donderdag 31 december 2015

Dave Berry 1965 (1)

In Zwolle waren ze hartstikke enthousiast:


In Valkenburg vonden ze er niet veel aan:


....


zaterdag 26 december 2015

1913

Op 10 september 1913 was burgemeester Panken naar de grote en Koninklijke landbouwtentoonstelling in Den Haag. Niet in zijn eentje maar met de 'landbouwcursussen' van Hoogeloon en Duizel:



Voor schoolmeester Van Liebergen was dat een tegenvaller. Die was druk bezig met het organiseren van een feest ter herdenking van '100 jaar Koninkrijk der Nederlanden', u weet wel, koning Willem I die uit zijn bootje stapt en voet zet op Nederlandse bodem, het is pas nog op TV geweest. Ik geloof niet dat deze fameuze stap de harten hier veel sneller deed slaan. Van Liebergen althans, die op 10 september een kick off had gepland, betreurde het de burgemeester die dag te moeten missen. Niemand ten onzent die er de ambitie beter in kon krijgen dan Panken:


En ambitie, dat wil zeggen: geld, was nodig anders zou er niet eens een fanfare spelen tijdens het feest:


Wat mee moest vallen, was de opbrengst van de geplande collecte. Als die niet mee zou vallen, kon het volk de muziek wel vergeten. Hoe het afliep, weet ik niet. Ik zal er de kranten en archieven wel eens op naslaan. Belangrijker voor nu, want van niet te overschatten historisch belang, is wat de meester zich even verder laat ontvallen over de voetbal:


Van Liebergen stond in Hapert, dus als hij met 'hier' Hapert bedoelt, dan hadden we al een voetbalclub in 1913, twaalf jaar eerder dan we steeds hebben aangenomen!*


* Tenzij de pastoor er een stokje voor stak natuurlijk omdat het voetballen de jongelui de lust zou ontnemen om deel te nemen aan de activiteiten van de jongensbond.




vrijdag 25 december 2015

Jalouzien

In het voorjaar van 1915 bestelden we jaloezieën. Wie en waarvoor weet ik niet precies. Zal wel voor het gemeentehuis in Hoogeloon geweest zijn. Misschien voor de burgemeester zelf, wie zal het zeggen.* Johannes Knapen van Eersel zou ze maken. Toen het wat lang ging duren rapelleerden we. Goddank deden we dat en kom je af en toe eens wat anders tegen dan begrotingen, verzamelstaten en bouwtekeningen. Dit is wat Johannes antwoordde:

Eersel 19 Maart 15

Mijnheer!

Tot mijn leedwezen heb ik de jalouzien noch niet geheel kunnen afwerken.
Ofschoon deze reeds zoo lang bij ons zijn heb ik ze niet klaar kunnen krijgen. Reeds langen tijd is mijne moeder ziekelijk en versleten, en mijn dienstbode – Barbara Hoeks van Hapert – is ongeveer twee maanden geleden ziek naar huis gegaan, zoodoende sta ik reeds lang voor een groote last en heb ik onmogelijk iets timmerwerk kunnen afmaken nog te meer daar er nog vele andere zaken tusschen komen. Aanstaande dinsdag e.k. krijg ik eene dienstbode uit Bergeijk die mij zeer waarschijnlijk wel van dien huiselijken last helpen zal. Wees zoo goed mij nogmaals om deze gegronde reden te verschonen indien U nog hoogstens 14 dagen wachten kunt zal ik zorgen dat deze in orde zijn afgeleverd. In den beginne meende ik vast dat U deze alleen voor zomergebruik noodig had waarom ik zulks uitstelde, later geraakte wij met onze huisgenoten aan de sukkel waarmede ik steeds gemoeid ben. Indien U kunt wachten, binnen 14 dagen zult U ze hebben.
Met alle Hoogachting
UEdele dienstwillige dn.
J. Knapen

Met onze Barbara heeft-ie het kennelijk nog even aangekeken: hoewel ze al in januari naar huis ging, is ze pas op 24 april uitgeschreven. Zoals het misschien ook even duurde voordat de nieuwe dienstbode, Maria Waterschoot uit Luijksgestel (oorspronkelijk Borkel) werd ingeschreven: 14 december 1916. Als zij niet de nieuwe uit Bergeijk was, dan weet ik niet wie wel. Johannes' moeder - Cornelia Rijken, al sinds 1872 weduwe van de Eerselse winkelier Petrus Knapen en met hem stichtster eener grote kinderschaar - overleed een jaar later op 3 juli 1916. Twee jaar later trad Johannes - eindelijk, hij was al 51 - in het huwelijk (Elisabeth Huijbers, oorspronkelijk van Bladel, 28 jaar jonger). Johannes overleed in 1936. De weduwe hertrouwde en verhuisde naar Eindhoven waar ze al heuse adressen hanteerden: Hertog Hendrik van Brabantplein 14 en Nassaustraat 4. Man, wat heb ik een hekel aan genealogie. (D'r moet ook altijd zo ontiegelijk veel tussen haakjes en streepjes)
Maria Waterschoot trouwde ook. Zij staat op een foto, de grote mevrouw in de witte blouse:


De echtgenoot is de soldaat.
Wat nog? Ah, zijn beroepen. Die varieerden, zij het niet veel: hij heeft geregistreerd gestaan als timmerman, opzichter, bouwkundige en zelfs: architect.

Anders dan hij dacht, scheen bij ons altijd de zon.


* ik niet. Na u. Als het voor het gemeentehuis was, zullen ze wel begroot zijn. Deze brief komt uit invnr. 501. De foto en nog véél méér Waterschoten vindt u hier

Hanneke Heem



Donne senza nome

1 oktober 1953:






Storyline


This is the sad story of several desperate ladies incarcerated somewhere in Italy in a camp for displaced women after the end of World War II. Among them, Anna, a Yugoslav, who has seen her husband killed in Trieste by political enemies. She is pregnant and her one and only aim right now is her baby to be born. Janka, a beautiful Polish girl who has lost her mind, is reunited with the physician who sent her to a brothel for Nazi officers. As for Yvonne, a light-hearted French woman, she is prepared to do anything to leave the place, including to marry out with an Albanese ice cream man, despite his unappetizing looks. At least, she will stop being a woman without a name. 
Written by Guy Bellinger

Géza von Radványi was born on December 17, 1907 in Kassa, Austria-Hungary as Géza Grosschmid. He was a director and writer, known for Donne senza nome (1950), L'étrange désir de Monsieur Bard (1954) and Valahol Európában (1948). He was married to Mária Tasnádi Fekete and Eva Daghofer. He died on November 27, 1986 in Budapest, Hungary.
Younger brother of writer Sándor Márai.