Plotseling op pagina 973, na 972 pagina's volstrekte neutraliteit, begint de verteller te oordelen. De mensen die samen met Maarten, Nicolien en Paul de trap oplopen van het gerechtsgebouw op weg naar de publieke tribune om van daar het Hermans-proces te volgen, noemt hij "Eijldersklanten met halfintellectuelensmoelen" en "domme wulpse meisjes". Onwillekeurig zoek je naar de aanhalingstekens maar nee, het is echt de verteller zelf. En je vraagt je af wie van de personages hij zou kunnen zijn, terwijl je dat al lang weet natuurlijk. Ik in ieder geval wel. Ik heb meer boeken van hem in de kast staan.
Een ander ding is de omvang van het boek, ruim 1200 pagina's. Op een kwart dacht ik, ik ga nu even wat anders lezen en kocht het nieuwe privé-domeindeel van August Willemsen. Daarin heb ik uiteindelijk maar een paar pagina's gelezen. Ik ben toch weer teruggekeerd naar de dikke.
Het is het verschil tussen de vriend en de (vooralsnog) vreemde. Met de laatste maak ik later wel kennis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten