Vandaag las ik twee artikelen waarin de term vloeibaar werd gebruikt in een sociologisch-filosofische context.
Het eerste was van Joris Luyendijk, een opiniestuk in de NRC. Hij wil de Nobelprijs voor economie afschaffen. Zolang er geen Nobelprijzen worden uitgereikt voor geestes- en sociale wetenschappen, zou de wereld kunnen denken dat de economie een exacte is en dat is ze volgens hem niet. Een misvatting met fatale gevolgen: economen krijgen het hoog in de bol en storten ons in de ene economische crisis na de andere. Enfin, u kent hem ook.
Hij oppert Zygmunt Bauman als alternatieve kandidaat voor de Nobelprijs voor economie (nadat die is opengesteld voor sociologen en antropologen). Bauman kende ik niet en bij het begrip liquide moderniteit dat hij heeft geïntroduceerd, kon ik me niet echt iets voorstellen ("de liquide moderniteit van post-utopisch kapitalisme"). Dus heb ik de man en zijn liquiditeit gegoogled.
Van hem is het boek Liquid Modernity (later ook nog Liquid Life, Liquid Times, Liquid Fear en nog veel meer vloeibaars). Het begrip zit nog niet echt in mijn systeem dus ik citeer maar even, ene Herman De Dijn die er in het afgelopen voorjaar over is komen doceren in Eindhoven en wordt geïntroduceerd in termen waar Joris Luyendijk wel achter zal kunnen staan: "In onze tijd zijn waarden niet langer de vaste fundamenten van het individuele en collectieve
leven, ze zijn manipuleerbaar en vloeibaar geworden in dienst van het individuele verlangen
naar levenskwaliteit en succes. Instellingen die in dienst stonden van waarden veranderen in
organisaties, mega-instrumenten gericht op het economisch en efficiënt ingaan op vragen van
cliënten (zelfbeschikkende individuen). Die evolutie hangt samen met de intussen welbekende
fenomenen van vermarkting en vermanaging van die organisaties." Het is even goed nadenken, even goed proeven ook, maar dan weet je het ook wel: niks wèrt (In de Liquid-serie van Bauman komt ook Liquid Love voor. Daarin haalt hij het bekende gegeven van de één-op-de-drie-huwelijken aan. En als u dan nog geen beeld heeft van liquid: de flexibilisering van de arbeidsmarkt heeft er ook mee te maken. Heeft er ook schuld aan. Of is er ook een gevolg van. Allemaal vloeibaar in elk geval).
Het tweede artikel waarin ik het tegenkwam, is een recensie van het boek De ondergang van het Avondland van Oswald Spengler, door de historicus Chris van der Heijden in de Groene. Hij heeft het daarin over een open wereld en definieert die in liquide bewoordingen: "Een dergelijke wereld is immers vloeibaar, niet vast, zij is pluriform, niet uniform. En deze vloeibaarheid is niet slecht, zoals velen beweren, zij is goed, mooi en bevrijdend. Het klopt dat zo’n vloeibare samenleving ook ontzettend moeilijk is om in te leven en op bepaalde gebieden zeker moeilijker dan haar tegendeel, de gestolde samenleving. Maar die complexiteit is geen reden voor verwerping." Spengler zou er het negatief van hebben onderkend in zijn eigen tijd en in zijn denken geprobeerd hebben er grip op te krijgen, een tool te ontwerpen om mee te kunnen sturen, zoals het heet in de mega-instrumenten van tegenwoordig. Thierry Baudet ook. De "heelheid van de wereld".
Mooi dat het een naam heeft. Ik zit maar te kloten met dat jaarboek en ondertussen krijgt allerlei moois een naam. Zal blij zijn als het gedrukt is en ik het achter me kan laten. Misschien ga ik wel naar zee in mijn komende vakantie, ook al is het dan al november.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten