zaterdag 7 april 2018

Sister Act

Wat ik wel leuk vind om te doen af en toe - enfin, wat ik daarnet even lag te doen, ik moet niet overdrijven - is mezelf tot object maken van een telefoongesprek tussen een zus en een zuster, zoals Ingrid dat dezer dagen bijna dagelijks doet.

Z: Hoe gaat het met Hugo?
Z'r: Hugo heeft niet zo'n goeie dag vandaag. Veel meer dan zichzelf van zijn bed naar zijn bank slepen heeft-ie nog niet gepresteerd, met een tussenstop aan zijn schuiftafeltje om twee koppen koffie, wat beschuiten, een ei en zijn supplementen naar binnen te werken. Op de bank heeft hij afwisselend liggen piekeren, naar die gedeelten van een bekend radioprogramma liggen luisteren die gaan over boeken en wat gelezen in het bovenste van een stapel dikke boeken die allemaal vrij vooraan een ticket uit een parkeergarage hebben inliggen.
Z: Hij gaat toch wel in de auto vandaag?
Z'r: Zeker. We blijven met hem oefenen. Klopt het dat zijn neef jarig is?
Z: Ja.
Z'r: We wisten niet goed wat we aanmoesten met het cadeau dus we hebben beneden maar een verjaardagskaart gekocht en er wat geld in gestoken.
Z: Helemaal in zijn lijn. Zo origineel als een kopieerapparaat. Valt er met 'm te communiceren vandaag?
Z'r: Er komt geen woord uit mevrouw.
Z: Dus u weet niet waarover-ie piekert?
Z'r: Jawel. Vannacht praatte hij honderduit. Hij schijnt bij verstek veroordeeld te zijn tot voorzitter van een historische vereniging die op sterven na dood is.
(H: Dat is niet alleen een uitdrukking die je kan verwachten van een ziekenhuispatiënt, het is ook zo)
Z'r: Hij heeft het niet zo begrepen op de secretaris. Jeanne? Jannie?
(H: Jeanne!)
Z'r: Op zijn werk schijnt het al niet veel beter te zijn. We hebben een beetje de indruk dat hij niet zo'n heel leuk leven heeft.
(H: Oh?)
Z: Hij heeft niks te klagen.
Z'r: Het is mooi weer vandaag. Misschien zetten we hem zo meteen nog even op de fiets. Komt u hem nog bezoeken vandaag?
Z: Vandaag niet. We zien 'm vanavond. Wij moeten ook naar die neef. Heeft-ie aan mijn man gedacht?
Z'r: Uw man?
Z: Mijn man is ook jarig vandaag. Die ziet-ie vanavond. Als-ie dit jaar weer geen cadeau bij zich heeft, hang ik 'm bij zijn ballen aan de infuuspaal! 





vrijdag 6 april 2018

Weanen

De 07.351.12'en zijn klaar. Dankzij Cordelia. Als zij er niet was geweest, was ik er de rest van mijn lopende levensjaar aan kwijt geweest. Een eind aan mijn leven had ik er niet om gemaakt, een eind aan mijn samenwerking met B&W misschien wel.
Cordelia moet u weten, is juriste, ze verdient twee keer zoveel als ik, was even opgebrand maar heeft na twee maanden weanen bij ons haar stoma afgeworpen, ze heeft het zwart op wit en wij vinden het ook. Ze staat te trappelen om verder te gaan waar ze gebleven was.
Maar wat denk je? Haar afdeling wil haar niet terug!

Stel je dat nou toch eens voor. Cordelia is kerngezond, van goede wil en kei-slim en nu willen ze haar niet meer. Ze snapt er niks van. Ze is immers geen spat veranderd, toch? Is ze niet even sociaal als altijd, betrokken, fris, vrolijk, leuk om te zien? Waarom willen ze haar dan ineens niet meer?
De jongste twee weken is ze al niet meer zo bezig met de 07.351.12'en. In plaats daarvan delft ze een loopgraaf en barricadeert die met jurisprudentie. Cordelia vindt mij leuk, als u lelijk naar mij kijkt, slechte dingen van mij denkt of voordringt bij de koffieautomaat hangt u de jure ondersteboven aan de infuuspaal voordat u Hugo kunt zeggen, bij uw edele delen! en nou moet het meiske alles uit haar arbeidsrechtelijke kast halen om haar eigen plekkie op haar eigen afdelinkje weer te mogen innemen.

