Zoals de Belastingdienst de mensen dezer dagen voortdurend herinnert aan hun aangifte, zo herinnert Hanneke* mij aan mijn weblog. Waarom het zo stil is. Nou, daar kan ik kort over zijn: druk. Daar hoef ik niet eens mijn mond voor leeg te eten. Ik doe dus die archiefbewerking drie dagen in de week en de vierde de geestdodende rest, ik probeer doorlopend boeken te verkopen (en denk maar niet dat dat makkelijk is of effe tussendoor kan), ik redigeer heemkundige teksten om niet te zeggen: ik herschrijf ze en dat met inzet van zoveel diplomatieke taalkunde dat de oorspronkelijke - ik zeg niet 'eigenlijke' want het komt er werkelijk waar gewoon op neer dat ík die stukken schrijf - dat de oorspronkelijke auteurs dus, het idee behouden dat ze best aardig kunnen schrijven - ik word daar langzamerhand behoorlijk goed in, zou zomaar een vijfde-dagtaak** kunnen worden - waar was ik? Ik herinner neven en nichten aan hun beloften om bij te dragen aan de Brekelenstamboom, een iel boompje totnogtoe. Ik werk aan het notulenstuk voor het jaarboek (alleen nog maar de Jip- en Jannekeversie en die is al moeilijk genoeg). Op woensdag rij ik naar Bladel, afgelopen week om er een oom te woord te staan die veel wist over vroeger en volgende week dan weer niet want dan is het koningsdag en moet ik de vrijmarkten af opdat de boekhandel blijve bloeien of misschien toch ook weer wel, 's avonds namelijk, naar de oude mevrouw H. die bezig is met de stamboom van bakker Jansen die, anders dan die van ons, zo welig tiert dat er nodig in gesnoeid moet worden en of ik dat maar even wil komen doen. Bakker Jansen woont naast het Smulhuis, voorheen van de oude mevrouw A., die foto's schijnt te hebben van de drogisterij van vóór het Smulhuis. Ook daar moet ik achteraan. In de gang ligt al weken het Anna-boek van Annejet. Ik vergeet het iedere keer mee te nemen naar Waalre. En dan is er nog een poëem dat ik moet naslaan. Is me al zo lang geleden gevraagd dat ik vergeten ben welk en waar.
Vrijdag vrij. Donderdag nog naar het RHCe (waar overigens de Duizelse en in zekere zin duivelse meneer S. zich alle werkdagen installeert rond een hoogpotige fotografische opstelling waaronder hij alle kempische archiefstukken kiekt waar hij de hand op kan leggen. Hij beweert al rond het half miljoen te zitten, ik moest in Duizel maar eens komen kijken, als ik één T meenam, kon ik alles zo krijgen, één T zei-d-ie, hij zal wel bij Philips hebben gewerkt; wat-ie bedoelt is een Kia vol eentjes en nullen, de mijne) en dat wil ik natuurlijk best, hij had alles zei-d-ie, niet alleen de notariële archieven, nee alles, dus ja, wat wil je, het kost niks. Staat hier nou een haakje verkeerd? En hangt daarboven een hoofdzin? Oh jee, dat bedoel ik, van de drukte glij ik nog uit ook. Ik leef nog hoor, beste lezersschare, onverminderd slechthorend, vol plannen (verhuizen naar Bladel of Haghorst of Panama of helemaal niet, Hanneke zegt niet doen, zij ziet me daar al zitten in Bladel, over Haghorst en Panama heb ik maar niks gezegd), vol goeie moed, alleen net effe de tijd niet om te bloggen. Want vrijdag, dát wilde ik nog zeggen, is mijn zus jarig en dan kan het ook niet.
* ook voor al uw verstelwerk en sierhandschoenen. Ik meen het, dit is reclame.
** job natuurlijk; de lezer denke niet pro deo