Afgelopen woensdag heb ik geluncht met Ex. Ze vertelde over
mensen die voor mij bekenden zijn geworden – verre bekenden, zo niet
herinneringen – maar die voor haar vrienden zijn gebleven.
Bijvoorbeeld over Ria en Peter. Peter ken ik niet. De enige
partner van Ria die ik gekend heb, heette Rob en dat is al zo lang geleden dat Ex zelf zich die waarschijnlijk
niet meer voor de geest kan halen. De enige Rob die ik me nog herinner ging met
Dorien, studeerde rechten in Tilburg en beëindigde die zonder Dorien en zonder titel. Ik heb hem onlangs gegoogled. Hij heeft zijn titel alsnog verworven, Dorien
misschien ook wel. Hij woonde destijds in een krot in de Simon Stevinstraat.
Dorien zal wel in een flat zijn gaan wonen. Het enige wat ik me van háár
herinner is een bank van Montel. Weg bij Rob, bank van Montel.
Ria en Peter hebben hun huis in Leiden verkocht en zijn gaan
wonen in een klooster in Groningen. Peter ken ik niet, zoals gezegd, maar van
Ria verbaast het me niks. Ze was intelligent en zwaar op de hand, dus een
klooster behoorde immer tot de mogelijkheden, zij het een exotisch. Een katholiek
klooster trok mijn generatie niet.
Erg veel heb ik niet te maken gehad met Ria. Ik
ging gewoonlijk naar boven of buiten als de vriendinnen van Ex op bezoek kwamen en kwam ze alleen even tegen bij het eten. Ik moest tenslotte eten. Ik
herinner me nog hoe tot me doordrong dat ze niet meer tetterde. We zaten met
zijn drieën in de eetkamer van ons oude huis aan de Aalsterweg, die met de
groene muren en het eeuwige verkeer buiten. Ze had opgehouden te tetteren, zo
niet van de ene op de andere dag, dan toch van het ene op het andere avondmaal.
Ze zal toen al wel het helende reiken van de boeddha gevoeld hebben.
Ik vraag
me af of een dergelijk drastisch besluit op die leeftijd nog een boost geeft
aan je leven. Of het je jonger maakt. Of blijf je gewoon 52, zij het elders en
onverminderd op weg naar je einde?
Ex vertelde ook over Nanny. Nanny is ook ergens in de vijftig
en als ik Ex mag geloven, heeft háár leven wel degelijk een boost gehad. Een
paar jaar geleden verloor ze haar man, Ad. Hém zag ik vaker dan Ria. We
bezochten ze regelmatig in Tilburg en zij kwamen ook bij ons. Met zijn vieren
deden we mee aan volleybaltoernooien, in Udenhout, Someren, later ook aan het
strand toen dat in zwang begon te raken. Hun twee kinderen, een jongen en een
meisje, gingen mee, speelden ook mee toen ze ouder werden. Ik denk niet dat
Nanny erg gelukkig was met Ad. Ze leidden een klassiek, als het ware
eikenhouten leven in de schoot van hun beider families, een goed leven voor Ad,
een nachtmerrie voor Nanny. Ze is bij hem gebleven vanwege de kinderen en heeft
hem verzorgd tijdens zijn ziekte. Na zijn dood leefde ze op, leerde een ander
kennen, verkocht het huis en woont nu in Zeeland, gelukkiger dan voorheen. Het
is misschien anders als de dood zelf je een duwtje geeft.
Ex vertelde over Karin, nog altijd bij haar timmerman in Barendrecht. Ik herinner me dat ze op een ochtend slaapdronken onze kamer
binnenliep toen we waren blijven slapen. Ze droeg een nachthemd met Winnie de
Poeh erop. Zevenentwintig jaar lang heeft ze gewerkt bij een bouwbedrijf in
Rotterdam. Onlangs raakte ze overspannen en werd ze ontslagen, hetgeen ze in de
eerste plaats ervoer als een opluchting. Bovendien is een van haar
kinderen gediagnosticeerd met de ziekte van Asperger, eveneens een opluchting.
De ziekte verklaart een hoop en ze kunnen verder nu.
Ex vertelde over haar zus. Die is tien jaar jonger dan wij,
heeft vijf kinderen en is aan het echtscheiden. Ze was gaan stappen in Reusel
en had een leuke man leren kennen, een lichtpunt in de ellende die een
scheiding nou eenmaal met zich meebrengt.
Een aantal van deze onze vrienden zou ik graag weer eens zien en spreken.
Dat had gekund toen Ex vijftig werd, een verjaardag die ze groots heeft
gevierd. Ze waren er allemaal, alleen ik niet. Een omissie die Ex mij niet
euvel duidt.
Niettemin is het vreemd dat wij zo uitgebreid kwamen te spreken over de
vrienden. Een ander onderwerp had meer voor de hand gelegen: bij Ex is een paar
maanden geleden de ziekte van Parkinson vastgesteld. Het zal wel zijn omdat we
allebei geen idee hadden hoe het dáár over te hebben. Bij de lunch.
Doen
we nie nog es.