In 1849 brak in heel Europa de cholera uit. De kranten berichtten er uitvoerig over. Als je die berichtgeving vergelijkt met die van vandaag over het corona-virus, dan valt één ding op: waar het anno 2020 in de Nederlandse media pas gaat over het buitenland als we oranje stickers gaan plakken, ging het in 1849 alléén maar over het buitenland. Alsof we de cholera hier niet hadden. In juli van dat jaar, toen de ziekte al een half jaar lang rondwaarde, vroeg een Bosschenaar zich af of die geheimzinnigheid niet contra-productief was en schreef een brief aan de krant. Omdat de taal nogal wollig en daardoor voor de lezer van nu misschien wat moeilijk te begrijpen is, heb ik het bericht "hertaald", zoals deze vorm van interpreteren een tijdje geleden werd genoemd door dezulken die klassieke teksten begonnen uit te geven in "gewoon Nederlands".
Wat ook opvalt overigens, is dat men de herkomst van de ziekte in Azië lijkt te zoeken. Dat is dan weer niet veranderd. De Amerikaanse president doet het om politieke redenen, in 1849 dachten ze waarschijnlijk nog dat zoiets afzichtelijks als braakloop onmogelijk in autochtone buik kon ontstaan. In alle onschuld natuurlijk.
Provinciaal dagblad van Noord-Braband en 's Hertogenbossche stads-courant, 20 juli 1849
Aan de Redactie van het Provinciaal Dagblad en ’s Hertogenbossche Stads-Courant
Schrijver dezes is op het denkbeeld gekomen om bij de thans heerschende Aziatische braakloop (cholera morbus), onderscheidene vragen ter neer te schrijven, om door den daartoe bevoegden beoordeelaar te worden getoetst, en zijne gevoelens onbewimpeld zonder de minste vrees of angst daarover uittebrengen, ten einde die voorschriften te bepalen en die maatregelen te nemen, die dienstig en heilzaam tegen de ziekte, in het algemeen belang of zijnen natuurgenoot kunnen zijn:
Ik, de auteur van deze ingezonden brief, dacht, ik moet in de krant eens wat vragen opwerpen over die nieuwe ziekte, de cholera, om de deskundigen, die totnogtoe zwijgen in alle talen, uit hun tenten te lokken en te bewegen zich uit te spreken over de maatregelen die genomen moeten worden.Is de geheimhouding daar de cholera heerscht wenschelijk? Zoude men met iets geheim te willen houden, dat niet geheim te houden of bestaanbaar is, niet meer kwaad dan goed stichten?
Zoude de geheimhouding niet veel kwaad aanbrengen, en meer slagtoffers maken, dan dat men dagelijks (even als in andere steden) in de meest gezocht en gelezen wordende couranten eene opgaaf deed van het getal slagtoffers, zieken en herstelden?
Is het wel verstandig om de cholera-statistieken geheim te houden? Maakt die geheimhouding de zaak niet alleen maar erger? Waarom publiceren we niet gewoon elke dag het aantal besmettingen en doden? En herstelden?Met eene dagelijksche opgaaf der ziekte te doen, zoude dan, de daartoe bevoegde authoriteiten niet beter in hun geheel zijn, met aan hunne ingezetenen te verzoeken van alles te laten, of zooveel doenlijk te verbieden dat nadeelig is, of aan de cholera bevorderlijk zijn kan?
Zouden de autoriteiten op die manier niet veel geloofwaardiger zijn, als ze mensen vragen om anderhalve meter afstand te houden en mondkapjes te dragen?Zoude het zelfs niet wenschelijk zijn van door eene daartoe te benoemen kommissie van bevoegde beoordeelaars, te doen opgeven of voor te schrijven, wat al of niet dienstig is tot gebruik voor den mensch, zoo lang de ziekte heerscht?
Moet er niet een Outbreak Management Team worden geformeerd?Zoude men, door eene te doene dagelijksche publieke opgaaf der ziektegevallen, niet couperen de valsche spargatien of overdrevene vertellingen der slagtoffers, die geheel bezijden de waarheid zijn, en welke spargatien naar buiten zeer kwaad moeten werken, den mensch verder angstig maken, zijne gezondheid en leven zelfs, daardoor in de waagschaal gestelt wordt, den groothandel en algemeen vertier in de hoofdstad der provincie Noord-Brabant op eene schrikbarende wijze benadeelen, als zijnde de menschen huiverig om naar de stad te komen, hetgeen mijns bedunkens noodwendig de gevolgen moeten zijn der geheimhouding?
Zou een dagelijkse opgave van het aantal besmettingen de verspreiding van lulverhalen over het virus niet kunnen indammen, verhalen die de mensen alleen maar angstig maken en daardoor slecht zijn voor de horeca, omdat mensen niet meer naar de stad komen?Zoude het niet wenschelijk zijn dat er eene vaste bestemde plaats aangewezen wierdt ten minste in de steden, waar men den geneesheer konde vinden, om geen tijd te verliezen, ten einde de cholera-zieken onmiddellijk en geen uren later hulp verleend wierdt?
Zou het voor een goeie hulpverlening niet goed zijn als we onze artsen ergens midden in de stad bij elkaar zetten, zodat we weten waar we naar toe moeten als we denken dat we het hebben?