breng je hem alleen maar mee in verlegenheid. Manon Uphoff is een dikkerdje. Haar boeken niet. Kunnen er altijd tussendoor. Geerten Meijsing lijkt op Leon de Winter. Hij heeft ook een zus (lesbisch), Doeschka, wier boekje Over de liefde voor jou misschien wel aardig is. Nicolaas Matsier kun je vergeten. Doet iedereen. Marcel Möring ook. Gerrit Komrij is een bejaarde homosexueel. Kan me niet voorstellen dat je daar iets in ziet.
En ach, Rascha Peper, Wanda Reisel, Nicolien Mizee... ze konden mooie opstellen schrijven op de middelbare school en er daarna niet meer mee ophouden. Bruidsvlucht is verfilmd. De film is waarschijnlijk beter dan het boek.
Toneelstukken zou ik niet lezen. Toneel is om te doen.
Ik wil eindigen met Margriet de Moor. Margriet de Moor is niks.
Je hebt me intussen opnieuw gemaild. Deze is gedeeltelijk achterhaald. Maar misschien toch wel bruikbaar.
Groet,
Nonkel