dinsdag 31 juli 2012

Oude paai (2)


In het voorjaar van 1890 rustte de Nederlandse regering een expeditie uit naar het eiland Flores, die een geologisch onderzoek moest instellen naar de aanwezigheid van tin in de bodem. Het was de tweede expeditie in korte tijd: de eerste, onder leiding van de ingenieur der eerste klasse C.J. van Schelle moest worden afgebroken vanwege de vijandelijke houding van de inheemse bevolking, de “Rokkaneezen”. Deze vervolgexpeditie zou dan ook een zwaar militair geleide meekrijgen, dat niet alleen opdracht had van Schelle te beschermen maar ook “voldoening” zou gaan eisen voor de “schandelijke en verraderlijken aanval, waaraan de eerste (expeditie) heeft blootgestaan.”* Onder de militairen die meegingen, bevond zich ook luitenant Adolf Johan Diemont, een kleinzoon van de dominee-fabrikant uit Heeze en een broer van de in vorige genoemde Klaas Diemont.

Met deze Adolf Johan Diemont liep het niet goed af op Flores. Op 16 augustus meldde het Indische dagblad De Locomotief:

Het werd inderdaad tijd dat wij iets te hooren kregen, want het publiek begon ongerust te worden. Toen majoor Collard in het Rokagebied aankwam, was men sedert geruimen tijd bezig aan voorbereidende maatregelen om van kampong Do opterukken naar de, voor het uiterste punt van verzet gehoudene en door den vijand met kunst en vliegwerk versterkte, stelling Ekofeto. Algemeen dacht men, na de aankomst van de suppletietroepen, dat het binnen enkele dagen er op los zou gaan. En ziet, bijna twee mannden verliepen sedert het vertrek der colonne Collard, doch van een oprukken tegen laat staan de bemachtiging van Ekofeto kwam geen bericht overwaaien.
En wat wij nu eindelijk vernemen is niet bemoedigend. Wij zijn wel is waar een station verder naar Ekofeto genaderd – bivak Borewoe, halverwege de berghelling die naar het hoofdpunt voert – maar een stap meer schijnen wij niet ongstraft te kunnen doen. Verkenningen naar hooger op worden door den vijand met zooveel energie verhinderd, dat hij zelfs een patrouille van honderd man noodzaakte, in carré terug te trekken, en een transport onder den luitenant A.J. Diemont aantastte, met het gevolg dat Diemont en een drietal minderen sneuvelden, terwijl een fuselier en zes dwangarbeiders gewond werden.
De Java Bode meldde:




Op 15 september was er wel wat meer bekend (Java-bode):

De Rokkaneezen nu hadden zich op zoodanig punt, op ¼ uur gaans van Watoe-Loko, aan beide zijden van het voetpad in de dichte alang-alang in hinderlaag gelegd; men zegt ter sterkte van 300 à 400 man. Toen nu de laatste man van de spits ter hoogte van het midden der hinderlaag was gekomen, sprongen de Rokkaneezen plotseling uit hunne schuilplaatsen op en vielen haar aan. In dat ondeelbare oogenblik was natuurlijk geen sprake meer dat men zich zou kunnen verdedigen, want de aanval was te hevig en te onverwacht. Van alle kanten omsingeld kon de spits van hare geweren geen gebruik maken en werd zij dan ook in een ommezien door een tal van lansen doorboord of met de klewang neergehouwen. De luitenant Diemont, die zich voor aan de spits bevond, ontkwam niet aan dit treurig geval. Van alle kanten besprongen was het hem onmogelijk zich te verdedigen, en men vertelde ons zelf dat de vijand hem de beide handen vasthield, waardoor hij geheel en al in de onmogelijkheid verkeerde zijn sabel of revolver te gebruiken. (..) De gesneuvelden waren zwaar gemutileerd en hadden een massa wonden, veroorzaakt door lanssteken en klewanghouwen.
Een maand later, op 17 oktober, werd ook dit nog bekend:

