Vanmiddag werd ik op mijn werk gebeld door mijn neefje Remco. Is gedebuteerd op het Pius X dit jaar. Hij vroeg of ik onze stamboom even wilde afroepen, hij had pen en papier bij de hand. Was ik immers niet de oom van de stambomen?
Zeker was ik dat, ik had er net een cursus over gegeven. Moest het van stel op sprong of had hij de tijd? In het laatste geval wilde ik hem wel een keer laten zien hoe het werkte.
Het moest voor morgen. Pakjesavond meegerekend.
Ik ben nog op mijn werk, zei ik. Ik ga zo naar huis en mail je wel van daaruit.
Of ik dan wilde appen. Vader, moeder en vader en moeder van vader en moeder was genoeg.
Ik beloofde het.
Thuis zocht ik ze op. Vader en moeder wist ik natuurlijk, van mijn grootouders was ik niet meer helemaal zeker.
En ik app.
Vader van moeder: Jan Brekelmans, geboren 8 april 1887. Vader van vader: Frans Leijten, geboren 20 augustus 1896. Moeder van moeder: Hendrica Antonis, geboren 20 juni 1900. Moeder van vader: Nathalia van Eijndhoven, geboren 13 september 1900. Het zijn eigenlijk altijd alleen maar namen voor me geweest. Namen, datums, namen, datums, niks, niemendal, behang. Gisteren nog tegen mijn zus: een stamboom noteer je op de achterkant van een rol behang. Je plakt hem op de keukendeur en werpt er af en toe een blik op als je staat af te wassen. Het is een beetje een stokpaardje van me. Stamboom, behangpapier, keukendeur, afwas. Ineens realiseer ik me dat ik daar wel het beeld bij heb van onze keuken in de Molenstraat.
Net zoals ik ineens het gevoel heb dat die namen echt zijn, reƫler historie dan ik gewoonlijk opdis, pijnlijker, meer weg, meer verloren.
Als zo'n jong er ineens naar vraagt.
Ja, precies
BeantwoordenVerwijderen