"DISTRICTS-GEZONDHEIDSDIENST VALKENSWAARD (..)
Aan
het Schoolbestuur der
St. Jan Baptistschool
Meerstraat 2,
D U I Z E L
Gemeente Eersel.
Valkenswaard, 23 januari 1957.
(..)
Bij een bezoek aan de R.K. St. Jan Baptistschool te Duizel, gemeente
Eersel, bleek mij, dat deze school in practisch geen enkel opzicht de toets van
een slechts lichte critiek kan doorstaan en bijgevolg ten spoedigste vervangen
dient te worden.
In de eerste plaats is het gebouw bij lange na niet berekend op het aantal kinderen, dat er thans schoolgaat. (En dit aantal neemt het komende jaar nog aanzienlijk toe).
Het resultaat is, dat de gymnastiekzaal thans is gesplitst tot twee lokalen, waarin resp. de eerste en vierde + helft der derde klasse zijn ondergebracht.
Deze “lokalen” met hun stofnesten van houten vloeren, dichtgespijkerde deuren, onvoldoende en inadaequate verwarming en licht, dit laatste speciaal, wat betreft de eerste klasse, zijn een aanfluiting van datgene, waaraan normaliter een schoolgebouw dient te beantwoorden.
Bij vorst van enige allure is de temperatuur in deze lokalen op te voeren tot ± 2 graden boven het nulpunt, hetgeen nogal laag is.
In de eerste klasse is het voor de kinderen, die aan de rand zitten, ofwel moeilijk op het bord te zien, ofwel op hun bank, het eerste in verband met de vorm van het lokaal, het tweede in verband met de grootte der ramen.
Hierbij komt, dat alle contact van de vierde klasse met de buitenwereld moet plaatsvinden via de eerste klasse, zodat elk “plasje” als een voor de jeugd wellicht vrolijk intermezzo de eerste klas “doorkabbelt”.
Ook het kolenhalen e.d. wordt zodoende een aanleiding voor voortdurende onderbreking van het lesrooster.
Een punt van wellicht meer belang is de reeds genoemde verwarming, welke plaats vindt via grote potkachels, die behalve voor een stofvoorziening ook nog zorgen voor een warmtefront in hun onmiddellijke omgeving en een koudefront in de meer perifere gebieden.
Het is zodoende weinig te verwonderen, dat de ouders hun kinderen briefjes meegeven waarin gevraagd wordt hun kroost ook eens een plaats dicht bij de kachel te geven.
Het behoeft hier, lijkt mij, geen nader betoog, dat het ontbreken van het gymnastieklokaal, dat, zoals gezegd, opgeofferd werd voor klaslokalen, nu ook niet bepaald bijdraagt tot een verhoging van het peil der volksgezondheid, waarvan, als ik me niet vergis, de basis toch o.a. in de jeugd gelegd wordt.
Over de twee oorspronkelijke lokalen kan ik kort zijn. Hun primitieve houten stoffige vloeren, verouderde banken en borden, hun matige verlichting en last but not least hun potkachelverwarming spreken voor zichzelf.
Al met al dus nogal onverkwikkelijk. Het is m.i. dan ook hoogst urgent, dat er hier geen belemmeringen meer in de weg gelegd worden aan de bouw van een nieuwe school waarvoor, naar ik vernam, toch reeds een urgentieverklaring werd afgegeven.
In de eerste plaats is het gebouw bij lange na niet berekend op het aantal kinderen, dat er thans schoolgaat. (En dit aantal neemt het komende jaar nog aanzienlijk toe).
Het resultaat is, dat de gymnastiekzaal thans is gesplitst tot twee lokalen, waarin resp. de eerste en vierde + helft der derde klasse zijn ondergebracht.
Deze “lokalen” met hun stofnesten van houten vloeren, dichtgespijkerde deuren, onvoldoende en inadaequate verwarming en licht, dit laatste speciaal, wat betreft de eerste klasse, zijn een aanfluiting van datgene, waaraan normaliter een schoolgebouw dient te beantwoorden.