De verwarring was vreeselijk. Diemont werd terstond met één klewanghouw gedood: het achterhoofd werd hem afgeslagen.
Hoewel men ook hier ongetwijfeld van het tragisch lot van de luitenant Diemont kennis had genomen, oordeelde Theodoor Kremer**, zoon van de bekende Heezer ogendokter, het niettemin dienstig de lezers der Meierijsche Courant eraan te herinneren dat het hier ging om een man van de streek:
De heer Th.W.A. Kremer van Heeze deelt ons welwillend mede:

Ongetwijfeld zullen velen gelezen hebben hoe den 6 Augustus op het eiland Flores, in Oost-Indië, de jonge tweede luitenant Adolf Diemont door de inlanders is overvallen en wreedaardig vermoord, maar mogelijk zijn er niet velen, die vermoeden dat zij hem in vroeger tijd te Heeze of te Eindhoven hebben ontmoet en zelfs zeer goed gekend.

Na den dood zijner moeder, werd hij, toen 9 jaar oud, aan mij toevertrouwd. Hij ging school bij den heer Colen, hoofdonderwijzer alhier, die hem zeer prees wegens uitmuntend geheugen en grooten aanleg voor de studie. Dientengevolge zou hij opgeleid worden tot onderwijzer, voor welk vak hij toen grooten lust toonde. Al spoedig ontving hij onderricht van den heer De Vlam te Eindhoven en slaagde dan ook, nog in zeer jeugdigen leeftijd, in het examen voor hulponderwijzer. In die hoedanigheid werd hij kort daarna geplaatst eerst te Velp aan de openbare school, en weldra als secondant aan de toen vermaarde school van den Heer Kreiken te Arnhem.

Langzamerhand echter kreeg hij tegenzin in het onderwijzersvak en ging ten slotte als gewoon soldaat naar Indië. Terstond werd hij aldaar geplaatst aan de militaire school te Meester Cornelis en slaagde in het vorig jaar in zijn officiersexamen, waarop hij spoedig benoemd werd tot tweede luitenant. Een majoor, die bij zijn examen tegenwoordig was, getuigde in een brief aan een zijner kenissen van hem: “Een zekere Diemont is hier door zijn examen gekomen; het is een knap jong mensch, die eenmaal tot sieraad zal strekken in het Indische leger”, en na zijn sneuvelen prijzen hem zijne superieuren en kennissen om zijn gedrag en grooten persoonlijken moed.

Helaas, al die verwachtingen zijn te leur gesteld! Door inlanders aan een boom gebonden, is hij door die kannibalen op wreedaardige wijze vermoord.

Geen wonder, dat mijn oog door tranen beneveld wordt, terwijl ik dit schrijf.

Zijne asch ruste in vrede!***








* Algemeen Handelsblad, 5 maart 1890
** Wie deze Th.W.A. Kremer precies was en hoe hij kwam te zorgen voor de jonge Diemont (citaat), moet ik nog eens uitzoeken. Adolf Diemont was elf, niet negen, toen zijn moeder (Maartje van Leeuwen) stierf en woonde op dat moment in Loenen. Kremer zelf was tot 1889 kerkvoogd in Heeze en overleed in 1908 te Zeist, 64 jaar oud, zonder ooit een beroep te hebben uitgeoefend of een echtgenote gehad te hebben, zover ik in de gauwigheid heb kunnen zien
***Meierijsche Courant, 18 oktober 1890

maandag 30 juli 2012

Oude paai


Las van de week het dagboek van Jacob David Mees (1852-1875).* Daaruit:
Maandag, 17 Maart 1873
Spoor naar Eindhoven. Vind daar Ismangoon. Eet met hem in Wildenman. Wandel met hem naar Heeze. Vrij vervelende weg met lange rechte einden. Ik logeer bij van den Berg, eigenlijk kruidenierswinkel, tapperij en herberg, doch geen logement. 's Avonds bij fabrikant Diemont flesch wijn drinken, homberen en broodje eten. Vervelende oude paai, erg op het geld, vergist zich steeds in eigen voordeel.
(..)
18 Maart 1873
Blijf te Heeze, wandel met Mangoon in mooie bosschen. Alles behoort aan 2 freules en 1 gekke jonker, paden etc. wat verwaarloosd, daarom juist mooi. Eten bij van den Berg om 12 uur, daarna biljarten etc. tot middageten bij Diemont, bepaald saai. Daarna prettig wandelen en dwalen, veel plannen besproken. Ik raad hem aan naar Oost als ambtenaar te gaan. Daarna weer homberen.
Uit de overlijdensakte van mevrouw Everdina Waller:
In het jaar een duizend acht honderd een en zeventig, den Zevenentwintigsten der maand September (..) dat alhier (Heeze) op Zondag den vierentwinigsten der maand September (..) is overleden Everdina Waller, oud Zeven en Zestig Jaren (..) wonende te Heeze (..) Echtegnoote van Adolf Johan Diemont, fabrijkant, wonende te Heeze
In een stamboom van de familie Diemont die ik vond op internet (stamboom Diemont) staat deze Adolf (Adolph) Johan Diemont (geboren 1799) te boek als hervormd (emeritus-)predikant**. Een predikant-ondernemer, net als onze van Dissel, zij het gepensioneerd.

Diemont had zijn fabriek in een huis op Strabrecht, aanvankelijk (1855-1859) samen met een Duitse compagnon, Ferdinant Pönsgen. Het werd geen succes. Coenen*** meldt dat hij de productie in 1863 moest stilleggen vanwege de hoge katoenprijzen. Vanaf die tijd deed hij verschillende pogingen om de fabriek van de hand te doen.



Op 20 juli 1872 probeerde hij het onderhands:
BAND-FABRIEK. Van wege gevorderde leeftijd uit de hand te koop: eene sedert vele jaren gevestigde en ruim beklante BAND-FABRIEK, (linnen en katoenen) met annexe WOONHUIS en verdere noodige Gebouwen, staande in de gemeente Heeze bij Eindhoven. Te bevragen bij den eigenaar op Straapregt.
Uiteindelijk verkocht hij de fabriek ver onder de prijs in mei 1873, kort na het bezoek van Jacob David Mees.

Op 8 maart 1863 werd Diemont bevestigd als ouderling in de hervormde gemeente te Heeze en hij bleef dat tot 8 augustus 1873, toen de kerkeraad bijeen was om te voorzien in de vacature-Diemont, ontstaan vanwege diens vertrek naar elders. Dat zal Elden geweest zijn, waar hij overleed op 2 november 1883.

Waarom Ismangoon in Eindhoven was en wat de connectie was met Diemont, weet ik niet. Mogelijk waren Mees en Ismangoon in Leiden bevriend geweest met Klaas Diemont (geb. 1850), een kleinzoon van Adolf Johan en een leeftijdgenoot van de vrienden. Net als Mees zelf, overleed deze op jonge leeftijd overleed, te Heeze in 1871.

Een logement-Van den Berg (Van den Heuvel van den Berg om precies te zijn), was er te Heeze niet eerder dan rond 1890, al meent Jan H.M. Aerts, dat dit is ontstaan uit het etablissement van burgemeester Deelen.****

De twee freules en de gekke jonker waren Ursule (Adele Aurore), Anna (Elisabeth Constance Aimee) en Karel (August Mari) van Tuyll van Serooskerken.

Een Wildenman was er in Eindhoven al in de vijftiende eeuw.

Persoonlijk: de pers moet naar de stort. Vandaag alweer een kop koffie eroverheen



* Egodocumenten uitgeverij Verloren, deel 14, uitgave door Thimo de Nijs
** Diemont ging met emeritaat per 26 juni 1854 (dominees)
*** Jean Coenen: Heeze. Geschiedenis van een schilderachtig dorp. 1998
**** ...toch wilde ik in Heeze werken. Zeventig jaar schilderkunst in en rond een Brabants dorp. Helmond 1986

woensdag 18 juli 2012

Groeten: trage schrijver


Beste Corry en Willy.
Met deze briefkaart weerleg ik de bewering uit den Haag dat ik een trage schrijver ben, naar ik hoop. Nog minder traag ben ik zelfs in het lid worden van vereenigingen, ik heb het al tot drie gebracht, en wel een gymnastiek, schaak en dans vereeniging, dus U begrijpt wel dat ik het hier druk. Een verlichting is wel dat twee vergaderingen op één avond vallen en ik dus één moet uitschakelen. na vele groeten. Arend.
(boven) Ik kan slecht vroeger komen als den 30ste daar ik een collega naar de boot zal brengen in Amsterdam
Driemaal de dubbel: actief én bestuurslid. De kaart is gestempeld op 11 september 1934. Niet eerder naar Den Haag dus dan over drie weken. Vanuit Groningen.
Op de voorkant een markering, zoals te doen gebruikelijk als je huis op de foto stond:


(Dezelfde Arend heb ik ook op een ongezellige boot naar Indië:



Ook op de boot, al veel eerder en niet Arend, in 1919 en glad de andere kant op, naar Hampstead, aan één Puyt elders toen, maar evenmin een pretje:


Voor alle duidelijkheid: de boot schommelde dat het een aard had en de "passagiers aan boord zijn half uitschot, half aardige lui.")

zaterdag 14 juli 2012

Groeten: verdonkeremaand





Milstatt Dinsdag 20 September '55 
Lieve Poes, 
Ze hebben in Weenen mijn koffer verdonkeremaand. Ik had hem bij de receptie in bewaring gegeven en ben toen uitgegaan om een blouse te kopen. Intussen is de minister v. buitenl. zaken v. Japan weggegaan. Vermoedelijk heeft die hem per ongeluk meegenomen. Ik heb een schade van +- f375 opgegeven. Wit overhemd en regenjas foetsjie + 8 pakjes Hurckmans ?, scheerapp. en fototoestel en de rest. De reis is mieters. Veitsch magnesietwerke zijn ongelooflijk. Blauwe bloes; het bleek de duurste zaak van Weenen te zijn, maar ook de chicste. Kreeg een complimentje voor m'n goede neus. Landschap onvergelijkelijk. M.m. Kamer aan het meer. Zoentjes Paul
De  kamer kijkt uit op de Milstatter See. Milstatt ligt in Kärnten, niet ver van Spittal an der Drau (waarover misschien later). De Veitscher Magnesitwerke AG liggen ongeveer halfweg op de route van Wenen naar Milstatt. Op een tekening uit 1930:




Vier jaar eerder gaf het bedrijf een jubelboek uit naar aanleiding van het zeventigjarig bestaan.*
Van de naam Hurckmans ben ik niet zeker. En als ze al zo heetten, heb ik geen idee wat voor pakjes het waren.
Op de voorkant een photo van de Lindwurmbrunnen in Klagenfurt.






* zes euro op Boekwinkeltjes, geen nadere bijzonderheden

dinsdag 3 juli 2012

John Gilkey

De afgelopen weken het boek The man who loved books too much* gelezen, in bed, onder de leeslantaarn.** Ik vond het in een kringloopwinkel. Meende me te herinneren dat het gerecenseerd was in de NRC.*** Jammer genoeg bleken er flinke scheuren te zitten in de bladzijden 139/140 en 141/142.
Het boek is gemakkelijk samen te vatten:

