vrijdag 19 april 2019

Lente in Steensel

Loop ik van de week met een meisje naar Happy Italy, zegt ze ineens dat er nog een is van mij.
Nog een van mij? Nee toch?
Nou ja, tenzij ik publiceer over de geschiedenis van de Limburgse gilden.
Nou nee.
-
Jeetje, dan is er echt een ander. Dan ben ik niet de enige. Dan moet ik mij delen met een ander. Hupsakee, weg eetlust, weg identiteit.
---
Vandaag was een goede Goede Vrijdag. Flink ontbeten en op de fiets naar het werk. Tegenwind, dus ampel gelegenheid om alle bozigheid uit me te fietsen. Een goed ding om te doen op Goede Vrijdag. Volgend jaar doe ik ook dat flinke ontbijt niet meer. Dan heb ik ook daar geen buikpijn meer van.
---
Gisteren hadden we afdelingsuitje naar het kasteel van Helmond. Eerst met de trein, toen te voet, toen koffie en toen bier. Een verdrietige dag, die ik me anders had voorgesteld nu er zoveel nieuwe collega's in onze kantoortuin zijn geplant. De mensen die ik graag eens had willen spreken, verscholen zich angstvallig tussen de mensen die ze elke dag al spraken en de mensen met wie ik al jaren uitgepraat ben, verscholen zich achter mij.
Je snapt natuurlijk wel hoe die Wesselmannen zo rijk geworden zijn.
Omdat ze Indisch is, dacht ik dat ze verwees naar de V.O.C. en ons slavernijverleden. Zo ben ik dan weer. Nee, maar ze heeft het al eens eerder betoogd. Ik weet nog dat ik toen zei dat mijn betovergrootvader uit Steensel kwam en Steensel ook maar één keer in zijn leven uit is geweest. Toen hij Gertoom met de kar naar Eindhoven heeft gebracht namelijk. Gertoom moest naar de missie. Daarna zou het twee generaties duren voor er weer een Leijten Steensel uit kwam, definitief weliswaar maar toch nog altijd mijlenver van zee. Ik sluit niet uit dat ik de eerste Leijten ben geweest die de zee zag. Mijn neef keek in ieder geval raar op toen ik het hem vertelde. 
Je moet het wel heel ver zoeken, wil je ons Leijtens linken aan de V.O.C., bracht ik in.
Nee joh, dat bedoelde ze niet. Ze wilde alleen maar even gezegd hebben dat alle rijke stinkerds oplichters waren. De Wesselmannen net zo goed.
Ik moet niet vergeten morgen goed te eten op het werk, heb ik maar geantwoord, anders krijg ik in Steensel weer een hongerklop. Want dat is het rare hè, die hongerklop komt steevast in Steensel. Het is net of mijn DNA nog steeds denkt dat ik er dan al ben.
---
Ik begrijp die Jezus wel. Als ik zeker wist dat ik zou verrijzen, zou ik ook wel een paar dagen een graf in willen. Er hebben er de afgelopen tijd wel meer dan twaalf tegen me aan lopen zeuren. Zou wel zonde zijn van het mooie weer natuurlijk.
---
Mijn nieuwe vouwfiets staat al wekenlang te pronken in het duister van mijn berging. Ik had hem nooit moeten kopen. Ik ben weer eens gaan geloven in mijn eigen praatjes. Is echt een valkuil van mij. Ik ben het slachtoffer van mijn eigen Hochstapler. Ik hoop dat Petrus begrip toont en mij mijn buit terug geeft.
---
Al die blote benen ineens. Al dat vrolijke korts.
En toch gewoon door wauwelen.
Als ik ooit weer eens op gewicht kom en me beter kan kleden, is het eerste wat ik doe mijn mond houden. Dat lijkt me dan niet meer nodig.

1 opmerking:

  1. Als dank voor de komst van de eerste Leijten naar zee, heeft de zee-straatnamencommissie besloten om een dijk naar je te vernoemen; Hugodijk!(Vouw)Fiets er eens naar toe ĕn wees gerust... Steensel ligt niet op de route.

    BeantwoordenVerwijderen