maandag 3 mei 2021

Immaterieel erfgoed

Mijn wasmachine heeft het begeven. Begon te steigeren bij het centrifugeren. Ik denk, dit is niet goed, noch komt het dat nog. Een nieuwe moest er komen.

Negentien jaar heb ik hem bij me gehad. Hij is van net na mijn scheiding. Mijn ex wilde onze Miele. Uit medelijden is ze die van mij nog mee wezen uitzoeken, bij de Harense Smid toen nog. Hij was van een obscuur merk, ik denk, ze draait me een loer maar hij heeft het negentien jaar lang prima gedaan. Een eerbiedwaardige loopbaan. Al moet ik daar wel bijzeggen dat hij nooit fulltime heeft hoeven werken.

Net als hij moet de nieuwe een hok in waarin je niet dood gevonden wil worden. De droger en de magnetron krijgt hij bovenop zich. Verder hangen er rond: de wasmand, de sporttas, een doorgaans wat ineengezegen PMD-zak, boodschappentassen, de stofzuiger, de strijkplank (met de stofzuigerslang als een boa-constrictor om zich heen gedraaid), een nogal waardevolle collectie prentbriefkaarten en de CV-ketel met expansievat. Ik maak daar zelden schoon. Ik woon daar niet, mijn spullen wonen daar.

Nu de nieuwe erin moet, moeten er vreemden in en dan blijkt dat ik genoeg van mijn moeders xenofobie in me heb om het opgeruimd te willen hebben. Wat je noemt immaterieel erfgoed.








zaterdag 1 mei 2021

Sinterklaas is er een

Wat weet de jeugd nog van het geloof, vroeg een museumdirecteur, wien kennelijk een licht was opgegaan. Van kloosters en katholieken en protestanten? Weten ze bijvoorbeeld nog wel wat een bisschop is? Wisten de vergaderde cultuurcoaches of ze daar bij Brabants Erfgoed iets over hadden?

Ik stelde voor om de Bladelse pastoor in te schakelen. Ik stel mij voor dat die nog wel weet wat een bisschop is. Algehele hilariteit in de vergadering! En nee, de pastoor toch maar niet. Stel je voor zeg. In het museum nog wel.

Later begreep ik dat ik het verkeerd begrepen had. Hier speelt het verschil tussen weten en hebben. De pastoor mag dan heel veel weten van het katholicisme, hij hééft er niks over. Geen lespakket, om precies te zijn. Nog preciezer (want lespakketten heeft hij waarschijnlijk nog wel liggen): geen museaal inzetbare lespakketten. Musea stichten niet, laat staan dat ze preken. Musea dragen kennis over. Geoperationaliseerde kennis. Dat is wat je wil hebben. Dat is het verschil. Geen brood, boter en hagelslag maar een boterham in een trommel.

In Sint Agatha aan de Maas staat het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven. Ze hebben er een bibliotheek vol met boeken over bisschoppen. Ze schenken zelf gezette koffie (niet in de studiezaal uiteraard) en je krijgt er koekjes bij van eigen deeg. Je vindt er het materiaal voor zoveel lespakketten als je maar wil. Ze smeren alleen geen boterhammen. Het is een oord voor weters. En daarmee blijven ze onder de radar van de hebbers.

In een notendop: een bisschop is een betrekkelijk hoge pief in een vereniging van vroeger die het verschil heeft uitgevonden tussen goed en kwaad en die alles wat leuk is, schaart onder het laatste. Doe je het toch dan beweren ze dat je naar de hel gaat, een goed beveiligde gevangenis waar je van zijn leven en ook na je dood niet meer uitkomt en ze het niet zo nauw nemen met de mensenrechten. Vandaar het woord hel. Sinterklaas is er een, een bisschop. Maar die is OK. Voor de rest kom je ze eigenlijk nooit meer tegen.