Pinocchio, first Italian edition, 80.000 dollar
The tale of Peter Rabbit, first trade edition, 15.000 dollar
The Cat in the Hat, first edition, 8.500 dollar
Beethovens Fifth Symphony, first edition, 13.500 dollar
Watson and Crick: first and second DNA article offprints, signed, 140.000 dollar
Harry Potter and the Philosopher's Stone, first edition, 500 exx., 30.000 dollar
The History of the Expedition Under the Command of Captains Lewis and Clark, first edition, 139.000 dollar
Toni Morrison: Beloved, first edition, 125 dollar
John Updike: Rabbit Is Rich, first edition, 45 dollar (na zijn dood in 2009 meer)
Reverend Frognall Dibdin: The Bibliomania or Book Madness (..) 'Dibdin further noted that back in his day, the early nineteenth century, collectors were mad for (in order) "I. Large Paper Copies; II. Uncut Copies; III. Illustrated Copies; IV. Unique Copies; V. Copies printed upon Vellum; VI. First Editions: VII. True Editions; VIII. A general desire for the Black Letter" (heavy ornate black type, the earliest of which were from the Gutenberg presses). Dibdin himself "craved uncut copies (..) virgo intacta' (VERZAMELAAR)
A Bostonion (Edgar Allen Poe): Tamerlane and other Poems, (1827), 198.000 dollar
Ludwig Bemelmans: Madeline, 1.500 dollar
Vladimir Nabokov: Lolita, first edition with green octavo shell, 2.500 dollar (getekend ex. voor Graham Greene: 264.000 dollar)
Kurt Vonnegut: Slaughterhouse-Five, first edition, 6.500 dollar (indien gesigneerd)
Eugene Field: The Love Affairs of a Bibliomaniac, 1896 (VERZAMELAAR)
J.W. Dilley, History of the Scofield Mine Disaster, 1900, 500 dollar
Henry Edwards Huntington, 1850- (VERZAMELAAR)
Herschel V. Jones, tijdgenoot van Huntington (VERZAMELAAR)
Toddle Island (Lord Bottsford's diary, 1894), 113 dollar
Thomas Hardy: The Mayor of Casterbridge, first edition, two volumes, 2.500 dollar
The Patchwork Girl of Oz, 1.800 dollar
Thomas Mann: Joseph in Egypt, autographed, 850 dollar
Gay Talese: The Overreachers, first edition, 40 dollar
Gay Talese: The Bridge, first edition, 40 dollar
John Steinbeck: The Grapes of Wrath, (geen specificaties), 6.500 dollar
Ken Kesey: One Flew Over the Cuckoo's Nest, first edition, 7.500 dollar
Jack Kerouac: On the Road, first edition, 4.500 dollar
The Great Gatsby, first edition, 4.000 dollar
1984, first edition, 2.000 dollar
A.A. Milne: When We Were Very Young, Winnie-the-Pooh, Now We Are Six, The House at Pooh Corner, first editions, samen 9.500 dollar
Thomas Jefferson Fitzpatrick,  -1952 (VERZAMELAAR)
Thomas Jefferson, third president of USA (VERZAMELAAR)
Wilmarth Sheldon Lewis, -1979 (VERZAMELAAR)
Guglielmo Libri, 1803-1869 (VERZAMELAAR)
P. Alessandra Maccioni Ruju/Marco Mostert: The Life and Times of Guglielmo Libri, 1995 (LEESVOER)
Don Vincente, nineteenth-century Spanish monk (VERZAMELAAR)
William Blake: The Book of Job, 100.000 dollar
A Streetcar Named Desire (geen specificaties), 3.000 dollar
Willie Mays, autobigraphy, signed, 400 dollar
John Dunning: Booked to Die, first edition, 400 dollar
Thomas More: Utopia, first edition, 244.500 dollar
Federico da Montefeltro, fifteenth century (VERZAMELAAR)
Marcello Simonetta (ed.): Federico da Montefeltro and His Library, 2007
John Carter: ABC for Book Collectors (LEESVOER)
Nicholas Basbanes: Among the Gently Mad (VERZAMELAAR)
Idem, A Gentle Madness (VERZAMELAAR)
Robert Vosper: A Pair of Bibliomanes for Kansas: Ralph Ellis and Thomas Jefferson Fitzpatrick, 1961 (LEESVOER)

Verder weinig aan. John Gilkey boeide me niet echt. Zijn creditcard-virtuositeit kwam beter uit de verf dan zijn bibliomanie. Het verhaal zou erbij gebaat zijn geweest als de verslaggeefster zelf uit stelen was gegaan, aangestoken door de obsessie van haar studie-object. Dan de feiten maar losgelaten, zoals Ingrid pleegt te zeggen.


* Allison Hoover Bartlett, Riverhead Books, 2009; portrtet van de boekendief John Gilkey
** Ikea, Tived
*** Stine Jensen weet ik intussen, vrijdag 18 december 2009