Bij vorst van enige allure is de temperatuur in deze lokalen op te voeren tot ± 2 graden boven het nulpunt, hetgeen nogal laag is.
In de eerste klasse is het voor de kinderen, die aan de rand zitten, ofwel moeilijk op het bord te zien, ofwel op hun bank, het eerste in verband met de vorm van het lokaal, het tweede in verband met de grootte der ramen.
Hierbij komt, dat alle contact van de vierde klasse met de buitenwereld moet plaatsvinden via de eerste klasse, zodat elk “plasje” als een voor de jeugd wellicht vrolijk intermezzo de eerste klas “doorkabbelt”.
Ook het kolenhalen e.d. wordt zodoende een aanleiding voor voortdurende onderbreking van het lesrooster.
Een punt van wellicht meer belang is de reeds genoemde verwarming, welke plaats vindt via grote potkachels, die behalve voor een stofvoorziening ook nog zorgen voor een warmtefront in hun onmiddellijke omgeving en een koudefront in de meer perifere gebieden.
Het is zodoende weinig te verwonderen, dat de ouders hun kinderen briefjes meegeven waarin gevraagd wordt hun kroost ook eens een plaats dicht bij de kachel te geven.
Het behoeft hier, lijkt mij, geen nader betoog, dat het ontbreken van het gymnastieklokaal, dat, zoals gezegd, opgeofferd werd voor klaslokalen, nu ook niet bepaald bijdraagt tot een verhoging van het peil der volksgezondheid, waarvan, als ik me niet vergis, de basis toch o.a. in de jeugd gelegd wordt.
Over de twee oorspronkelijke lokalen kan ik kort zijn. Hun primitieve houten stoffige vloeren, verouderde banken en borden, hun matige verlichting en last but not least hun potkachelverwarming spreken voor zichzelf.
Al met al dus nogal onverkwikkelijk. Het is m.i. dan ook hoogst urgent, dat er hier geen belemmeringen meer in de weg gelegd worden aan de bouw van een nieuwe school waarvoor, naar ik vernam, toch reeds een urgentieverklaring werd afgegeven.
D.G.D. VALKENSWAARD
De Schoolarts
(J.J.J.H.
Vossen)De Schoolarts
Afschrift gezonden aan:
Burgemeester
en Wethouders der gemeente Eersel
Inspecteur
L.O.
Inspecteur
Volksgezondheid van Noord-Brabant"
Je zou iemand willen spreken die erop gezeten heeft, op de Sint Jan Baptistschool te Duizel anno 1957. Zo'n reumatische rochelaar, die zijn sedentaire schooljaren achter dichtgespijkerde deuren beurtelings doorbracht in stoffige warmtefronten en steenkoude duisternis. Ik zou het een neef van me kunnen vragen: waar was in Sint Jansnaam die WC?
Wel gelachen natuurlijk.
De ongezouten critiek van de schoolarts miste zijn uitwerking overigens niet: twee jaar later was er een nieuwe school.
* RHCe, archief gemeente Eersel, toegang A-0330, inv.nr. 61
Je zou iemand willen spreken die erop gezeten heeft, op de Sint Jan Baptistschool te Duizel anno 1957. Zo'n reumatische rochelaar, die zijn sedentaire schooljaren achter dichtgespijkerde deuren beurtelings doorbracht in stoffige warmtefronten en steenkoude duisternis. Ik zou het een neef van me kunnen vragen: waar was in Sint Jansnaam die WC?
Wel gelachen natuurlijk.
De ongezouten critiek van de schoolarts miste zijn uitwerking overigens niet: twee jaar later was er een nieuwe school.
* RHCe, archief gemeente Eersel, toegang A-0330, inv.nr. 61
Geen opmerkingen:
Een reactie posten