Je krijgt oog voor contrasten op 3A van het JBZ.

Maar doe mij maar het omfloerste licht van de Sint Jan, vanmiddag.

dinsdag 3 april 2018

Cela's 3000

Binnenkort treft u hier met enige regelmaat verwijzingen aan naar de blog van Graciela Sotelo-Benavides. Graciela is de echtgenote van mijn goede vriend Ko. Zij komt uit Peru. Zij blogt over haar leven in Nederland. In het Spaans. Dat wil zeggen: zij gáát dat doen. Sinds vorig jaar kerst probeer ik haar over te halen. Tot eergisteren, Eerste Paasdag, stribbelde ze tegen maar nu is ze overstag. Ze heeft de zin, ik zou bijna zeggen, de onontkoombaarheid van de onderneming ingezien. Ze gaat ervoor. Tegen Hemelvaart is haar blog in de lucht.
Er wonen 3.000 Peruanen in Nederland, die zich allemaal in Chela's wederwaardigheden herkennen en haar verhalen met plezier zullen lezen. Ook alle Peruanen in Peru, of waar ook ter wereld eigenlijk, zullen graag willen weten hoe het een landgenote vergaat in den vreemde. Sterker nog: als Cela het een beetje slim speelt, heeft ze in no time de hele Spaanstalige wereld aan haar voeten. Waar mijn blog met de wereld noch met de markt iets uitstaande heeft, vult de hare een gat dat groter is dan dat van Mark Zuckerberg twintig jaar geleden. Het publiek staat al klaar, de content ligt voor het oprapen, Ko is bekend met de technologie (en ook zelf een verwoed blogger) dus Celita (ik, eergisteren), wat let je?
Cela is een beetje verlegen. Zij treedt niet graag voor het voetlicht. Vertellen over haar leven in Nederland - iets wat haar aan de telefoon met haar vriendin Jacqueline uit Oss makkelijk afgaat - valt haar moeilijk voor zo'n enorm publiek. Ik heb haar eergisteren dan ook geadviseerd om een schrijfblok te pakken en droog te oefenen. "Denk niet aan de 3.000", hield ik haar voor, "denk aan Jacqueline. Doe net alsof je met haar zit te bellen. Doe ik ook altijd." Dat gaf de doorslag.
Aangezien Graciela een goede vriendin is van mijn momenteel gehospitaliseerde vriendin Ingrid en daarom net als ik regelmatig de gang maakt naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis, handelt haar eersteling (natuurlijk na uitvoerige en Peruaans-uitbundige blijken van betrokkenheid) zeer waarschijnlijk over de onredelijke parkeertarieven van het JBZ, de onwil van huisartsen om mensen door te verwijzen naar medisch specialisten (zoals ze geacht worden te doen; je moet het sowieso treffen met je huisarts zal ze betogen, anders ben je genaaid) of om iemand met 39 en een halve graad koorts thuis te komen visiteren (het vroor 7 graden!); over de marktwerking in de zorg, die de schuld is van alles, behalve dan dat zorgmanagers niks toevoegen en toch tonnen verdienen en pero, bankdirecteuren net zo goed, no? en dat de ene gemeente zóveel zorg vergoedt en de andere maar zóveel of juist meer (hoe dat nou toch mogelijk is in één land als Nederland); over de prijs van een brood bij de Albert Heijn, een fles wijn in een restaurant en over hoe je tegenwoordig niet eens meer veilig een zebrapad over kunt.
Als ze de taal wat beter beheerste, zou ik zeggen: pak ons er ook bij!




Laatste hand

Vorige week maandag alweer (ik ben wat laks met het uitwerken van mijn handgeschreven concepten), in de ochtendspits, stond een groepje mannen in oranje jassen bij de kruising in Hapert ingespannen te turen naar het stoplicht voor rechtsaf. Een rode, oranje en groene pijl schoten in razend tempo en in willekeurige volgorde over het bord.
Toen rechtsaf in orde leek, versprong de show naar de lichten voor rechtdoor.
Ik moest denken aan Urbanus: "Test. Test. Ook test."
Ik werd er vrolijk van.
"Nu alleen de Castersedijk nog en we kunnen", dacht ik.